ECLI:NL:RBZUT:2007:BB9672

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
23 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-580150-07 Promis
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Bos
  • Kleinrensink
  • D. Draisma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en valsheid in geschrift door bedrijfsleider van VOF

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 23 november 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als bedrijfsleider en beherend vennoot van [benadeelde partij 1] VOF betrokken was bij verschillende strafbare feiten, waaronder verduistering, valsheid in geschrift en diefstal. De verdachte heeft gedurende een periode van meer dan een jaar op verschillende manieren geld en goederen onttrokken aan het bedrijf waar hij werkzaam was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk valse facturen heeft opgemaakt en deze heeft gebruikt om geldbedragen te verduisteren. De verdachte heeft in totaal een bedrag van circa € 154.744,63 verduisterd door fictieve leveringen te factureren en de opbrengsten daarvan voor eigen gewin te gebruiken. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een aantal feiten, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan de belangrijkste tenlasteleggingen. De rechtbank heeft een werkstraf van 240 uur opgelegd, met de voorwaarde dat bij niet-naleving vervangende hechtenis zal worden toegepast. Daarnaast is er een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar opgelegd, met een proeftijd van 2 jaar, waarin de verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering. De rechtbank heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de ernst van de feiten, het schaden van het vertrouwen in de handel en de spijtbetuiging van de verdachte. De verdachte heeft erkend dat zijn daden voortkwamen uit een gokverslaving en heeft hulp gezocht om deze verslaving aan te pakken.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580150-07
Uitspraak d.d.: 23 november 2007
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [plaats 1975],
wonende te [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 november 2007.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari
2006 tot en met 10 oktober 2006 te Borculo, gemeente Berkelland en/of elders
in Nederland, een aantal factu(u)r(en) en/of een creditnota - zijnde (een)
geschrift(en) die/dat bestemd waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen
- (telkens) valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte
(telkens) valselijk
- die (ongedateerde ) factuur op naam van [benadeelde partij 1] en/of op naam
van [benadeelde partij 2] opgemaakt betreffende levering van een Adidas partij
schoenen (te weten 854 (paar) schoenen Adidas) door [benadeelde partij 1]
aan [benadeelde partij 2] voor een totaalbedrag van Euro 25.406,50 inclusief BTW
(factuur kas 14027) en/of op deze factuur vermeld dat dit bedrag contant per
kas was voldaan (op 10/10/2006) en/of deze ondertekend en/of
- die factuur (gedateerd op 30-03-2006) op naam van [benadeelde partij 1]
en/of op naam van [benadeelde partij 2] opgemaakt betreffende levering van een
Adidas partij (te weten 1176 Saturn Adidas broeken en 648 Sweats Adidas)
door [benadeelde partij 1] aan [benadeelde partij 2] voor een totaalbedrag van
Euro 19677,36 inclusief BTW (factuur kas 14007) en/of op deze factuur
vermeld dat dit bedrag op 30-03-2006 per kas was voldaan en/of deze
ondertekend en/of
- die factuur (gedateerd op 14-03-2006) op naam van [benadeelde partij 1] en/of
op naam van [benadeelde partij 2] opgemaakt betreffende levering van een Adidas
partij (te weten 1185 Saturn Adidas broeken en/of 652 Sweats Adidas) door
[benadeelde partij 1] aan [benadeelde partij 2] voor een totaalbedrag van
Euro 20.105,22 inclusief BTW en/of
- die creditnota (ongedateerd) op naam van [benadeelde partij 1] en/of op naam
van [benadeelde partij 2] opgemaakt betreffende retour ballen voor een totaalbedrag van Euro 5.135,68 inclusief BTW, zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
ALTHANS, dat
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari
2006 tot en met 10 oktober 2006 te Borculo, gemeente Berkelland en/of elders
in Nederland, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een aantal
vals(e) of vervalst(e) factu(u)r(en) en/of een creditnota, - zijnde (een)
geschrift(en) die/dat bestemd waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen
- als ware die/dat geschrift(en) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken (telkens) hierin dat hij die factu(u)r(en) en/of die creditnota heeft opgenomen en/of verwerkt, dan wel heeft laten opnemen en/of verwerken in de boekhouding van [benadeelde partij 1] VOF
en bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat
- die (ongedateerde) factuur op naam van [benadeelde partij 1] en/of op naam
van [benadeelde partij 2] was opgemaakt betreffende levering van een Adidas partij
schoenen (te weten 854 (paar) schoenen Adidas) door [benadeelde partij 1]
aan [benadeelde partij 2] voor een totaalbedrag van Euro 25.406,50 inclusief BTW
(factuur kas 14027) en/of op deze factuur was vermeld dat dit bedrag contant
