ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7383
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Bos
- Kleinrensink
- A. Gilhuis
- Rechtspraak.nl
Tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf en niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie
Op 7 november 2007 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 7 maanden. De veroordeelde, die op dat moment gedetineerd was in het Huis van Bewaring te Doetinchem, had een proeftijd van 2 jaren, waarin hij zich diende te houden aan de aanwijzingen van de Stichting Reclassering Nederland. De rechtbank moest beslissen op een vordering van de officier van justitie, die op 25 september 2007 was ingediend, met betrekking tot het niet nakomen van de algemene voorwaarden van de voorwaardelijke straf. Deze vordering werd behandeld tijdens een openbare zitting op 24 oktober 2007.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er tegelijkertijd een andere vordering was ingediend door de officier van justitie in een andere strafzaak tegen de veroordeelde, met parketnummer 06/460408-07. Deze vordering had ook betrekking op het niet nakomen van de algemene voorwaarden. Na het bestuderen van de stukken en het horen van de argumenten, heeft de rechtbank op 7 november 2007 besloten dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in haar vordering. Dit betekent dat de rechtbank de vordering van de officier van justitie niet in behandeling neemt, omdat er al een beslissing was genomen over de niet-nakoming van de voorwaarden.
De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer, onder leiding van voorzitter M. Bos, en de rechters Kleinrensink en A. Gilhuis, in aanwezigheid van griffier Wiering. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 7 november 2007.