ECLI:NL:RBZUT:2007:BB5753
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- J.J. van Oostveen
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid voorzieningenrechter in kort geding inzake opheffing beslag op Silicair machine
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zutphen op 23 augustus 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, handelende onder de naam [naam], en gedaagde, de rechtspersoon naar buitenlands recht AIR FORCE LIMITED, gevestigd te Jersey, Channel Islands, Verenigd Koninkrijk. Eiser vorderde de opheffing van het conservatoir bewijsbeslag op de Silicair machine, dat door de gedaagde was gelegd. De procedure omvatte een dagvaarding, een mondelinge behandeling en pleitnota's van beide partijen.
Eiser stelde dat het beslag onterecht was gelegd en dat hij weer volledig bedrijfsmatig met de Silicair machine moest kunnen werken. De gedaagde, AIR FORCE LIMITED, voerde aan dat de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zutphen onbevoegd was, omdat de vordering betrekking had op de geldigheid en handhaving van octrooien, wat volgens de Rijksoctrooiwet 1995 uitsluitend aan de voorzieningenrechter van de rechtbank te ’s-Gravenhage is voorbehouden.
De voorzieningenrechter oordeelde dat, hoewel de bevoegdheid van de rechtbank te Zutphen niet uitsluit, de vordering tot opheffing van het beslag niet door de voorzieningenrechter van Zutphen kon worden behandeld. De voorzieningenrechter verklaarde zich onbevoegd en veroordeelde eiser in de proceskosten, die aan de zijde van AIR FORCE LIMITED tot dat moment waren begroot op EUR 1.067,00. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.