ECLI:NL:RBZUT:2008:BC8852

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
1 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/580619-07
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kleinrensink
  • A. Prisse
  • J. Gilhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de strafmodaliteit voor verdachte met complexe psychiatrische en drugsproblematiek

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, is op 1 april 2008 een tussenvonnis uitgesproken in de strafzaak tegen verdachte B. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden. Dit besluit is genomen naar aanleiding van het voorlichtingsrapport van IrisZorg, waarin werd geconcludeerd dat verdachte lijdt aan complexe psychiatrische en drugsproblematiek. De rechtbank achtte een langdurige klinische behandeling noodzakelijk, bij voorkeur op een Forensische Psychiatrische Afdeling of in de Forensische Verslavingskliniek Piet Roorda te Apeldoorn. Voor een verwijzing naar deze instellingen is echter een indicatiestelling van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) vereist.

Tijdens de zitting op 18 maart 2008 heeft de officier van justitie, mr. De Boer, wijzigingen in de tenlastelegging gevorderd, welke door de rechtbank zijn toegewezen. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten van diefstal, gepleegd in de periode van juni 2007 tot en met december 2007, waarbij verdachte in vereniging met anderen of alleen goederen heeft weggenomen uit verschillende panden, waaronder scholen en een sportcomplex. De rechtbank heeft de benadeelde partijen in de gelegenheid gesteld zich te voegen in het strafproces.