per kas was voldaan (op 10/10/2006) en/of deze was ondertekend en/of
- die factuur (gedateerd op 30-03-2006) op naam van [benadeelde partij 1]
en/of op naam van [benadeelde partij 2] was opgemaakt betreffende levering van
een Adidas partij (te weten 1176 Saturn Adidas broeken en 648 Sweats Adidas)
door [benadeelde partij 1] aan [benadeelde partij 2] voor een totaalbedrag van
Euro 19677,36 inclusief BTW (factuur kas 14007) en/of op deze factuur was
vermeld dat dit bedrag op 30-03-2006 per kas was voldaan en/of deze was
ondertekend en/of
- die factuur(gedateerd op 14-03-2006) op naam van [benadeelde partij 1] en/of
op naam van [benadeelde partij 2] was opgemaakt betreffende levering van een
Adidas partij (te weten 1185 Saturn Adidas broeken en/of 652 Sweats Adidas)
door [benadeelde partij 1] aan [benadeelde partij 2] voor een totaalbedrag van
Euro 20.105,22 inclusief BTW en/of
- die creditnota (ongedateerd) op naam van [benadeelde partij 1] en/of op naam
van [benadeelde partij 2] was opgemaakt betreffende retour ballen voor een totaalbedrag van Euro 5.135,68 inclusief BTW;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 06 juli 2006
tot en met 17 oktober 2006 te Borculo, gemeente Berkelland, en/of elders in
Nederland, een aantal factu(u)r(en) - zijnde (een) geschrift(en) die/dat
bestemd waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk
heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte (telkens) valselijk
- een factuur (factuurnr VKF-069242) op naam van [benadeelde partij 3]
opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen
(door [benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 3] voor een totaalbedrag van
Euro 10.040,63 inclusief BTW en/of
- een factuur (factuurnr VKF-069243) op naam van [benadeelde partij 4]
opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen
(door [benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 4] voor een totaalbedrag
van Euro 14.500,00 en/of
- een factuur (factuurnr VKF-069241) op naam van [benadeelde partij 5]
opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen
(door [benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 5] voor een totaalbedrag van
Euro 12.528,32 inclusief BTW en/of
- een factuur (factuurnr VKF-068967) op naam van [benadeelde partij 6]
opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen
(door [benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 6] voor een
totaalbedrag van Euro 2.702,13 inclusief BTW en/of
- een factuur (factuurnr VKF- 068966) op naam van [benadeelde partij 6]
opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen (door Schuurman
Groothandel) aan [benadeelde partij 6] voor een totaalbedrag van
Euro 1.416,10 en/of
- een factuur (factuurnr VKF-068653) op naam van [benadeelde partij 8] opgemaakt
betreffende levering van Indoorschoenen en voetbalschoenen (door Schuurman
Groothandel) aan [benadeelde partij 8] voor een totaalbedrag van Euro 2.075,00,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
ALTHANS, dat
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 06 juli 2006
tot en met 17 oktober 2006 te Borculo, gemeente Berkelland, en/of elders in
Nederland, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals(e) of
vervalst(e) factu(u)r(en), - zijnde (een) geschrift(en) die/dat bestemd
waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die/dat
geschrift(en) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken (telkens)hierin
dat hij die/dat factu(u)r(en) heeft opgenomen en/of verwerkt, dan wel heeft
laten opnemen en/of verwerken in de boekhouding van [benadeelde partij 1] VOF,
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat:
- die factuur (factuurnr VKF-069242) op naam van [benadeelde partij 3]
was opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen
(door [benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 3] voor een totaalbedrag van
Euro 10.040,63 inclusief BTW en/of
- die factuur (factuurnr VKF-069243) op naam van [benadeelde partij 4]
was opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen
(door [benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 4] voor een totaalbedrag
van Euro 14.500,00 en/of
- die factuur (factuurnr VKF-069241) op naam van [benadeelde partij 5]
was opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen
(door [benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 5] voor een totaalbedrag van
Euro 12.528,32 inclusief BTW en/of
- die factuur (factuurnr VKF-068967) op naam van [benadeelde partij 6]
was opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen
(door [benadeelde partij 1])[benadeelde partij 6] voor een
totaalbedrag van Euro 2.702,13 inclusief BTW en/of
- die factuur (factuurnr VKF- 068966) op naam van Intersp. Megastore
Hengelo was opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen (door
[benadeelde partij 1]) aan Wedeo/[benadeelde partij 6] voor een
totaalbedrag van Euro 1.416,10 en/of
- die factuur (factuurnr VKF-068653) op naam van [benadeelde partij 8] was
opgemaakt betreffende levering van Indoorschoenen en voetbalschoenen (door
[benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 8] voor een totaalbedrag van
