RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/802470-07, 06/460179-08, 06/471693-06 (TUL)
Uitspraak d.d.: 7 mei 2008
tegenspraak / dip (06/802470-07 en 06/460179-08) / oip (06/471693-06 TUL)
[verdachte],
geboren te [plaats 1963],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting "De Ooyerhoek", 7207 BJ Zutphen, Verlengde Ooyerhoekseweg 21.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
23 april 2008.
Voeging meerdere dagvaardingen
Ter terechtzitting heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de bij afzonderlijke dagvaarding onder parketnummer 06/460179-08 tegen verdachte aangebrachte zaak gevoegd behandeld.
Ter terechtzitting gegeven beslissingen
Ter terechtzitting is de volgende beslissing gegeven:
Het namens verdachte door de raadsvrouw gedane verzoek tot aanhouding van de behandeling van de strafzaken is afgewezen.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
(inzake parketnummer 06/802470-07)
hij op of omstreeks 20 oktober 2007 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, althans eenmaal op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en/of gestompt (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] ten val kwam), en/of (vervolgens) meermalen, althans éénmaal (met geschoeide voet) (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geschopt en/of getrapt (op een moment dat die [slachtoffer 1] op de grond lag), terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 20 oktober 2007 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen, althans éénmaal op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en/of gestompt (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] ten val kwam) en/of (vervolgens) meermalen, althans éénmaal (met geschoeide voet) (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam
van die [slachtoffer 1] heeft geschopt en/of getrapt (op een moment dat die [slachtoffer 1] op de grond lag), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 20 oktober 2007 in de gemeente Apeldoorn opzettelijk mishandelend [slachtoffer 1] meermalen, althans éénmaal op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en/of gestompt (ten gevogle waarvan die [slachtoffer 1] ten val kwam) en/of (vervolgens) meermalen, althans éénmaal (met geschoeide voet) (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geschopt en/of getrapt (op een moment dat die [slachtoffer 1] op de grond lag, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
(inzake parketnummer 06/460179-08)
hij op of omstreeks 04 april 2008 te Apeldoorn opzettelijk mishandelend [slachtoffer 2] in zijn gezicht, althans tegen/op zijn lichaam heeft gestompt en/of
geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 06/802470-07 en 06/460179-08 ten laste gelegde
1. Uit de bewijsmiddelen worden de volgende redengevende feiten en omstandigheden afgeleid.
Inzake 06/802470-07 (Eindnoot 1)
2. Uit het stamproces-verbaal blijkt dat de politie op 20 oktober 2007 omstreeks 14.00 uur een melding kreeg van een vechtpartij voor het filiaal van de Albert Heijn aan de Deventerstraat 10 te Apeldoorn. Ter plaatse trof de politie verdachte aan (Eindnoot 2) .
3. In zijn aangifte heeft [slachtoffer 1] -zakelijk weergegeven- verklaard dat verdachte hem op zaterdag 20 oktober 2007 voor de Albert Heijn aan de Deventerstraat te Apeldoorn begon te slaan. Vervolgens liep [slachtoffer 1] de winkel van Albert Heijn in. Hij voelde en zag dat verdachte hem vastpakte. [slachtoffer 1] viel vervolgens op de grond en kreeg een aantal schoppen van verdachte op zijn hoofd en op zijn schouder. [slachtoffer 1] voelde meteen ook pijn aan zijn hoofd. Verdachte had zijn werkschoenen met stalen neuzen aan. (Eindnoot 3)
4. [getuige 1] heeft -zakelijk weergegeven- verklaard dat zij zaterdag 20 oktober 2007 werkzaam was bij Albert Heijn aan de Deventerstraat te Apeldoorn. Zij zag dat [slachtoffer 1] door toedoen van verdachte op de grond viel. Zij zag vervolgens dat verdachte [slachtoffer 1] een aantal keren hard schopte op diens lichaam. Twee schoppen waren op het hoofd van [slachtoffer 1] gericht.(Eindnoot 4)
5. [getuige 2] heeft -zakelijk weergegeven- verklaard dat zij op zaterdag 20 oktober 2007 boodschappen deed in de winkel van Albert Heijn aan de Deventerstraat te Apeldoorn. Zij zag dat verdachte [slachtoffer 1] met zijn vuisten sloeg. Op een gegeven moment zag [getuige 2] [slachtoffer 1] op de grond liggen, waarna verdachte [slachtoffer 1] met volle kracht in zijn buik schopte.(Eindnoot 5)
6. Verdachte heeft bij de politie -zakelijk weergegeven- verklaard dat hij [slachtoffer 1] voor Albert Heijn aan de Deventerstraat te Apeldoorn zag zitten. Hij is naar [slachtoffer 1] toegegaan en hij heeft naar hem uitgehaald. Verdachte heeft [slachtoffer 1] bij de capuchon van zijn trui vastgepakt en heeft hem naar de grond getrokken. Toen [slachtoffer 1] op de grond lag heeft verdachte hem meerdere keren met zijn vuisten geslagen en geschopt (Eindnoot 6).
