ECLI:NL:RBZUT:2008:BD5654
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitleg van een begrafenisverzekering in natura afgesloten in 1933 en de gevolgen voor de uitvaartkosten
In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit een vrouw, een man en hun zoon, betaling van een bedrag van € 6.875,90 van Monuta Uitvaartverzorging N.V. Dit bedrag was gerelateerd aan de kosten van de uitvaart van hun overleden vader, die in 1938 een begrafenisverzekering had afgesloten bij Het Apeldoornsch Begrafenisfonds. De eisers stelden dat de verzekering hen recht gaf op een luxe uitvaart, maar Monuta betwistte dit en stelde dat de polis niet meer van deze tijd was. De rechtbank diende te beoordelen of de kosten die Monuta in rekening had gebracht, al dan niet onder de verzekerde verstrekkingen vielen.
De rechtbank oordeelde dat de verzekering inderdaad niet meer voldeed aan de eisen van de huidige tijd, maar dat de eisers recht hadden op een vergoeding van de kosten die in redelijkheid onder de verzekering vielen. De rechtbank concludeerde dat een deel van de kosten onterecht in rekening was gebracht, waaronder kosten voor advertenties in lokale kranten, en dat Monuta € 2.348,84 aan de eisers moest terugbetalen. De rechtbank wees de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten af, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg.
Het vonnis benadrukt het belang van de uitleg van verzekeringspolissen en hoe deze zich verhouden tot de huidige normen en verwachtingen. De rechtbank stelde vast dat de verzekering niet alleen de kosten van de uitvaart dekte, maar ook rekening moest houden met de veranderingen in de maatschappij en de gebruikelijke praktijken rondom uitvaarten.