Euro 2.075,00;
3.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2006 tot en met 10 oktober 2006
te Borculo, gemeente Berkelland en/of elders in Nederland , opzettelijk (een)
goed(eren) (te weten een partij sportartikelen van Adidas en Puma ter waarde
van circa Euro 66.368,68 inclusief BTW), geheel of ten dele toebehorende aan
[benadeelde partij 1] VOF, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte als bedrijfsleider en/of als beherend
(mede)vennoot van [benadeelde partij 1] VOF, in ieder geval anders dan door
misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2006 tot en met 10 oktober 2006
te Borculo, gemeente Berkelland en/of elders in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) goed(eren) (te weten een partij sportartikelen van Adidas en Puma ter waarde van circa Euro 66.368,68 inclusief BTW) en/of een geldbedrag (circa Euro 39.948,18), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] VOF, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
4.
hij in of omstreeks de periode van 06 juli 2006 tot en met 17 oktober 2006 te
Borculo, gemeente Berkelland, en/of te Bakel, gemeente Gemert-Bakel, en/of
elders in Nederland opzettelijk een geldbedrag (van circa Euro 33.810,70
incl.BTW), in elk geval (een) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan
[benadeelde partij 1] VOF, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, welk(e) geldbedrag/goed(eren) verdachte als bedrijfsleider en/of als beherend
(mede)vennoot van [benadeelde partij 1] VOF, in ieder geval anders dan door
misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 06 juli 2006 tot en met 17 oktober 2006 te
Borculo, gemeente Berkelland, en/of te Bakel, gemeente Gemert-Bakel, en/of
elders in Nederland met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen een geldbedrag (van circa Euro 33.810,70 incl.BTW), in elk geval
(een) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1]
VOF, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juni 2006
tot 01 oktober 2006 te Borculo, gemeente Berkelland en/of te Warnsveld ,
gemeente Zutphen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, en/of alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) geldbedrag(en) ( in totaal circa Euro 154.744,63) , geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde partij 1] VOF, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 01 juni 2006 tot 01 oktober 2006 te
Borculo, gemeente Berkelland, en/of te Warnsveld, gemeente Zutphen, en/of
elders in Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, en/of alleen, (een) geldbedrag(en) ( in totaal circa
Euro 154.744,63) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van die/dat geldbedrag(en) wist(en) dat het (een)
door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
6.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 april 2006
tot 01 december 2006 te Borculo, gemeente Berkelland, en/of elders in Nederland (telkens) opzettelijk (een) geldbedrag(en) ( te weten respectievelijk circa Euro 18.173,68 en/of circa Euro 38,311,50 en/of circa Euro 14.710,00 en/of circa Euro 20.040,40), in elk geval enig
goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] VOF,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte (telkens) als bedrijfsleider en/of als beherend (mede)vennoot van [benadeelde partij 1] VOF, in ieder geval (telkens) anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
ALTHANS, dat
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 april 2006
tot 01 december 2006 te Borculo, gemeente Berkelland, en/of elders in
Nederland (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
(een) geldbedrag(en) ( te weten respectievelijk circa Euro 18.173,68 en/of
circa Euro 38,311,50 en/of circa Euro 14.710,00 en/of circa Euro 20.040,40),
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] VOF, in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmotivering, bewezenverklaring en deelvrijspraak
Vast staat dat verdachte gedurende de ten laste gelegde perioden bij [benadeelde partij 1] VOF, deeluitmakend van de [moederbedrijf benadeelde partij 1]., als beherend vennoot en bedrijfsleider werkzaam is geweest. In het najaar van 2006 zijn er bij de directie van de [moederbedrijf benadeelde partij 1]. vermoedens gerezen van (financiële) onregelmatigheden in de administratie van [benadeelde partij 1] VOF, hetgeen tot onderzoek van die administratie heeft geleid. Op 21 februari 2007 heeft verdachte zich tot de directie van de [moederbedrijf benadeelde partij 1]. gewend, met de mededeling dat hij op verschillende manieren geld en goederen aan [benadeelde partij 1] VOF heeft onttrokken. Van hetgeen verdachte heeft onttrokken, heeft hij aantekeningen gemaakt en deze heeft hij aan de directie van de [moederbedrijf benadeelde partij 1]. overhandigd. Deze aantekeningen zijn beoordeeld door de bedrijfsboekhouder en op basis daarvan heeft de directie van de [moederbedrijf benadeelde partij 1]. tegen verdachte aangifte gedaan van verduistering, valsheid in geschrift en oplichting (Eindnoot 1) . De tenlastelegging berust mede op de hiervoor genoemde aantekeningen van verdachte.