De rechtbank heeft besloten dat de officier van justitie moet zorgen voor een indicatiestelling van het NIFP en, indien mogelijk, een intakegesprek voor verdachte bij de Piet Roordakliniek te regelen. De rechtbank heeft de uiterste termijn voor de hervatting van het onderzoek op één maand gesteld en houdt verdere beslissingen aan. Verdachte heeft tijdens de zitting aangegeven bereid te zijn tot een klinische behandeling, maar dat hiervoor een juridisch kader noodzakelijk is. De rechtbank zal de zaak opnieuw beoordelen op basis van de indicatiestelling en het intakegesprek.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580619-07
Uitspraak d.d.: 1 april 2008
Tegenspraak/ dip
TUSSENVONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte B],
geboren te [plaats] op [1982],
laatst bekende adres: [adres],
thans gedetineerd in PI Arnhem/De Berg te Arnhem.
Onderzoek van de zaak
Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
18 maart 2008.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. De Boer en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. Cornelisse, advocaat te Groenlo, naar voren is gebracht.
Ter terechtzitting gegeven beslissingen
Ter terechtzitting is de volgende beslissing gegeven:
De door de officier van justitie gevorderde wijzigingen tenlastelegging zijn door de rechtbank toegewezen.
De tenlastelegging
Nadat de feiten 2, 4 en 7 van de tenlastelegging op de terechtzitting zijn gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat (de wijzigingen zijn cursief weergegeven):
1.
hij,
op of omstreeks 3 december 2007 te Doetinchem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van (de buitenkant van) het
pand gelegen aan [adres], heeft weggenomen een of meer
(beveiligings)camera(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam winkel] en/of een of meer (andere) personen, in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij,
in of omstreeks de periode 13 oktober 2007 tm 14 oktober 2007 te Doetinchem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schoolgebouw,
althans een pand gelegen aan [adres] heeft weggenomen een
computer (incl. cd-writer en/of dvd-speler en/of pci-kaarten) en/of een beamer (merk Sanyo), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Basisschool [naam], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Althans,
hij, op of omstreeks12 december 2007 te Doetinchem een beamer (merk Sanyo) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of voorhanden krijgen van deze beamer wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
3.
hij,
op of omstreeks de periode 28 november 2007 tm 3 december 2007 te Doetinchem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een berging en/of schuur
behorende bij flatwoning [adres], heeft weggenomen een weideklok, en/of
een schrikapparaat, en/of een compressor, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [naam], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij,
op of omstreeks 11 september 2007 te Doetinchem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schoolgebouw,
althans een pand gelegen aan de [adres], heeft weggenomen een
(zwarte) versterker (van het merk Yamaha) en/of een beamer en/of een of meer
geluidsbox(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
lagere school [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Althans,
hij, op of omstreeks 12 december 2007 te Doetinchem,
een versterker (merk Yamaha) en/of een of meer geluidboxen (merk Yamaha) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl ten tijde van het verwerven of voorhanden krijgen van deze versterker en/of geluidboxen wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren)betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
5.
hij,
op of omstreeks de periode van 28 juni 2007 tm 2 juli 2007 te Doetinchem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schoolgebouw, althans
een pand gelegen aan [adres] heeft weggenomen een of meer
(personal)computer(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan Christelijke basisschool [naam], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
6.
hij,
op of omstreeks 25 juni 2007 te Doetinchem
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schoolgebouw,
althans een pand gelegen aan [adres], heeft weggenomen een
of meer (computer)beeldschermen, en/of een computer, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [stichting], in
ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
7.
hij op of omstreeks 17 augustus 2007 te Breedenbroek,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand gelegen op een
sportcomplex aan de [adres], heeft weggenomen ongeveer 48 blikjes
bier, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Voetbalvereniging [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
8.
hij,
op of omstreeks 20 juli 2007 te Etten,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand gelegen
aan [adres], heeft weggenomen een fiets, en/of een of meer
boormachine(s), en/of een of meer zender(s), en/of een of meer
(schotel)antenne(s), en/of een of meer (deur)bel(len), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Benadeelde partijen
De navolgende benadeelde partijen hebben zich door middel van een formulier als bedoeld in artikel 51 b van het Wetboek van Strafvordering gevoegd in het strafproces, terzake van door die partijen geleden schade;
- [naam, adres en plaats], ten aanzien van
een niet in de tenlastelegging opgenomen feit;
- OBS [naam, adres en plaats], ten aanzien van een niet in de tenlastelegging opgenomen feit, pleegdatum 17/18 september 2007;
- OBS [naam, adres en plaats], ten aanzien van een niet in de tenlastelegging opgenomen feit, pleegdatum 20/21 juli 2007;
- [naam] College, [adres en plaats], ten aanzien van
een niet in de tenlastelegging opgenomen feit, pleegdatum 16-18 juni 2007;
- [naam] College, [adres en plaats], ten aanzien van
een niet in de tenlastelegging opgenomen feit, pleegdatum 16 november 2007;
- [naam] College, [adres en plaats], ten aanzien van
een niet in de tenlastelegging opgenomen feit, pleegdatum 20/21 september 2007;
- [naam] College, [adres en plaats], ten aanzien van
een niet in de tenlastelegging opgenomen feit;
- [naam, adres en plaats], namens [naam winkel], ten aanzien van een niet in de tenlastelegging opgenomen feit;
Beslag
De rechtbank houdt de beslissing met betrekking tot de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen aan tot de volgende zitting.
Heropening onderzoek
Na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting is onder de beraadslaging in raadkamer gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest.
Omtrent verdachte is op 14 maart 2008 door E. Lammers van IrisZorg, afdeling Justitiële Verslavingszorg, een voorlichtingsrapport opgemaakt. Rapporteur heeft in dit rapport concludeerd, dat gelet op de complexe psychiatrische- en drugsproblematiek een langdurige klinische behandeling geïndiceerd is die het best kan plaatsvinden op een Forensische Psychiatrische Afdeling of de Forensische Verslavingskliniek Piet Roorda te Apeldoorn.
Echter voor een verwijzing naar deze instellingen is een indicatiestelling van het NIFP noodzakelijk.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij nu op een punt is aangekomen dat hij zijn leven een positieve wending wil geven en dat hij bereid is tot en gemotiveerd is voor een klinische behandeling, maar dat daarvoor een verplicht juridisch kader noodzakelijk is.
De rechtbank neemt voormelde conclusie van IrisZorg over en zal de officier van justitie opdragen te bewerkstelligen;
- dat op een zo kort mogelijke termijn een indicatiestelling van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) wordt verkregen en
- dat indien daarvoor ruimte bestaat een intakegesprek voor verdachte wordt geregeld bij de Piet Roordakliniek te Apeldoorn.
De rechtbank wenst op de nadere terechtzitting - aan de hand van de indicatiestelling en de uitslag van het intakegesprek - te kunnen beoordelen welke strafmodaliteit voor verdachte mogelijk is, waarbij de gedachte van de rechtbank er naar uitgaat, dat verdachte op relatief korte termijn kan worden opgenomen, teneinde aan zijn problemen te kunnen werken.
De rechtbank zal derhalve het onderzoek in deze zaak heropenen en vervolgens, ter fine als voormeld, schorsen voor onbepaalde tijd.
BESLISSING
De rechtbank;
Heropent het onderzoek en schorst dit voor onbepaalde tijd.
Stelt de stukken in handen van de officier van justitie ter fine als voormeld.
De rechtbank stelt de uiterste termijn waarbinnen het onderzoek ter terechtzitting dient te worden hervat op één maand.
De rechtbank houdt elke verdere beslissing aan.
De rechtbank beveelt de oproeping van verdachte (met kennisgeving aan de raadsman en de benadeelde partijen) tegen een nadere terechtzitting.
Aldus gewezen door mr. Kleinrensink, voorzitter, mr. Prisse en mr. Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van Beers-de Badts, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 april 2008.