ECLI:NL:RBZUT:2007:BB9681
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. van den Dungen-Dijkstra
- P.M. Saedt
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen kapvergunning en bouwvergunning voor woningbouwproject 'De Kraaienboom' in Aalten
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 7 november 2007 uitspraak gedaan in een geschil over verschillende vergunningen met betrekking tot het woningbouwproject 'De Kraaienboom' in Aalten. De eiseres, Stichting Natuur en Milieu Aalten, heeft beroep ingesteld tegen de kapvergunning (07/1015) en de vrijstellingen op grond van artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor het bouwrijp maken (07/631) en de bouw van een geluidswal (07/911). Daarnaast was er een beroep tegen de bouwvergunning voor de nieuwbouw van 16 appartementen en 14 twee-onder-een-kap woningen (07/1567). De rechtbank heeft de beroepen tegen de kapvergunning en de vrijstellingen ongegrond verklaard, maar het beroep tegen de bouwvergunning eerste fase (07/719) gegrond verklaard. De bouwvergunning is geschorst tot twee weken na de nieuwe beslissing op bezwaar.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de kapvergunning was verleend in overeenstemming met de kapverordening van de gemeente Aalten, die het vellen van houtopstanden zonder toestemming verbiedt. De rechtbank oordeelde dat de verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Aalten, de vergunning op juiste gronden had verleend, met inachtneming van de natuur- en milieuwaarden, landschappelijke waarden en andere relevante belangen. De rechtbank heeft geen aanknopingspunten gevonden voor het oordeel dat de kapvergunning onterecht was verleend, gezien de voorwaarden die aan de vergunning waren verbonden, waaronder de herplant van bomen en struiken conform het Groenplan Kraaienboom.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de handhaving van het bestemmingsplan niet tot de belangen behoort die de kapverordening beoogt te beschermen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. N.K. van den Dungen-Dijkstra en openbaar uitgesproken op 14 november 2007, met mr. P.M. Saedt als griffier.