Wat het ten laste gelegde feit 1 betreft, daarbij gaat het om goederen die volgens aangeefster door [benadeelde partij 9]. te Bakel wel aan [benadeelde partij 1] VOF zijn geleverd, maar waarvan de factuur echter nooit door [benadeelde partij 1] VOF is ingeboekt en betaald. Volgens aangeefster heeft verdachte deze goederen ter waarde van € 66.368,68 aldus kunnen verduisteren . Blijkens zijn eigen verklaringen bij de politie heeft verdachte dat gedaan door die goederen aan [benadeelde partij 2] te leveren en de opbrengst van die goederen in eigen zak te steken. Daartoe heeft verdachte volgens zijn zeggen facturen vervalst (Eindnoot 2). Deze facturen zijn als bijlagen bij het dossier gevoegd (Eindnoot 3). Bedoelde facturen zijn gesteld op briefpapier van [benadeelde partij 1] VOF, gericht aan [benadeelde partij 2] en vermelden de achtereenvolgende in de tenlastelegging genoemde bedragen. Dat alles leidt de rechtbank tot geen ander oordeel dan dat deze facturen niet zijn vervalst of vals zijn opgemaakt en evenmin opzettelijk als vervalst (kunnen) zijn gebruikt. Het laakbare wat verdachte ter zake van deze transactie kan worden verweten, is dat hij de opbrengst daarvan niet in de kas van [benadeelde partij 1] VOF maar in zijn eigen zak heeft laten vloeien. Dat laatste wordt verdachte echter niet onder feit 1 maar onder feit 3 van de tenlastelegging verweten. Uit het vorenoverwogene vloeit daarom voort dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zodat verdachte hiervan behoort te worden vrijgesproken.
Feit 2 heeft volgens de verklaring van verdachte bij de politie een reguliere levering van [benadeelde partij 1] VOF aan [benadeelde partij 9]. te Bakel als achtergrond. Deze goederen zijn volgens de verklaring van verdachte weliswaar op briefpapier van [benadeelde partij 1] VOF gefactureerd en door [benadeelde partij 9]. betaald, maar die betaling heeft verdachte zichzelf toegeëigend. Om die toe-eigening boekhoudkundig toe te dekken, heeft verdachte fictieve facturen opgemaakt op naam van bestaande, in de tenlastelegging genoemde bedrijven, die die goederen echter nooit hebben ontvangen. Verdachte heeft voorts verklaard de in de factuur genoemde bedragen “te hebben opgehoogd” om de schijn van een goede omzet te laten ontstaan (Eindnoot 4). Deze facturen, respectievelijk gedateerd: 6 juli, 9 augustus, 2 en 17 oktober 2006, zijn in het dossier gevoegd (bijlagen 3Kh tot en met 3Km) (Eindnoot 5).
Op aangeven van verdachte heeft de boekhouder van [benadeelde partij 1] VOF, [boekhouder benadeelde partij 1], onderzoek in de boekhouding gedaan. [boekhouder benadeelde partij 1] heeft de bijbehorende pakbonnen aangetroffen en vastgesteld dat deze vrijwel overeenkomen met de geleverde goederen. Uit de administratie van [benadeelde partij 1] VOF is [boekhouder benadeelde partij 1] voorts gebleken dat hierbedoelde goederen zijn geleverd aan verschillende klanten, die daarvoor echter nooit een rekening hebben gezien. De rekeningen (bijlagen 3Kh tot en met 3Km) zijn in de administratie als openstaand aangetroffen. Die rekeningen zijn volgens de verklaring van [boekhouder benadeelde partij 1] bij de politie vals en fictief opgemaakt (Eindnoot 6).
