ECLI:NL:RBZUT:2007:BB8017
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. van den Dungen - Dijkstra
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken schriftelijke zienswijzen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 30 oktober 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen. De eiser stelde dat hij een mondelinge zienswijze had ingediend bij de verweerder, maar de rechtbank oordeelde dat het risico van een onjuist of ontbrekend verslag van deze zienswijze voor rekening van de eiser komt. De rechtbank benadrukte dat het bewijs van het tijdig indienen van zienswijzen op andere manieren kan worden geleverd, ook al was er geen verslag opgemaakt zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De feiten van de zaak zijn als volgt: op 15 november 2006 maakte de verweerder bekend voornemens te zijn om vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan voor de herontwikkeling van het Becker’s Sonsterrein te Brummen. Het ontwerpbesluit lag ter inzage van 16 november 2006 en de eiser had de gelegenheid om zienswijzen in te dienen. De rechtbank stelde vast dat eiser geen schriftelijke zienswijzen had ingediend en dat hij op 16 november 2006 het ontwerpbesluit had ingezien in het gemeentehuis, waar hij zijn bezwaren had geuit.
De rechtbank behandelde het beroep op 27 september 2007, waarbij de eiser aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door M.H. Romeijn. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet ontvankelijk was in zijn beroep, omdat hij geen zienswijzen had ingediend. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. N.K. van den Dungen - Dijkstra en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. M.H. Dijkman als griffier.