ECLI:NL:RBZUT:2007:BB1142

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
6 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/923215-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Brouns
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overbelading van slachtkuikens tijdens transport en de gevolgen voor de verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 6 augustus 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vennootschap onder firma (Vof) die beschuldigd werd van het vervoeren van slachtkuikens in strijd met de geldende richtlijnen. De verdachte werd verweten op of omstreeks 27 juli 2005 in Oosterwolde, gemeente Ooststellingwerf, slachtkuikens te hebben vervoerd zonder te voldoen aan de eisen van de richtlijn 91/628/EEG, die voorschrijft dat er per kilogram levend gewicht 160 vierkante centimeter ruimte beschikbaar moet zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte slachtkuikens met een gemiddeld gewicht tussen 1,6 kg en 3 kg heeft vervoerd, waarbij de beschikbare ruimte per kuiken niet voldeed aan de wettelijke norm.

De rechtbank heeft in haar overwegingen de methodiek van het vervoer van de kuikens besproken, waarbij werd vastgesteld dat de vrachtautocombinaties niet meer dan 16.135,68 kilogram levend gewicht mochten bevatten. De verdachte heeft echter in verschillende gevallen de toegestane gewichten overschreden, wat leidde tot overbelading. De rechtbank heeft ook gekeken naar de rol van de medeverdachten en de instructies die aan de chauffeurs en kuikenvangbedrijven werden gegeven. Het bleek dat de daadwerkelijke aantallen kuikens in de meeste gevallen hoger waren dan de toegestane aantallen, wat de planning in twijfel trok.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte de instructies van de medeverdachte heeft gevolgd en dat er geen omstandigheden waren die een afwijking van deze instructies rechtvaardigden. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat niet kon worden aangetoond dat de verdachte opzettelijk de wet had overtreden. De beslissing is gebaseerd op verschillende wettelijke voorschriften, waaronder de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en het Besluit dierenvervoer 1994.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Economische politierechter
Parketnummer: 06/923215-06
Uitspraak d.d.: 6 augustus 2007
tegenspraak/ dnip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte Vof].,
gevestigd te [postcode, plaats, adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 juli 2007.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 27 juli 2005 te Oosterwolde, gemeente Ooststellingwerf,
slachtkuikens, zijnde pluimvee, heeft vervoerd terwijl niet werd voldaan aan
het terzake van voornoemde soort of categorie bepaalde in de bijlage bij
richtlijn 91/628/EEG, aangezien verdachte slachtkuikens, zijnde pluimvee
heeft vervoerd, te weten heeft ingeladen, met een gemiddeld gewicht van groter
dan 1,6 kg en kleiner dan 3 kg, waarbij het pluimvee niet de beschikking had
over een ruimte van 160 cm2/kg levend gewicht;
art 7 lid 1 Besluit dierenvervoer 1994.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
1. begrip vervoer
Overeenkomstig de richtlijn 91/628/EEG moet onder ‘vervoer’ worden verstaan: elke verplaatsing van dieren met behulp van een vervoermiddel, het in- en uitladen van de dieren inbegrepen.
2. overige overwegingen
Het vervoer van het pluimvee geschiedt door vrachtautocombinaties, bestaande uit een vrachtauto en een aanhangwagen. Op de vrachtautocombinatie worden containers geplaatst. Een volledig beladen vrachtautocombinatie bevat vierentwintig containers. Elke container bevat tweemaal vier lades (in het totaal per container dus acht lades). De oppervlakte van een lade is 113 bij 119 cm, d.i. 13447 vierkante centimeter. De Richtlijn (Hoofdstuk VI, artikel 47 (beladingsdichtheid) onder E) schrijft voor dat per kilogram levend gewicht 160 vierkante centimeter ter beschikking moet staan, hetgeen inhoudt dat per lade 13447/160 = 84,04 kilogram per lade vervoerd mag worden. Voor de hele combinatie komt dat neer op 8 lades van 84,04 kilogram vermenigvuldigd met 24 (containers per volledig beladen combinatie) = 16135,68 kilogram. De volledig beladen combinatie mag dus niet meer dan 16135,68 kilogram levend gewicht bevatten. Wordt dit gewicht overschreden, dan is er sprake van overbelading.