Wat het onder feit 3 ten lastgelegde betreft, stelt de rechtbank vast dat het daar genoemde bedrag, het bedrag is dat [benadeelde partij 9]. te Bakel, [benadeelde partij 1] VOF in rekening heeft gebracht voor de onder het ten laste gelegde onder feit 1 genoemde en door verdachte ten eigen bate doorgeleverde goederen. [benadeelde partij 1] VOF heeft deze goederen nooit betaald, zo blijkt uit de verklaring van [boekhouder benadeelde partij 1] (Eindnoot 7). Dat het hier om de goederen van Rico gaat, blijkt uit de omschrijving daarvan in de in het dossier gevoegde factuur (Eindnoot 8), die nagenoeg overeenstemt met hetgeen onder feit 1 van de tenlastelegging aan goederen is opgenomen. Namens de directie van de [moederbedrijf benadeelde partij 1]. is van dit feit aangifte gedaan (Eindnoot 9). Verdachte heeft dit feit in zijn verklaringen bij de politie bekend en deze bekentenis ter terechtzitting herhaald. Mede onder verwijzing naar hetgeen hierover onder de bewijsmotivering voor feit 1 is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
Hetgeen voor de relatie tussen feit 3 en feit 1 geldt, geldt onder omstandigheden evenzeer voor de relatie tussen het onder feit 4 en het onder feit 2 ten laste gelegde. De rechtbank stelt vast dat het onder feit 4 genoemde bedrag, de opbrengst is van de verkoop ten eigen bate door verdachte van aan [benadeelde partij 1] VOF geleverde en zich in de voorraad van dat bedrijf bevindende en opgeslagen onder feit 2 genoemde goederen. Dat blijkt uit de verklaring naar aanleiding van de aangifte daarover van [boekhouder benadeelde partij 1] (Eindnoot 10) en de bekennende verklaring van verdachte (Eindnoot 11), welke verklaring verdachte ter zitting heeft herhaald. Onder verwijzing naar hetgeen hierover onder de bewijsmotivering voor feit 2 is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
De rechtbank is van oordeel dat voor het onder feit 5, primair tenlaste gelegde wettig en overtuigend bewijs voorhanden is. Overwogen wordt dat namens de [moederbedrijf benadeelde partij 1]. aangifte is gedaan van vermissing van het ten laste gelegde bedrag. [boekhouder benadeelde partij 1] heeft daarover bij de politie verklaard (Eindnoot 12) dat [medeverdachte], vennoot van de firma [benadeelde partij 10] te Warnsveld, tegenover hem heeft verklaard dat verdachte namens [benadeelde partij 1] VOF aan [medeverdachte] op door [medeverdachte] opgestelde valse facturen in totaal een bedrag van € 154.744,63 heeft betaald als voorschot op te leveren goederen. Dat voorschot is blijkens een verklaring van verdachte in drie termijnen, te weten op 8 juni, 3 juli en 18 september 2006 en derhalve in de ten laste gelegde periode, aan [medeverdachte] betaalbaar gesteld. Goederen voor dat totaalbedrag zijn echter nooit besteld of geleverd (Eindnoot 13). Daarmee is de bewuste en nauwe samenwerking van verdachte en [medeverdachte] tot ontvreemding van genoemd bedrag gegeven, hetgeen de bewezenverklaring van het ten laste gelegde medeplegen van diefstal van die
€ 154.744,63 oplevert.
Verdachte heeft op dit onderdeel het verweer gevoerd dat hij niet voor het totaalbedrag van
€ 154.744, 63, maar slechts voor een lager bedrag, te weten circa € 90.000 verantwoordelijk kan worden gehouden. Ter motivering daarvan heeft verdachte ter zitting verklaard dat hij [medeverdachte] heeft verzocht hem laatstgenoemd bedrag in twee termijnen te crediteren, hetgeen [medeverdachte] ook heeft gedaan. Verdachte heeft volgens zijn verklaringen met dat geld zijn gokverslaving gefinancierd. In de visie van verdachte is dan [medeverdachte], en niet hijzelf, aansprakelijk voor de overige circa € 60.000.
De rechtbank deelt deze visie niet en verwerpt daarom het daarmee samenhangend verweer. Immers, zoals verdachte ter zitting ook heeft erkend, staat vast dat het verdachte is geweest die het totaalbedrag van € 154.744,63 namens en uit de kas van [benadeelde partij 1] VOF aan [medeverdachte] heeft betaald, wetend dat daartegenover geen levering van goederen stond of zou staan.