Inzake 06/460179-08 (Eindnoot 7)
7. Uit het stamproces-verbaal blijkt dat de politie op 4 april 2008 omstreeks 19.03 uur omstreeks 14.00 uur een melding kreeg van een mishandeling van een persoon. Ter plaatse trof de politie aangever [slachtoffer 2] en verdachte aan(Eindnoot 8) .
8. In zijn aangifte heeft [slachtoffer 2] -zakelijk weergegeven- verklaard dat hij op vrijdag 4 april 2008 met twee vriendinnen, [getuige 3] en [getuige 4], vanaf het busstation te Apeldoorn richting het centrum liep. Op de kruising met de Molenstraat-centrum en de Kalverstraat zagen zij een man op het fietspad liggen. [slachtoffer 2] keek naar de man en stond heel dicht bij hem. Opeens keek de man hem aan en begon hem te slaan. De man sloeg met beide vuisten wild om zich heen. De derde klap die de man gaf was raak en [slachtoffer 2] werd op zijn neus geraakt. [slachtoffer 2] voelde een stekende pijn aan zijn neus en het bloed stroomde eruit. [slachtoffer 2] voelde dat zijn neus van binnen kapot, dik en gekneusd was. De oogkas van [slachtoffer 2] deed ook pijn. Op het moment dat verdachte [slachtoffer 2] sloeg voelde [slachtoffer 2] ook het tandvlees onder zijn neus (bovenkaak)(Eindnoot 9).
9. [getuige 3] heeft -zakelijk weergegeven- verklaard dat zij vrijdag 4 april 2008 omstreeks 19.00 uur bij de kruising Molenstraat-centrum en de Kalverstraat een man op het fietspad zag liggen. Zij zag dat deze man met beide vuisten richting [slachtoffer 2] sloeg en dat dit ongecontroleerd ging. Vervolgens zag zij dat de man met zijn rechtervuist tegen de neus van [slachtoffer 2] sloeg (Eindnoot 10).
10. [getuige 4] heeft –zakelijk weergegeven- verklaard dat zij verdachte op de grond zagen liggen. Verdachte begon tegen [slachtoffer 2] te schreeuwen en te slaan. [slachtoffer 2] kon de eerste slagen ontwijken maar daarna zag [getuige 4] dat [slachtoffer 2] met zijn volle gewicht op zijn neus sloeg. Het bloed spoot uit de neus van [slachtoffer 2].(Eindnoot 11)
Standpunten openbaar ministerie en verdediging
11. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 06/802470-07 en 06/460179-08 tenlastegelegde.
12. Ten aanzien van het onder 06/802470-07 primair telastegelegde is door de raadsvrouw naar voren gebracht dat verdachte niet de bedoeling had om het slachtoffer van het leven te beroven. Verdachte hield het slachtoffer verantwoordelijk voor de dood van zijn vriendin, die ten gevolge van een overdosis heroïne was overleden. Verdachte verkeerde ten tijde van het delict in een hevige gemoedstoestand. Daarnaast heeft de raadsvrouw aangevoerd dat er geen medische verklaring van het slachtoffer in het dossier zit, waaruit letstel blijkt, waarop een poging doodslag of toebrengen van zwaar lichamelijk letsel kan worden gestoeld.
