ECLI:NL:RBZUT:2007:BB9098
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Roessingh
- A. van der Mei
- J. Bos
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit drugshandel
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 27 november 2007 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering van de officier van justitie tegen een verdachte die betrokken was bij de handel in cocaïne. De rechtbank heeft de ontnemingsvordering toegewezen en geoordeeld dat het voordeel dat de verdachte heeft genoten uit de verkoop van cocaïne, ook het voordeel omvat dat hij heeft verkregen door cocaïne voor eigen gebruik aan te schaffen. De verdachte, geboren in 1970 en thans gedetineerd, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, en de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wekelijks cocaïne kocht van een leverancier, waarbij hij een deel voor eigen gebruik en een deel voor verkoop aan derden bestemde. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die het te ontnemen bedrag op € 9.750,-- heeft gesteld, toegewezen. De rechtbank heeft daarbij de berekeningsmethode uit het rapport van de politie gevolgd en geconcludeerd dat de verdachte wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat indien de verdachte niet aan de betalingsverplichting voldoet, de officier van justitie verlof kan vragen voor lijfsdwang. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de rechters en griffier tijdens de openbare zitting.