Wat de onder feit 6 ten laste gelegde verduistering betreft: die heeft betrekking op een viertal leveringen van goederen van [benadeelde partij 1] VOF waarvan de betaling door de afnemers contant aan verdachte is gedaan, welke betaling volgens zijn bekennende verklaring daarover ten eigen bate is aangewend. Verdachte heeft die bekennende verklaring ter zitting herhaald. Allereerst gaat het om een levering van Adidas Sweaters aan [benadeelde partij 11] te Zwolle ten bedrage van € 18.173,68. Dit bedrag is weliswaar gefactureerd maar volgens de verklaring van [benadeelde partij 11] op 28 september 2006 contant aan verdachte voldaan. Verdachte bekent het bedrag te hebben ontvangen, de factuur open te hebben laten staan en het ontvangen bedrag ten eigen bate te hebben gebruikt. Onderzoek in de boekhouding van [benadeelde partij 1] VOF door [boekhouder benadeelde partij 1] heeft uitgewezen dat verdachte’s verklaring overeenstemt met de werkelijkheid (Eindnoot 14).
Verdachte heeft voorts bekend (Eindnoot 15), welke bekentenis hij ter zitting heeft herhaald, diverse leveringen uit de bedrijfsvoorraad van [benadeelde partij 1] VOF te hebben gedaan aan “[benadeelde partij 4]”, tot in ieder geval het bedrag van € 38.311, 50. De op briefpapier van [benadeelde partij 1] VOF gestelde facturen, heeft verdachte contant op verschillende data in de ten laste gelegde periode, en op een drietal data in januari 2007, geïnd. De facturen zijn in de boekhouding van [benadeelde partij 1] VOF niet afgeboekt, de geïnde bedragen zijn niet in de kas van [benadeelde partij 1] VOF gevloeid maar door verdachte ten eigen bate aangewend. Nadat “[benadeelde partij 4]” aan [benadeelde partij 1] VOF de onderliggende bewijzen heeft overhandigd, is ook het bedrag van
€ 38.311,50 bij de aangifte betrokken (Eindnoot 16).
Het ten laste gelegde bedrag van € 14.710,00 betreft een levering van aan [benadeelde partij 1] VOF toebehorende goederen aan [benadeelde partij 12] die op briefpapier van [benadeelde partij 1] zijn gefactureerd en op 3 december 2006 contant aan verdachte zijn betaald. Verdachte heeft dat bedrag volgens zijn bekennende en ter zitting bevestigde, verklaring bij de politie, ten eigen bate aangewend (Eindnoot 17).
Het ten laste gelegde bedrag van totaal € 20.040,40 betreft een aantal leveringen van aan [benadeelde partij 1] VOF toebehorende goederen aan [benadeelde partij 13] te Bastorf in Duitsland. De verschillende bedragen zijn op briefpapier van [benadeelde partij 1] VOF gefactureerd en op verschillende data binnen de ten laste gelegde periode contant aan verdachte voldaan. Verdachte heeft daarover verder verklaard deze facturen niet te hebben afgeboekt, waardoor ze in de boekhouding nog openstaan. Het contant ontvangen totaal bedrag heeft verdachte ten eigen bate aangewend (Eindnoot 18).
Naar het oordeel van de rechtbank is, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair en 6 primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
2.
hij op meer tijdstippen in de periode van 06 juli 2006 tot en met 17 oktober 2006 te Borculo, gemeente Berkelland, een aantal facturen – zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen – telkens valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte telkens valselijk
- een factuur (factuurnr VKF-069242) op naam van [benadeelde partij 3] opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen (door [benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 3] voor een totaalbedrag van Euro 10.040,63 inclusief BTW en
- een factuur (factuurnr VKF-069243) op naam van [benadeelde partij 4] opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen (door [benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 4] voor een totaalbedrag van Euro 14.500,00 en
- een factuur (factuurnr VKF-069241) op naam van [benadeelde partij 5] opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen (door [benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 5] voor een totaalbedrag van Euro 12.528,32 inclusief BTW en
- een factuur (factuurnr VKF-068967) op naam van [benadeelde partij 6] opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen (door [benadeelde partij 1])[benadeelde partij 6] voor een totaalbedrag van Euro 2.702,13 inclusief BTW en
- een factuur (factuurnr VKF- 068966) op naam van [benadeelde partij 6] opgemaakt betreffende levering van Adidas voetbalschoenen (door [benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 6] voor een totaalbedrag van Euro 1.416,10 en
- een factuur (factuurnr VKF-068653) op naam van [benadeelde partij 8] opgemaakt betreffende levering van Indoorschoenen en voetbalschoenen (door [benadeelde partij 1]) aan [benadeelde partij 8] voor een totaalbedrag van Euro 2.075,00,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
hij in de periode van 01 januari 2006 tot en met 10 oktober 2006 te Borculo, gemeente Berkelland en/of elders in Nederland, opzettelijk goederen (te weten een partij sportartikelen van Adidas en Puma ter waarde van circa Euro 66.368,68 inclusief BTW), geheel toebehorende aan [benadeelde partij 1] VOF, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke goederen verdachte als bedrijfsleider en/of als beherend (mede)vennoot van [benadeelde partij 1] VOF, in ieder geval anders dan door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
4.