13. Voor zover namens verdachte is betoogd dat er geen sprake is van een poging tot doodslag is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte het onder 06/802470-07 primair ten laste gelegde heeft begaan. Daartoe overweegt de rechtbank allereerst dat uit de aangifte van [slachtoffer 1] blijkt dat verdachte hem in ieder geval twee keer tegen zijn hoofd heeft geschopt, waardoor hij pijn heeft ondervonden. Verdachte had op dat moment werkschoenen met stalen neuzen aan.(Eindnoot 11) Ook getuigen [getuige 1](Eindnoot 13) en [getuige 2] (Eindnoot 14) hebben verklaard dat verdachte hard en met kracht schopte tegen het hoofd van [slachtoffer 1]. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij ten tijde van het schoppen van [slachtoffer 1] werkschoenen met stalen neuzen droeg.(Eindnoot 15) De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Voorts is van belang dat naar vaste rechtspraak bepaalde handelingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden aangemerkt als zozeer gericht op een bepaald gevolg, dat het niet anders kan, dan dat degene die de handelingen verricht, de aanmerkelijke kans op dat gevolg bewust heeft aanvaard. Het met geschoeide voet op het hoofd schoppen, is naar zijn uiterlijke verschijningsvorm in hoge mate gericht op het misdrijf doodslag. Verdachte heeft zich door aangever [slachtoffer 1] met geschoeide voet te weten werkschoenen met stalen neuzen, op het hoofd te schoppen, willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat zodanig gevolg zou intreden. De rechtbank neemt hierbij voorts in aanmerking de verklaring van aangever [slachtoffer 1], waaruit blijkt dat verdachte uiteindelijk werd tegengehouden door twee mannen.(Eindnoot 16)
14. Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 06/802470-07 primair en onder 06/460179-08 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
(inzake 06/802470-07)
hij op 20 oktober 2007 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet meermalen tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en gestompt ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] ten val kwam, en vervolgens meermalen met geschoeide voet met kracht tegen het hoofd heeft geschopt en/of getrapt op een moment dat die [slachtoffer 1] op de grond lag, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
(inzake 06/460179-08)
hij op 4 april 2008 te Apeldoorn opzettelijk mishandelend [slachtoffer 2] in zijn gezicht heeft gestompt en geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
15. Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
16. Het bewezene levert op de misdrijven:
(06/802470-07)
Poging tot doodslag
06/460179-08
Mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
17. Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
18. Voor zover zijdens verdachte is betoogd dat hij ten tijde van het plegen van het feit in een situatie van psychische overmacht verkeerde, verwerpt de rechtbank dat verweer, omdat verdachte zich met name ook door alcoholgebruik zelf in een emotionele toestand heeft gebracht.
Oplegging van straf en/of maatregel
19. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden, met aftrek van de tijd die door verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht.
20. De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
21. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging het slachtoffer van het leven te beroven in een voor het publiek toegankelijke ruimte. Verdachte was onder invloed van alcohol en zeer geëmotioneerd ten tijde van het bewezenverklaarde feit. Verdachte mag van geluk spreken dat het slachtoffer niet is overleden, nu verdachte met geschoeide voet, te weten een werkschoen met stalen neus, met kracht tegen het hoofd van het slachtoffer heeft geschopt. Het laat zich voorts denken wat de gevolgen zouden zijn geweest als verdachte niet door twee mannen zou zijn tegenhouden.
Bovendien heeft verdachte zich onder invloed van alcohol schuldig gemaakt aan mishandeling van een willekeurige voorbijganger op de openbare weg.
Dit soort ernstige geweldsescalaties heeft ook invloed op de samenleving, waar de steeds toenemende agressie als zeer zorgelijk wordt ervaren en mensen zich steeds onveiliger gaan voelen. Verdachte heeft door aldus te handelen grote gevoelens van angst en onrust bij de slachtoffers en de omstanders teweeggebracht.
22. De rechtbank weegt voorts het volgende mee. Uit het voorlichtingsrapport van Tactus, instelling voor verslavingszorg, van 23 februari 2007 blijkt dat verdachte een langdurige verslavingsgeschiedenis heeft. Verdachte maakt de indruk enigszins gemotiveerd te zijn voor verandering, alleen zal dit dan wel op de manier van verdachte moeten gaan. Verdachte bevindt zich in een zorgwekkende situatie gezien zijn excessieve drankgebruik dat gevolgen heeft voor zijn lichamelijke gezondheid. Ook de psychische gezondheid van verdachte roept zorg op. Gezien het gegeven dat verdachte bijna de hele dag alcohol drinkt is de kans op recidive hoog indien er geen behandeling plaatsvindt van zijn verslavings- en agressieproblematiek. Er is een plan van aanpak opgesteld, wat gezien de opstelling van verdachte thans niet uitvoerbaar is, aldus Tactus bij brief van 25 januari 2008. Geadviseerd wordt een rapportage door het Nederlandse Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (hierna: NIFP).
