ECLI:NL:RBZUT:2007:BD4160
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. van den Dungen-Dijkstra
- Rechtspraak.nl
Weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid
In deze zaak gaat eiser in beroep tegen de weigering van zijn aanvraag voor een WW-uitkering door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De rechtbank Zutphen heeft op 22 januari 2007 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 06/1025WW. Eiser had op 10 januari 2006 een aanvraag ingediend voor een WW-uitkering, welke werd geweigerd op de grond dat hij verwijtbaar werkloos was. Eiser maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard en de weigering bleef in stand.
Eiser, bijgestaan door zijn advocaat mr. R.J. Voorink, heeft zijn beroep ingesteld op de gronden die in het beroepschrift zijn vermeld. De verweerder heeft de relevante stukken en een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 13 december 2006 was eiser aanwezig, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door L.A.P. ter Luuk. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zich zodanig heeft gedragen dat hij redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zijn gedrag de beëindiging van zijn dienstverband zou kunnen veroorzaken.
Eiser was werkzaam bij DiMS! Organizing Print B.V. en had een eigen bedrijf opgericht zonder de vereiste toestemming van zijn werkgever. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat het gedrag van eiser niet getuigde van goed werknemerschap, wat leidde tot de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. De rechtbank concludeert dat de weigering van de WW-uitkering terecht was, omdat eiser verwijtbaar werkloos was geworden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een veroordeling in proceskosten.