hij in de periode van 06 juli 2006 tot en met 17 oktober 2006 te Borculo, gemeente Berkelland, opzettelijk een geldbedrag (van circa Euro 33.810,70 incl.BTW), geheel toebehorende aan [benadeelde partij 1] VOF, welk geldbedrag verdachte als bedrijfsleider en/of als beherend (mede)vennoot van [benadeelde partij 1] VOF, in ieder geval anders dan door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
5.
hij op meer tijdstippen in de periode van 01 juni 2006 tot 01 oktober 2006 te Borculo, gemeente Berkelland en/of te Warnsveld, gemeente Zutphen tezamen en in vereniging met een ander telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen (in totaal circa Euro 154.744,63), geheel toebehorende aan [benadeelde partij 1] VOF;
6.
hij op meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2006 tot 01 december 2006 te Borculo, gemeente Berkelland, telkens opzettelijk geldbedragen ( te weten respectievelijk circa Euro 18.173,68 en circa Euro 38,311,50 en circa Euro 14.710,00 en circa Euro 20.040,40), telkens geheel toebehorende aan [benadeelde partij 1] VOF, welke verdachte telkens als bedrijfsleider en/of als beherend (mede)vennoot van [benadeelde partij 1] VOF, in ieder geval telkens anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten las¬te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
- feit 2 primair: valsheid in geschrift, meermalen gepleegd,
- feit 3 primair: verduistering gepleegd door hem, die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft,
- feit 4 primair: verduistering, gepleegd door hem, die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft,
- feit 5 primair: diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd,
- feit 6 primair: verduistering gepleegd door hem, die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is een voorlichtingsrapport gedateerd 31 oktober 2007 opgemaakt door IrisZorg, Justitiële verslavingszorg Arhem-Nijmegen-Doetinchem. Met de conclusie:
“Betrokkene is een ambitieuze jongeman die sterk gericht is op het behalen van resultaten en de daarbij horende status van “winnaar”. De heer [verdachte] was voor het delict gefrustreerd over een gebrek aan erkenning en kreeg ook nog eens een teleurstelling toen een deal ongelukkig uitpakte. Betrokkene uitte dit niet, maar ging vervolgens gokken om, via een “klapper” alles recht te zetten. Om te voorkomen dat alles uitkwam ontstond er een web van list en bedrog dat op termijn wel moest uitkomen. Betrokkene wijt zijn gokgedrag aan een ongelukkig incident, terwijl hij in feite al langer gevoelig was voor de illusie om via gokken zijn status te verhogen (zodat toch recht gedaan zou worden aan de positie die hem feitelijk toekwam). De heer [verdachte] heeft zijn probleem serieus genomen en daarvoor hulp gezocht. De kans op recidive is daardoor verder afgenomen maar niet geheel verdwenen. Een toezicht wordt door zowel IrisZorg als Tactus geadviseerd, omdat naarmate de tijd verstrijkt, bijvoorbeeld ongeduld over het vinden van nieuw werk, een trigger voor hernieuwd gokken kan zijn.
Strafadvies
• Rapporteur adviseert de rechtbank, indien de tenlastelegging bewezen wordt geacht en een onvoorwaardelijk strafdeel aan de orde zou moeten zijn, om een werkstraf op te leggen.
• Rapporteur adviseert de rechtbank om, indien de tenlastelegging bewezen wordt geacht, en voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met hieraan gekoppeld een verplicht reclasseringscontact, met een duur van twee jaar, met als voorwaarde dat betrokkene zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. Daarbij zijn de adviezen, betreffende de begeleiding bindend voor betrokkene: hij laat zich aan de hand van de bevindingen tijdens het toezicht onder behandeling stellen van IrisZorg in verband met eventueel terugval in gokgedrag”.
kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over en maakt die tot de hare.