Berekende overbeladingen inzake proces-verbaal nr. 30349
Datum Kenteken Overbelading (in kilogram) Bijlage Daadwerkelijk Toegestaan Planning
27.7.2005 [nummer 1] / [nummer 2] 1344 5 41 37 41
[nummer 3] / onbekend 1324 5 41 37 41
[nummer 4] / [nummer 5] 888 5 40 37 41
Stelt men het gemiddelde gewicht per slachtkuiken op twee kilogram, dan kan men aan de hand van de cijfers in de kolom ‘overbelading’ gemakkelijk berekenen hoeveel slachtkuikens er per transport teveel waren ingeladen. In gevallen waarin sprake was van overbelading kon dit resulteren in het bovenop elkaar zitten van de kuikens tijdens het transport.
De overbelading werd steeds geconstateerd bij [medeverdachte 1]. te Wezep, waar de vrachtautocombinatie werd gewogen.
Ten aanzien van het vervoer is er een werkverdeling, in dier voege dat [medeverdachte 2] zorg draagt voor de coördinatie en de integratie van de diverse het vervoer betreffende werkzaamheden.
De activiteiten van [medeverdachte 2] monden uiteindelijk uit in een opgave aan de fokbedrijven, de chauffeurs van de vrachtautocombinaties en de kuikenvangbedrijven over het aantal kuikens dat per lade vervoerd mag worden. Ten behoeve van de berekening van dat aantal voorziet [medeverdachte 2] zich in de eerste plaats van cijfers betreffende het gewicht van de kuikens bij de fokbedrijven. Daar worden de kuikens regelmatig gewogen. Met regelmaat worden tot enkele dagen voor het transport uit de hele stal tien kuikens gevangen, in een zak gedaan en dan gewogen, waarna het gemiddelde gewicht kan worden berekend. Om de fokbedrijven te bewegen zo precies mogelijk de kuikens op het opgegeven gewicht te hebben, is er een bonus-malussysteem, volgens welke de fokbedrijven beloond, dan wel bestraft worden al naargelang de kuikens al dan niet op het opgegeven gewicht zitten. In de laatste dagen voor het transport wordt uitgegaan van een gewichtstoename van 75 gram per dag. Op basis van deze cijfers berekent [medev[medeverdachte 2] het gewicht van een kuiken. Aangezien per lade vastligt hoeveel gewicht zich daarin mag bevinden (namelijk 84,04 kilogram per lade, zie hierboven) kan het aantal kuikens per lade berekend worden door het gewicht per lade te delen door het gewicht van het kuiken. Dat getal wordt, zoals gezegd, bekend gemaakt aan de fokbedrijven, de chauffeurs en de kuikenvangbedrijven. In de praktijk, zo blijkt uit diverse verklaringen in het proces-verbaal, worden de lades gevuld door de kuikenvangers, die daarbij gemakshalve de “instructies” opvolgen van de chauffeurs. Daarbij spelen praktische problemen een rol. De kuikenvangers kunnen steeds even aantallen kuikens vangen, dus het opgegeven aantal kuikens moet tenminste een even getal zijn. Indien bijvoorbeeld 42 kuikens per lade opgegeven worden, dan kunnen zeven kuikenvangers steeds zes kuikens vangen en in de lade doen. Zou de opgave 43 of 44 kuikens luiden, dan kunnen er zeven maal zes kuikens plus één of twee kuikens in de lade gedaan worden. Er moeten dan dus steeds een of twee kuikens apart gevangen worden en in de lade gedaan worden, hetgeen niet efficiënt is. Kuikens die in een lade gestopt zijn proberen hier dikwijls ook weer uit te ontvluchten, hetgeen reden kan zijn om aanvankelijk de lades met meer kuikens te vullen dan is opgegeven, aangezien het juiste aantal of minder bereikt wordt na ontsnapping. Het door [medeverdachte 2] per kuiken berekende gewicht is geen precies gewicht maar een benadering van het actuele gewicht. Dat kan bij een afwijking naar boven, d.w.z. wanneer de kuikens zwaarder zijn dan waarvan [medev[medeverdachte 2] is uitgegaan, dat lades bij het opgegeven aantal kuikens per lade qua gewicht overbeladen zijn. Bij een afwijking naar beneden, d.w.z. wanneer de kuikens minder wegen dan waarvan [medeverdachte 2] is uitgegaan, dan betekent dit, indien het opgegeven aantal kuikens per lade in acht genomen wordt, dat er kuikens 'over' zijn. De fokker die zijn hele stal leeg wil hebben zal er bij de vangers op aandringen deze kuikens ook in te laden. Daarvoor apart een vrachtauto te laten komen is duur en gebeurt dan ook niet.
