ECLI:NL:RBZUT:2008:BC5007

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
12 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
322182 HA VERZ 07-223
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.A.M. Smulders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen en vertrouwensbreuk door herhaaldelijk niet verschijnen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zutphen op 12 februari 2008 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van een werkgever tegen een werknemer. De werknemer was sinds 1 september 2007 in dienst als poederspuiter en had zich op 31 oktober 2007 ziek gemeld. Ondanks meerdere uitnodigingen om het werk te hervatten, is de werknemer niet verschenen bij de bedrijfsarts en heeft hij op 29 november 2007 zonder bericht niet gereageerd. De werkgever heeft op 5 december 2007 vernomen dat de werknemer in hechtenis zat, wat leidde tot een ontslag op staande voet op 11 december 2007. De werknemer heeft zich verzet tegen de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, stellende dat zijn advocaat de werkgever had moeten informeren over zijn situatie.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen dringende reden voor ontslag aanwezig was, maar dat het gedrag van de werknemer wel een verandering van omstandigheden heeft opgeleverd die ontbinding rechtvaardigt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer niet tijdig de werkgever heeft geïnformeerd over zijn afwezigheid en de vermoedelijke duur daarvan. Gezien de korte duur van het dienstverband en de omstandigheden rondom de werkhervatting, heeft de kantonrechter geconcludeerd dat er sprake is van een vertrouwensbreuk die ontbinding zonder vergoeding rechtvaardigt. De arbeidsovereenkomst is ontbonden met ingang van 1 maart 2008, en de proceskosten zijn gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Kanton – Locatie Zutphen
Zaaknummer: 322182 HA VERZ 07-223
afschrift aan: mr. H. Kayed en mr. drs. F.A.J.M. Peeters
verzonden d.d.:
beschikking van de kantonrechter d.d. 12 februari 2008
in de zaak van verzoekster:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster]
gevestigd te [plaats],
gemachtigde: mr. drs. F.A.J.M. Peeters, te 7100 AH Winterswijk, Postbus 305,
tegen verweerder:
[verweerder],
wonende te [adres en plaats],
verblijvende te [adres en plaats],
gemachtigde: mw.mr. H. Kayed, advocaat te 3508 SE Utrecht, Postbus 14129.
Partijen worden hierna mede aangeduid als werkgeefster respectievelijk werknemer.
1. Het procesverloop
Dit verloop blijkt uit:
- een verzoekschrift, binnengekomen ter griffie op 20 december 2007;
- een verweerschrift;
- de mondelinge behandeling op 31 januari 2008, waarvan de griffier aantekening heeft gemaakt.
2. De feiten
2.1 Werknemer, geboren op [1977], is sedert 1 september 2007 in dienst van werkgeefster, laatstelijk als poederspuiter tegen een salaris van € 1.775,- bruto per maand exclusief vakantietoelage.
2.2 Werknemer heeft zich op 31 oktober 2007 ziek gemeld. Afspraken om het werk deels te hervatten op 8 november, 12 november en 26 november 2007 zijn niet nagekomen.
2.3 Hoewel daarvoor uitgenodigd is werknemer op 29 november 2007, zonder bericht, niet verschenen bij de bedrijfsarts.
2.4 Op 3 december 2007 heeft werkgeefster de voicemail van werknemer ingesproken en hem per brief gesommeerd uiterlijk 7 december 2007 een afspraak te maken met de bedrijfsarts.
2.5 Op 5 december 2007 heeft werkgeefster van de politie vernomen dat werknemer in hechtenis zat.
2.6 Omdat van werknemer niets meer werd vernomen heeft werkgeefster hem op 11 december 2007 op staande voet ontslagen.
2.7 Werknemer erkent te zijn aangehouden voor een geweldsdelict in de privésfeer en thans nog in voorlopige hechtenis te zitten.
3. De beoordeling
3.1 Werkgeefster verzoekt thans – voor het geval dat bij gewijsde komt vast te staan dat de arbeidsovereenkomst na 11 december 2007 voortduurt – ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen, primair bestaande uit een dringende reden en subsidiair wegens verandering van omstandigheden. Werkgeefster heeft daartoe (samengevat) aangevoerd dat werknemer willens en wetens instructies om zich te melden voor zijn werkzaamheden, dan wel bij de bedrijfsarts, aan zijn laars lapt, onverminderd dat werkgeefster niet geassocieerd wil worden met strafrechtelijke connotaties zijdens werknemer.
3.2 Werknemer heeft zich tegen ontbinding verzet nu – ook blijkens de jurisprudentie – noch op overtreding van controlevoorschriften, noch op voorlopige detentie, als sanctie staat ontslag of ontbinding.
Werknemer heeft aangevoerd dat zijn toenmalige advocaat werkgeefster had moeten verwittigen en dat hij de brief van 3 december 2007 pas op 15 januari 2008 heeft ontvangen.
3.3 Gesteld noch gebleken is dat zich in casu een opzegverbod voordoet.
3.4 Gelet op het verzoekschrift dienen de loonopschorting en de rechtmatigheid van het ontslag op staande voet in dit geding buiten beschouwing te blijven.
3.5 De kantonrechter acht geen dringende reden aanwezig. Met name is onvoldoende gebleken dat werknemer "willens en wetens" heeft verzuimd.
3.6 De kantonrechter is wel van oordeel dat het gedrag van werknemer een verandering van omstandigheden heeft opgeleverd die ontbinding rechtvaardigt. Het moge zo zijn dat overtreding van controlevoorschriften of detentie wegens een strafbaar feit in de privésfeer in beginsel nog geen grond voor ontbinding geeft, dat neemt niet weg dat zulks onder bijkomende omstandigheden anders kan zijn. Welnu, de kantonrechter constateert vooreerst dat zich in casu het één èn het ander voordoet. Daarbij komt dat werknemer, om voor zijn risico komende redenen, werkgeefster niet tijdig heeft ingelicht over de redenen van zijn afwezigheid en de vermoedelijke duur ervan. Mede in acht genomen de korte duur van het dienstverband en de strubbelingen rond gedeeltelijke werkhervatting waar werknemer ook geen acceptabele verklaring voor heeft gegeven, is de kantonrechter van oordeel dat er sprake is van een voor risico van werknemer komende vertrouwensbreuk van dien aard dat ontbinding zonder vergoeding op haar plaats is.
3.7 Gelet op de verhouding tussen partijen en de overige omstandigheden van het geval zijn er termen om de proceskosten te compenseren als hierna vermeld.
4. De beslissing
De kantonrechter, beschikkende voor het geval dat bij gewijsde komt vast te staan dat de arbeidsovereenkomst na 11 december 2007 voortduurt:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 maart 2008;
bepaalt dat ieder der partijen met de eigen proceskosten belast blijft.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.M. Smulders, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 februari 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.