ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7383

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
7 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460294-05
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Bos
  • Kleinrensink
  • A. Gilhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf en niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie

Op 7 november 2007 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 7 maanden. De veroordeelde, die op dat moment gedetineerd was in het Huis van Bewaring te Doetinchem, had een proeftijd van 2 jaren, waarin hij zich diende te houden aan de aanwijzingen van de Stichting Reclassering Nederland. De rechtbank moest beslissen op een vordering van de officier van justitie, die op 25 september 2007 was ingediend, met betrekking tot het niet nakomen van de algemene voorwaarden van de voorwaardelijke straf. Deze vordering werd behandeld tijdens een openbare zitting op 24 oktober 2007.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er tegelijkertijd een andere vordering was ingediend door de officier van justitie in een andere strafzaak tegen de veroordeelde, met parketnummer 06/460408-07. Deze vordering had ook betrekking op het niet nakomen van de algemene voorwaarden. Na het bestuderen van de stukken en het horen van de argumenten, heeft de rechtbank op 7 november 2007 besloten dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in haar vordering. Dit betekent dat de rechtbank de vordering van de officier van justitie niet in behandeling neemt, omdat er al een beslissing was genomen over de niet-nakoming van de voorwaarden.

De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer, onder leiding van voorzitter M. Bos, en de rechters Kleinrensink en A. Gilhuis, in aanwezigheid van griffier Wiering. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 7 november 2007.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector straf
Parketnummer: 06/460294-05 (tulbv)
De rechtbank heeft te beslissen op de op 25 september 2007 ter griffie ingekomen vordering van de officier van justitie strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij onherroepelijk geworden vonnis van de meervoudige strafkamer van deze rechtbank d.d. 14 september 2005 aan
[verdachte],
geboren op [datum en plaats],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring te Doetinchem,
voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden waarbij de proeftijd is bepaald op 2 jaren en als bijzondere voorwaarde is gesteld dat veroordeelde zich
gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Zutphen, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt dat veroordeelde zich ambulant zal laten behandelen door de Forensisch Psychiatrische Afdeling van Vrederust te Halsteren of een soortgelijke instelling. De veroordeelde zal zich
dan houden aan regels die hem door of namens de leiding van Vrederust of een soortgelijke instelling zullen worden gegeven.
De rechtbank heeft de stukken bezien.
De vordering is in het openbaar behandeld ter terechtzitting van de meervoudige strafkamer op 24 oktober 2007. Van deze behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
Overwegingen
- Het is de rechtbank gebleken dat de officier van justitie tegelijkertijd met de onderhavige vordering, in de strafzaak tegen veroordeelde met parketnummer 06/460408-07, een vordering met betrekking tot het niet nakomen van de algemene voorwaarde heeft ingediend, strekkende tot tenuitvoerlegging van voornoemde voorwaardelijk opgelegde straf.
- Nu de rechtbank op de vordering, betrekking hebbende op het niet nakomen van de algemene voorwaarde, bij vonnis van 7 november 2007 een toewijzende beslissing heeft genomen, zal zij de officier van justitie in de onderhavige vordering niet-ontvankelijk verklaren.
Beslissing
De rechtbank verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Bos, voorzitter, Kleinrensink en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van Wiering, griffier, en uitgesproken in het openbaar op 7 november 2007.