Hiervoor werd voor enkele transporten de daadwerkelijke, de toegestane en de geplande aantallen kuikens in de tabel opgenomen. De economische politierechter merkt met betrekking van het voorgaande op, dat de daadwerkelijke aantallen in het merendeel van de gevallen overeenkomen met de geplande aantallen. Uit deze cijfers valt niet op te maken dat de chauffeurs regelmatig met hun instructies ten aanzien van het in de lades onder te brengen aantal kuikens afwijken van de door de planning opgegeven aantallen; evenmin geven de cijfers aanleiding aan te nemen dat de kuikenvangers bij het vullen van de lades zich niet storen aan de instructies, maar geheel hun eigen gang gaan, zoals wel is beweerd. Uit het voorgaande kan volgen dat de door [medev[medeverdachte 2] gegeven voorschriften wat betreft de aantallen in het algemeen goed opgevolgd worden; dit onderstreept het belang van een planning waarbij de uitkomsten zo dicht mogelijk bij de toegestane aantallen liggen. Nu liggen de daadwerkelijke aantallen in vrijwel alle besproken gevallen hoger dan de toegestane aantallen. Op dit punt laat de planning te wensen over.
Dat niet aan een uiteenwijken van toegestane en geplande aantallen valt te ontkomen, lijkt onvermijdelijk bij de gegeven methodiek, waarbij het kuikengewicht bij benadering wordt berekend. Slechts wanneer ieder in te laden kuiken afzonderlijk gewogen zou worden, zou een optimale precisie bereikt kunnen worden. Aangenomen mag worden dat een dergelijke handelwijze de kosten, en daarmee de door de consument te betalen prijs, flink zou opjagen.
Dit leidt tot de conclusie dat het met de gegeven methodiek onvermijdelijk is dat in een aantal gevallen de wettelijke norm overschreden wordt. Men zal, tenzij men bij het inladen ieder dier afzonderlijk weegt, steeds van een benadering van het daadwerkelijke gewicht uit moeten gaan en dusdoende aanvaarden dat slechts bij benadering aan de norm wordt voldaan, d.w.z. met een zekere normoverschrijding genoegen moeten nemen. Welke normoverschrijding aanvaardbaar is hangt af van de uitkomst van een belangenafweging, te weten het belang van het welzijn en de gezondheid van de kuikens en het belang van kostenefficiency van het transport. De norm zal dus een in de praktijk hanteerbare vertaling moeten krijgen, zodanig dat daarbij en het welzijn van de kuikens en de economische belangen (waaronder een efficiënte uitvoering van de regeling) gediend worden.
Uit de ter terechtzitting overgelegde stukken valt af te leiden dat wat betreft de slachterijen de gewenste aanvoergewichten gemiddeld op 1900 of 1950 gram bedragen met een plafond van respectievelijk 2000 en 2050 gram en een vloer van 1800 en 1850 gram. Uitgaande van het gemiddelde gewicht houdt zulks voor de bezetting van de lades dat in dat er per lade 43 of 44 kuikens vervoerd kunnen worden. Ter terechtzitting is door de kuikenvangbedrijven aangevoerd dat 43 en 44 kuikens per lade voor hen onpraktisch is. Daarmee rekeninghoudend is de economische politierechter van oordeel dat aan de richtlijn 91/628/EEG en het Besluit dierenvervoer 1994 op juiste wijze uitvoering wordt gegeven indien de lades een bezetting hebben van ten hoogste 42 kuikens per lade, mits het aanvoergewicht van de kuikens niet boven 2050 gram uitkomt.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
zij op 27 juli 2005 te Oosterwolde, gemeente Ooststellingwerf, slachtkuikens, zijnde pluimvee, heeft vervoerd terwijl niet werd voldaan aan het terzake van voornoemde soort of categorie bepaalde in de bijlage bij richtlijn 91/628/EEG, aangezien verdachte slachtkuikens, zijnde pluimvee heeft vervoerd, te weten heeft ingeladen, met een gemiddeld gewicht van groter
dan 1,6 kg en kleiner dan 3 kg, waarbij het pluimvee niet de beschikking had over een ruimte van 160 cm2/kg levend gewicht;
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de overtreding:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, begaan door een rechtspersoon.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte heeft blijkens het hiervoor overwogene en de hiervoor opgenomen tabel de haar door [medeverdachte 2] gegeven instructie gevolgd. Van verdachte mocht verwacht worden dat zij dienovereenkomstig zou handelen. Nu niet is gebleken van enige omstandigheid om af te wijken van de haar gegeven instructie, dient verdachte te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 51 en 91 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 60 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 7 van het Besluit dierenvervoer 1994 en de EEG richtlijn 91/628/EEG.
Beslissing
De economische politierechter beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als hiervoor vermeld.
Verklaart verdachte niet strafbaar en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging.
Aldus gewezen door mr. Brouns, economische politierechter, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 augustus 2007.