2. De feiten
2.1. [eiseres] is op 2 september 1988 gehuwd met [naam voormalig echtgenoot] (hierna: [naam voormalig echtgenoot]) onder huwelijkse voorwaarden, houdende uitsluiting van elke gemeenschap van goederen.
2.2. Op 26 februari 1993 is naar het recht van het eiland Jersey door Turino Consolidated Ltd. en Mourant opgericht de [naam trust] Trust (hierna: de Trust). Gedaagde is trustee (bestuurder) van de Trust.
2.3. De Trust heeft in oktober 1994 voor NLG 585.000,-- de woonboerderij met ondergrond gelegen aan de [adres] (hierna de woning) gekocht. De woning is op 30 december 1994 aan de Trust geleverd. [eiseres] en [naam voormalig echtgenoot] zijn beiden de uitsluitende begunstigden van de Trust, dat wil ingevolge de in de trustakte gegeven definitie zeggen: “any member or other person to whom a benefit is to be paid under the rules.”
2.4. De woning is het enige vermogensbestanddeel van de Trust. [eiseres] en [naam voormalig echtgenoot] hebben de woning met ingang van 1 januari 1995 voor een huurprijs van NLG 18.000,-- per jaar van de Trust gehuurd en als echtelijke woning gebruikt.
2.5. [eiseres] en [naam voormalig echtgenoot] hebben bij akte van 21 juni 1996 hun huwelijkse voorwaarden gewijzigd onder meer in die zin dat is bepaald dat zij bij het einde van het huwelijk door echtscheiding zullen afrekenen alsof tussen hen algehele gemeenschap van goederen heeft bestaan.
2.6. Op 17 mei 1999 hebben [eiseres] en [naam voormalig echtgenoot] een zogenaamde “Letter of Wishes” ondertekend en aan Mourant gezonden. [eiseres] en [naam voormalig echtgenoot] hebben daarbij onder meer verklaard dat wanneer zij zouden scheiden van echt, de woning en alle inkomsten daaruit voor de toekomst geacht zullen worden in de Trust te worden gehouden ten bate van ieder van partijen in de verhouding 50/50.
2.7. Het huwelijk tussen [eiseres] en [naam voormalig echtgenoot] is ontbonden door inschrijving - op 1 maart 2001- van de echtscheidingsbeschikking van deze rechtbank d.d. 25 januari 2001 in de daartoe bestemde openbare registers.
2.8 Bij beschikking van deze rechtbank d.d. 21 mei 2003 is bepaald dat de trustrechten bij helfte tussen [eiseres] en [naam voormalig echtgenoot] moesten worden verdeeld en dat de echtelijke woning aan [eiseres] diende te worden verkocht op een door de notaris te bepalen wijze. [naam voormalig echtgenoot] is van deze beschikking in hoger beroep gegaan.
2.9. In zijn beschikking d.d. 24 februari 2004 heeft het Gerechtshof te Arnhem onder meer (rechtsoverweging 4.18) overwogen dat de huwelijkse voorwaarden van 1996 bepalend zijn voor de afrekening tussen [eiseres] en [naam voormalig echtgenoot] en dat partijen geacht moeten worden gelijke aanspraken op het in de Trust aanwezige vermogen te kunnen doen gelden. Bij beschikking van 8 februari 2005 heeft het Gerechtshof te Arnhem de hiervoor sub 2.8. vermelde beschikking vernietigd en [naam voormalig echtgenoot] onder meer veroordeeld zijn medewerking te verlenen en al het nodige te doen om te bewerkstelligen dat de trustee van de Trust binnen drie maanden de woning aan [eiseres] verkoopt en levert tegen betaling door [eiseres] aan de Trust van € 415.000,--, dit bedrag te vermeerderen met de termijnen van € 681,-- per maand over de periode van april 2000 tot de dag van levering en te verminderen met een bedrag van € 19.637,-- en de door [eiseres] in het jaar 2004 en daarna tot de levering betaalde eigenaarslasten en premies opstalverzekering. [naam voormalig echtgenoot] heeft aan deze veroordeling niet voldaan. De trustee van de Trust heeft de woning niet aan [eiseres] willen leveren.
2.10. Bij - uitvoerbaar bij voorraad verklaard - vonnis van de voorzieningenrechter in deze rechtbank d.d. 9 november 2006 is [naam voormalig echtgenoot] veroordeeld een “Letter of Wishes” te ondertekenen teneinde de trustee van de Trust te bewegen gevolg te geven aan voormelde beschikkingen van het Gerechtshof te Arnhem. Tevens is [naam voormalig echtgenoot] geboden om zich te onthouden van enige communicatie tussen hemzelf en de trustee met het doel of effect de inhoud van de “Letter of Wishes” te ontkrachten. Aan deze veroordelingen is een dwangsom verbonden van € 1.000,-- per dag, met een maximum van € 100.000,--. [naam voormalig echtgenoot] heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de voorzieningenrechter.
2.11. Op 12 april 2007 heeft [naam voormalig echtgenoot] een “Letter of Wishes” ondertekend, met de aantekening: “signed subject to pending Appeal Lodged on 5 December 2006 and formally registered on 13 March 2007”.
2.12. [eiseres] heeft bij brief van 17 april 2007 Mourant gesommeerd om gevolg te geven aan het verzoek van de begunstigden zoals blijkt uit de “Letter of Wishes” en over te gaan tot verkoop en levering van de woning aan [eiseres].
2.13. Mourant heeft aangegeven - mede gelet op het door [naam voormalig echtgenoot] ingestelde hoger beroep van het sub 2.10. vermelde vonnis - niet mee te werken aan levering van de woning aan [eiseres].
2.14. In de appelprocedure heeft het Gerechtshof te Arnhem bij arrest van 5 juni 2007 aan [eiseres] akte verleend van het niet dienen van grieven door [naam voormalig echtgenoot]. Bij arrest van 3 juli 2007 heeft het Gerechtshof te Arnhem [naam voormalig echtgenoot] toegestaan om tegen voormelde beslissing tussentijds beroep in cassatie in te stellen.