23. Uit het rapport van dr. J.H. Verhoef, psychiater verbonden aan het NIFP, van 26 februari 2008 blijkt dat gezien de ernst van de alcoholverslavingsproblematiek en de grote beperkingen van de ambulante begeleiding bij de geringe veranderingsmotivatie aan de kant van verdachte een intensievere klinische behandeling met nazorgtraject aangewezen is, ook om het recidiverisico afdoende te reduceren. Verdachte toont zich niet gemotiveerd daaraan mee te werken.
24. De rechtbank weegt voorts mee de brief van Y. Agteresch, reclasseringswerker, verbonden aan Tactus, van 23 april 2008 als reactie op voormeld rapport van het NIFP. De rapporteur geeft aan dat Tactus reclassering de noodzaak ziet van het opstellen van een plan van aanpak richting klinische behandeling, maar dat verdachte hiervoor gemotiveerd zal moeten zijn. Om ervoor te zorgen dat verdachte gemotiveerd blijft en meewerkt aan intakegesprekken, is het noodzakelijk dat dit vanuit detentie gebeurt. Buiten detentie is de kans groot dat verdachte terugvalt in excessief alcoholgebruik en de afspraken niet nakomt. Indien verdachte niet gemotiveerd is voor een klinische behandeling wordt geadviseerd verdachte af te straffen, aldus de rapporteur.
25. De rechtbank heeft bij de straftoemeting eveneens in aanmerking genomen dat verdachte niet ter terechtzitting is verschenen om een toelichting te geven en de rechtbank ervan te overtuigen dat het hem ernst is zich te laten behandelen en hij daarvoor gemotiveerd te zijn. Nu voor een behandelingstraject de motivatie van verdachte van belang is voor het slagen daarvan, ziet de rechtbank geen reden voor het opleggen van een (deels) voorwaardelijke straf met algemene en bijzondere voorwaarden.
26. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf uit oogpunt van vergelding en normhandhaving geïndiceerd is. In de omstandigheden ziet de rechtbank evenwel aanleiding om af te wijken van de eis van de officier van justitie, in die zin dat een hogere vrijheidsstraf dan geëist, zal worden opgelegd. De rechtbank zal de verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 10 (tien) maanden. De rechtbank houdt daarbij in ernstige mate rekening met de omstandigheden dat er sprake is van zeer ernstige delicten met een gevaarzettend karakter, met name hetgeen is tenlastegelegd onder 06/802470-07, het feit dat uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij vaker voor geweldsdelicten en dronkenschap is veroordeeld en dat verdachte nog in een proeftijd van recente voorwaardelijke veroordelingen liep.
Vordering tenuitvoerlegging
27. Nu is bewezen dat verdachte zich opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 27 februari 2007 (parketnummer 06/471693-06) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden ten uitvoer gelegd te worden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
28. Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 45, 57, 287, 300 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 06/802470-07 en onder 06/460179-08 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge¬bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 27 februari 2007, te weten van:
een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden
Aldus gewezen door mrs. Kleinrensink, voorzitter, Borgerhoff Mulder en Prisse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Buitenhuis, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 mei 2008.
(Eindnoot 1) Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal
nr. PL0620/07-208420, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Apeldoorn, Team Binnenstad, gedateerd 26 oktober 2007.
(Eindnoot 2) (stam) proces-verbaal PL0620/07-208420 (dossierpagina: 3).
(Eindnoot 3) Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] (dossierpagina’s: 16 en 17).
(Eindnoot 4) Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] (dossierpagina: 18)
(Eindnoot 5) Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] (dossierpagina: 20)
(Eindnoot 6) Proces-verbaal van verhoor van verdachte (dossierpagina: 24)
(Eindnoot 7) Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal
nr. PL0621/08-203310, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Apeldoorn, Team Binnenstad, gedateerd 15 april 2008.
(Eindnoot 8) (stam) proces-verbaal PL0621/08-203310 (dossierpagina: 4).
(Eindnoot 9) Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] (dossierpagina: 17).
(Eindnoot 10) Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] (dossierpagina: 20)
(Eindnoot 11) Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] (dossierpagina: 22)
(Eindnoot 12) Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] (dossierpagina’s: 16 en 17)
(Eindnoot 13) Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] (dossierpagina: 18)
(Eindnoot 14) Proces-verbaal van verhoor van getuige[getuige 2] (dossierpagina: 20)
(Eindnoot 15) Proces-verbaal van verhoor van verdachte (dossierpagina: 24)
(Eindnoot 16) Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] (dossierpagina: 16)