Verdachte is strafbaar, nu overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie. Deze vordering houdt de veroordeling in voor het 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair en 6 primair ten laste gelegde tot een werkstraf van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar met een proeftijd van 2 jaar, met de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften van de reclassering, ook als dit inhoudt het zich onder behandeling laten stellen bij IrisZorg.
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte hiervoor bedoelde onttrekkingen met een zeker raffinement en volgens eenzelfde patroon heeft uitgevoerd. Daarmee heeft verdachte niet slechts het vertrouwen van zijn werkgever, maar ook dat van de handel in bredere zin geschaad. Juist op die plaats waar vertrouwen niet kan worden gemist omdat de afwezigheid daarvan de handel verlamt. De rechtbank rekent verdachte dat alles zwaar aan.
Daartegenover betrekt de rechtbank in haar oordeel dat verdachte niet eerder veroordeeld is wegens het plegen van strafbare feiten. Voorts pleit het voor hem dat hij uit eigen beweging bij de directie van de [moederbedrijf benadeelde partij 1]. melding heeft gemaakt van zijn onttrekkingen van geld en goederen en daarover ook eigener beweging openheid van zaken heeft gegeven. Daarmee heeft hij al het mogelijke gedaan om de schade van die onttrekkingen te beperken. Verder werkt in het voordeel van verdachte dat hij – ook ter zitting – spijt heeft betuigd van hetgeen hij heeft gedaan en de periode voorafgaand aan de zitting heeft gebruikt om tezamen met de directie van de [moederbedrijf benadeelde partij 1]. tot een overeenkomst te komen die erop is gericht al hetgeen verdachte met hiervoor genoemde strafbare feiten ten onrechte van die [moederbedrijf benadeelde partij 1]. heeft verworven, terug te laten vloeien in de kas van die [moederbedrijf benadeelde partij 1]. Tenslotte heeft verdachte bekend dat de aanleiding voor hierbedoelde onttrekkingen in hoofdzaak is gelegen in zijn gokverslaving. De rechtbank rekent ook in het voordeel van verdachte dat hij de periode tot de terechtzitting heeft gebruikt om daadwerkelijk hulp te zoeken en te vinden ter overwinning van zijn gokverslaving.
De rechtbank acht een voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal voorts de bijzondere voorwaarde opleggen, dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften door of namens de Stichting Reclassering Nederland, ook indien dit inhoudt dat verdachte zich ambulant zal laten behandelen door IrisZorg.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 57, 225, 310, 311 en 322 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, en 6 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Zutphen, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt dat veroordeelde zich ambulant zal laten behandelen door IrisZorg. De veroordeelde zal zich dan houden aan regels die hem door of namens de leiding van IrisZorg zullen worden gegeven.
Geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen.
Beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf dat per dag in voorarrest doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Aldus gewezen door mrs. Bos, voorzitter, Kleinrensink en Draisma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 november 2007.
Mr. Draisma is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Eindnoot 1 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van aangifte d.d. 6 maart 2007, p. 23.
Eindnoot 2 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 21 maart 2007, p. 41.
Eindnoot 3 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 26 maart 2007, p. 90.
Eindnoot 4 Dossiernummer: PL0645/07-237130, bijlagen 3D, 3E, 3F en 3G, p. 111 – 114.
Eindnoot 5 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 26 maart 2007, p. 116.
Eindnoot 6 Dossiernummer: PL0645/07-237130, bijlagen 3Kh, 3Ki, 3Kj, 3Kk, 3Kl en 3Km, p. 127 – 132.
Eindnoot 7 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 21 maart 2007, p. 42.
Eindnoot 8 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 21 maart 2007, p. 41.
Eindnoot 9 Dossiernummer: PL0645/07-237130, bijlage 3C, p. 110.
Eindnoot 10 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van aangifte dd. 6 maart 2007, p. 27.
Eindnoot 11 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 21 maart 2007, p. 42.
Eindnoot 12 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 26 maart 2007, p.116 / 117.
Eindnoot 13 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 21 maart 2007, p. 43/44
Eindnoot 14 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 26 maart 2007, p. 133-135.
Eindnoot 15 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 21 maart 2007, p. 44.
Eindnoot 16 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 27 maart 2007, p. 177-199.
Eindnoot 17 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 21 maart 2007, p. 44/45.
Eindnoot 18 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 27 maart 2007, p. 200-202.
Eindnoot 19 Dossiernummer: PL0645/07-237130, proces-verbaal van verhoor d.d. 27 maart 2007, p.203-207