ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4810

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
3 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/925203-07
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. van Harreveld
  • M. Morsink
  • F. Follender Grossfeld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en werkstraf voor het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk

Op 3 oktober 2007 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 29 november 2006 in de gemeente Harderwijk illegaal vuurwerk voorhanden had. De verdachte had een aanzienlijke hoeveelheid consumentenvuurwerk, waaronder 1000 stuks nitraatklappers en 300 Chinese vlinders, zonder dat deze voldeden aan de eisen van het Vuurwerkbesluit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk deze vuurwerkartikelen in zijn bezit had, terwijl deze niet voorzien waren van de vereiste aanduidingen en gebruiksaanwijzingen. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een overtreding van de Wet milieugevaarlijke stoffen.

De rechtbank heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de ernst van de feiten en de risico's die het gebruik van dergelijk vuurwerk met zich meebrengt, niet alleen voor de verdachte zelf, maar ook voor omstanders. Ondanks de ernst van de feiten, werd er ook rekening gehouden met het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking was gekomen. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf op van vijf maanden, met daarnaast een taakstraf van 240 uur. De taakstraf moet worden verricht op een projectplaats die is goedgekeurd door de Stichting Reclassering Nederland.

Tevens werd het in beslag genomen geldbedrag van € 2.270,-- verbeurd verklaard, aangezien dit bedrag werd aangemerkt als opbrengst van de illegale vuurverkoop. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden. De uitspraak is gedaan in het openbaar, met de rechters en de griffier aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige economische kamer
Parketnummer: 06/925203-07
Uitspraak d.d.: 3 oktober 2007
Tegenspraak/ dnip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats en datum],
wonende te [plaats en adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
19 september 2007.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 29 november 2006, althans in of omstreeks de maand
november 2006, in de gemeente Harderwijk, al dan niet opzettelijk,
consumentenvuurwerk, te weten 1000 stuks nitraatklappers, althans een of meer
nitraatklappers en/of 300 chinese vlinders, althans een of meer vlinders en/of
een chinese rol en/of 10 vuurpijlen, type Rocket, althans een of meer
vuurpijlen type rocket en/of 40 vuurpijlen type Devil, althans een of meer
vuurpijlen type devil, voorhanden heeft gehad, ten aanzien waarvan niet werd
voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de ter uitwerking van
voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde lid van de Wet milieugevaarlijke
stoffen gestelde regels, immers
- waren die nitraatklappers en/of die chinese vlinders en/of die chinese rol
en/of die vuurpijlen niet voorzien van de aanduiding "Geschikt voor
particulier gebruik" en/of
- waren die nitraatklappers en/of die chinese vlinders en/of die chinese rol
en/of die vuurpijlen niet voorzien van een in de Nederlandse taal gestelde
gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en/of waarschuwingen dat bij het
dienenovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of
omstanders kon ontstaan en/of
- voldeed de lading van die chinese vlinders in strijd met het gestelde in
artikel 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 niet aan de in
bijlage III per categorie (te weten categorie A1.) behorende bij die regeling
gestelde eisen; de lading bestond niet uit uitsluitend zwart buskruit en/of
- voldeed de lading van die vuurpijlen, type Devil, althans de lading van een
of meer vuurpijlen van dat type, in strijd met het gestelde in artikel 9 van
de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 niet aan de in bijlage III per
categorie (te weten categorie D2.) behorende bij die regeling gestelde eisen;
de totale lading van de burst bevatte 10 gram niet uitsluitend zwart buskruit ;
art 1.2.2 lid 1 ahf/ond a Vuurwerkbesluit
art 2.1.3 lid 3 Vuurwerkbesluit
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is, mede gelet op de bekennende verklaringen die verdachte bij de politie en ter terechtzitting heeft afgelegd, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, in dier voege dat:
hij op 29 november 2006, in de gemeente Harderwijk, opzettelijk consumentenvuurwerk, te weten 1000 stuks nitraatklappers en 300 chinese vlinders en een chinese rol en10 vuurpijlen, type Rocket, en 40 vuurpijlen, type Devil, voorhanden heeft gehad, ten aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de ter uitwerking van voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde lid van de Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde regels, immers
- waren die nitraatklappers en die chinese vlinders en die chinese rol en die vuurpijlen niet voorzien van de aanduiding "Geschikt voor particulier gebruik" en
- waren die nitraatklappers en die chinese vlinders en die chinese rol en die vuurpijlen niet voorzien van een in de Nederlandse taal gestelde gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en/of waarschuwingen dat bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan en
- voldeed de lading van die chinese vlinders in strijd met het gestelde in artikel 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 niet aan de in bijlage III per categorie (te weten categorie A1.) behorende bij die regeling gestelde eisen; de lading bestond niet uit uitsluitend zwart buskruit en
- voldeed de lading van die vuurpijlen, type Devil, in strijd met het gestelde in artikel 9 van
de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 niet aan de in bijlage III per categorie (te weten categorie D2.) behorende bij die regeling gestelde eisen; de totale lading van de burst bevatte 10 gram niet uitsluitend zwart buskruit.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
Overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen, opzettelijk begaan.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf met daarnaast een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte met het oog op geldelijk gewin uit toekomstige verhandeling een grote hoeveelheid illegaal en zeer krachtig vuurwerk voorhanden heeft gehad. Het is algemeen bekend dat het gebruik van zodanig vuurwerk zeer ernstige risico’s pleegt op te leveren. Die risico’s zijn er niet alleen voor degene die het vuurwerk afsteekt, maar ook voor niets vermoedende omstanders.
Anderzijds houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
De rechtbank acht de voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
In beslag genomen voorwerpen
Het onder verdachte in beslaggenomen en nog niet teruggegeven geldsbedrag van € 2.270,-- zal worden verbeurd verklaard, nu uit het onderzoek naar voren is gekomen, dat dit geld moet worden aangemerkt als de opbrengst cq. voor betaling gereed liggende koopsom van (het) aan verdachte geleverd(e) illegaal vuurwerk. Voor zover dit geld moet worden aangemerkt als reeds toebehorend aan verdachts leverancier, wordt overwogen dat deze met de herkomst en/of bestemming genoegzaam bekend was.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen:
- 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24a, 33, 33a en 91 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen;
- 1.2.2 en 2.1.3 van het Vuurwerkbesluit;
- 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden.
Bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
Verklaart verbeurd het in beslag genomen, nog niet teruggegeven geld, te weten € 2.270,--.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, Morsink en Follender Grossfeld, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 oktober 2007.