ECLI:NL:RBZUT:2007:BB9679

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
14 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/1567
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. van den Dungen-Dijkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen kapvergunning en bouwvergunning voor woningbouwproject 'De Kraaienboom' in Aalten

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 14 november 2007 uitspraak gedaan in een geschil over verschillende vergunningen met betrekking tot het woningbouwproject 'De Kraaienboom' in Aalten. De eiseres, Stichting Natuur en Milieu Aalten, heeft beroep ingesteld tegen de kapvergunning, vrijstellingen voor het bouwrijp maken en de bouwvergunning voor de nieuwbouw van 16 appartementen en 14 twee-onder-een-kap woningen. De rechtbank heeft de beroepen tegen de kapvergunning (07/1015), de vrijstellingen (07/631) en de bouwvergunning tweede fase (07/1567) ongegrond verklaard. Echter, het beroep tegen de bouwvergunning eerste fase (07/719) is gegrond verklaard, wat betekent dat deze bouwvergunning is geschorst tot twee weken na de nieuwe beslissing op bezwaar.

De zitting vond plaats op 25 september 2007, waar de eiseres werd vertegenwoordigd door A.H. Stoltenborg en G.J.W. Krajenbrink. De verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten, werd vertegenwoordigd door wethouder W.G. ten Voorde, G.H. Scheffer en B.A. Mennink. De derde-partij, Projectontwikkeling Kuipershof b.v., was ook aanwezig met L.H. en B. Kuiperij en H.J. Seesink.

De rechtbank oordeelde dat de bouwvergunning tweede fase niet in strijd was met de 'Ruimte voor ruimte' regeling uit het streekplan van de provincie Gelderland. De beroepsgrond van eiseres werd verworpen, en de rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. N.K. van den Dungen-Dijkstra, met mr. P.M. Saedt als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Bestuursrecht
Enkelvoudige kamer
Reg.nr.: 07/1567
Uitspraak in het geding tussen:
Stichting Natuur en Milieu Aalten
te Aalten,
eiseres,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten
verweerder.
Projectontwikkeling Kuipershof b.v.
te Heelweg,
derde-partij.
1. Bestreden besluit
Besluit van verweerder van 21 augustus 2007.
2. Feiten en procesverloop
Op 12 april 2007 is van rechtswege een reguliere bouwvergunning tweede fase verleend voor de nieuwbouw van 16 appartementen en 14 twee-onder-een-kap woningen in het plangebied “De Kraaienboom” in Aalten, overeenkomstig de bij het besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekeningen.
Het tegen dit besluit gerichte bezwaar van eiseres is bij het thans bestreden besluit – overeenkomstig het advies van de commissie bezwaarschriften – ongegrond verklaard.
Eiseres heeft bij brief van 12 september 2007 beroep ingesteld bij de rechtbank.
Het beroep is behandeld ter zitting van 25 september 2007, waar namens eiseres
A.H. Stoltenborg en G.J.W. Krajenbrink zijn verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door W.G. ten Voorde, wethouder, alsmede G.H. Scheffer en
B.A. Mennink. Namens de derde-partij zijn L.H. en B. Kuiperij en H.J. Seesink verschenen.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken met instemming van de andere partijen ter zitting ingediend.
3. Motivering
Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat de thans in geding zijnde bouwvergunning tweede fase niet in overeenstemming is met de eisen van de zogenoemde ‘Ruimte voor ruimte’ regeling uit het streekplan van de provincie Gelderland.
De aangevoerde beroepsgrond kan gelet op het limitatief imperatieve karakter van artikel 56a, derde lid, van de Woningwet niet leiden tot het oordeel dat de in geding zijnde bouwvergunning tweede fase onrechtmatig is.
Uit het voorgaande volgt dat het beroep ongegrond is.
Voor een veroordeling in proceskosten bestaat geen aanleiding.
4. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door mr. N.K. van den Dungen-Dijkstra en in het openbaar uitgesproken op
14 november 2007 in tegenwoordigheid van mr. P.M. Saedt als griffier.