ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7384
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kleinrensink
- A. Bos
- J. Gilhuis
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in kinderpornozaak wegens gebrek aan bewijs van gebruik en herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 7 november 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het in bezit hebben van kinderporno. De tenlastelegging betrof het bezit van kinderpornografisch beeldmateriaal op een computer en een CD-rom. De rechtbank heeft vastgesteld dat het materiaal op een computer is aangetroffen die niet alleen door de verdachte, maar ook door anderen werd gebruikt. Dit maakte het onmogelijk om te bepalen wie het materiaal op de computer had geplaatst of hoe het daar was gekomen. De verdachte ontkende op de hoogte te zijn van het materiaal en stelde dat hij niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de aanwezigheid ervan.
De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte opzettelijk het kinderpornografisch materiaal had vervaardigd, verspreid of in bezit had gehad. De rechtbank merkte op dat het materiaal op de computer toegankelijk was voor meerdere gebruikers, wat de mogelijkheid openliet dat iemand anders het materiaal had geplaatst zonder medeweten van de verdachte. Ook de herkomst van het materiaal op de CD-rom kon niet worden vastgesteld, ondanks dat de naam van de verdachte erop stond. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet kon worden veroordeeld voor de ten laste gelegde feiten.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle beschuldigingen, omdat niet wettig en overtuigend was bewezen dat hij het ten laste gelegde had begaan. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken, vooral in gevallen waar meerdere gebruikers toegang hebben tot een computer.