ECLI:NL:RBZUT:2007:BB9850
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. de Bie
- A. van der Hooft
- J. Roessingh
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van politieagent wegens valse verklaringen onder ede in geuridentificatieproeven
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 11 december 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een politieagent, die verdacht werd van het medeplegen van het opzettelijk afleggen van valse verklaringen onder ede in het kader van geuridentificatieproeven. De verdachte, geboren in 1951 en woonachtig in [plaats], werd beschuldigd van het op verschillende data in 2005, te Eefde, gemeente Lochem, opzettelijk valse verklaringen te hebben afgelegd in proces-verbaal, terwijl deze verklaringen bedoeld waren om als bewijs te dienen in strafzaken tegen andere verdachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er uitvoerig onderzoek is gedaan door de Rijksrecherche, waarbij meerdere getuigen zijn gehoord, waaronder medeverdachten. De verklaringen van de medeverdachten waren echter inconsistent en boden onvoldoende bewijs om de verdachte te veroordelen. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de medeverdachten niet zonder meer voor het bewijs konden worden gebruikt, omdat niet kon worden vastgesteld dat zij altijd aanwezig waren bij de geuridentificatieproeven. De rechtbank heeft geoordeeld dat de tenlastegelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden, en heeft de verdachte van alle hem tenlastegelegde feiten vrijgesproken. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering en de noodzaak om elke beschuldiging zorgvuldig te onderbouwen met concrete feiten.