ECLI:NL:RBZUT:2008:BC8852
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kleinrensink
- A. Prisse
- J. Gilhuis
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek naar de strafmodaliteit voor verdachte met complexe psychiatrische en drugsproblematiek
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, is op 1 april 2008 een tussenvonnis uitgesproken in de strafzaak tegen verdachte B. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden. Dit besluit is genomen naar aanleiding van het voorlichtingsrapport van IrisZorg, waarin werd geconcludeerd dat verdachte lijdt aan complexe psychiatrische en drugsproblematiek. De rechtbank achtte een langdurige klinische behandeling noodzakelijk, bij voorkeur op een Forensische Psychiatrische Afdeling of in de Forensische Verslavingskliniek Piet Roorda te Apeldoorn. Voor een verwijzing naar deze instellingen is echter een indicatiestelling van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) vereist.
Tijdens de zitting op 18 maart 2008 heeft de officier van justitie, mr. De Boer, wijzigingen in de tenlastelegging gevorderd, welke door de rechtbank zijn toegewezen. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten van diefstal, gepleegd in de periode van juni 2007 tot en met december 2007, waarbij verdachte in vereniging met anderen of alleen goederen heeft weggenomen uit verschillende panden, waaronder scholen en een sportcomplex. De rechtbank heeft de benadeelde partijen in de gelegenheid gesteld zich te voegen in het strafproces.
De rechtbank heeft besloten dat de officier van justitie moet zorgen voor een indicatiestelling van het NIFP en, indien mogelijk, een intakegesprek voor verdachte bij de Piet Roordakliniek te regelen. De rechtbank heeft de uiterste termijn voor de hervatting van het onderzoek op één maand gesteld en houdt verdere beslissingen aan. Verdachte heeft tijdens de zitting aangegeven bereid te zijn tot een klinische behandeling, maar dat hiervoor een juridisch kader noodzakelijk is. De rechtbank zal de zaak opnieuw beoordelen op basis van de indicatiestelling en het intakegesprek.