ECLI:NL:RBZUT:2008:BD5858

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
1 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-802341-07
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Prisse
  • A. Borgerhoff Mulder
  • J. Gilhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met minderjarige: beoordeling van seksuele verhoudingen en strafmaat

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 1 juli 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdachte, geboren in 1981, heeft seksuele handelingen verricht met een jongen die op het moment van de feiten, in juni 2007, 15 jaar oud was en de leeftijd van 16 nog niet had bereikt. De rechtbank oordeelde dat, gezien het leeftijdsverschil en de kwetsbaarheid van het slachtoffer, de handelingen als ontuchtig moesten worden aangemerkt. De rechtbank heeft echter besloten geen straf of maatregel op te leggen, waarbij zij rekening hield met de vrijwilligheid van de handelingen en het feit dat het slachtoffer zelf initiatief nam. De rechtbank heeft ook overwogen dat de verdachte een blanco strafblad had en dat er weinig kans op herhaling was. De benadeelde partij, het slachtoffer, had een schadevergoeding van € 5.000,- gevorderd, maar de rechtbank verklaarde deze vordering niet-ontvankelijk, omdat deze niet van eenvoudige aard was en alleen bij de burgerlijke rechter kon worden ingediend. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 9a en 245 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/802341-07.
Uitspraak d.d. 1 juli 2008
tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte A],
geboren te [plaats] (Filipijnen) op [1981],
wonende te [adres en plaats]
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 juni 2008.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op meerdere, althans één tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 juni 2007 tot en met 23 juni 2007 in de gemeente Doetinchem, met [slachtoffer] (geboren [1992]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte:
- meermalen, althans eenmaal zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht/gestoken en/of zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gehouden en/of
- meermalen, althans eenmaal zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gebracht/gestoken en/of gehouden, althans die [slachtoffer] getongzoend, en/of
- meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer] afgetrokken en/of de penis van die [slachtoffer] betast en/of op/aan de penis, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] gelikt en/of gezogen, althans die [slachtoffer] gepijpt en/of
- de penis van die [slachtoffer] in zijn, verdachtes, anus gebracht;
art 245 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op meerdere, althans één tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 juni 2007 tot en met 23 juni 2007 in de gemeente Doetinchem,
met [slachtoffer] (geboren [1992]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat verdachte:
- meermalen, althans eenmaal zijn penis in de mond van die [slachtoffer] heeft gebracht/gestoken en/of zijn penis in de mond van die [slachtoffer] heeft gehouden en/of
- meermalen, althans eenmaal zijn tong in de mond van die [slachtoffer] heeft gebracht/gestoken en/of gehouden, althans die [slachtoffer] heeft getongzoend, en/of
- meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer] heeft afgetrokken en/of de penis van die [slachtoffer] heeft betast en/of op/aan de penis, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] heeft gelikt en/of gezogen, althans die [slachtoffer] heeft gepijpt en/of
- de penis van die [slachtoffer] in zijn, verdachtes, heeft anus gebracht;
art 247 Wetboek van Strafrecht
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Door de raadsman van verdachte zijn ter terechtzitting vraagtekens gezet bij de wens van het openbaar ministerie om tot vervolging over te gaan. De raadsman heeft in dit verband gewezen op de verklaring van [slachtoffer] van 4 oktober 2007 waarin [slachtoffer] verklaart dat wat hem betreft “de anderen”, waaronder verdachte, niet veroordeeld hoeven te worden. [slachtoffer] heeft tijdens dat verhoor voorts verklaard dat hij al tegen zijn moeder had gezegd dat hij eigenlijk alleen tegen [medeverdachte D] aangifte wilde doen. Vervolgens heeft de officier van justitie op 7 april 2008, nadat [medeverdachte D] reeds was veroordeeld, een gesprek gehad met [slachtoffer] in het kader van artikel 167a van het Wetboek van Strafvordering. In dat gesprek is [slachtoffer] van mening veranderd en vindt hij dat er ook tegen “de anderen” vervolging moet worden ingesteld.
De rechtbank is van oordeel dat voorgaande niet leidt tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie. In het kader van artikel 167a van het Wetboek van Strafvordering dient vervolging van de verdachte achterwege te blijven indien de belangen van de minderjarige daartoe aanleiding geven. De rechtbank is van oordeel dat in het onderhavige geval niet is gebleken dat de belangen van het minderjarige slachtoffer zich verzetten tegen vervolging van verdachte zodat de officier van justitie tot vervolging van verdachte kon overgaan.
De bewijsmotivering (voetnoot 1)
A. De vaststaande feiten
Op 21 juni 2007 heeft, de op dat moment 15-jarige, [slachtoffer] via de “gaychat” voor het eerst contact gehad met [medeverdachte D]. Tijdens die chatsessie hebben [slachtoffer] en [medeverdachte D] voor de volgende avond afgesproken. De volgende dag is [slachtoffer] omstreeks 17:00 uur naar het huis van [medeverdachte D] in Doetinchem gegaan. [slachtoffer] en [medeverdachte D] hebben daar seks gehad. Later op de avond is ook verdachte naar het huis van [medeverdachte D] gegaan waar [slachtoffer] op dat moment nog was. [slachtoffer], [medeverdachte D] en verdachte hebben daar trio seks gehad. Later op de avond, toen verdachte reeds naar huis was, zijn ook medeverdachten [medeverdachte B] en [medeverdachte C] bij [medeverdachte D] in de woning geweest en hebben seksuele handelingen met [slachtoffer] verricht.
B. Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde.
C. Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is van ontuchtige handelingen, nu geen sprake is van handelingen in strijd met de sociaal-ethische norm. De raadsman stelt dat gekeken dient te worden naar alle omstandigheden van het geval. Daarbij wijst de raadsman op het feit dat verdachte weliswaar in de 20 is maar in zijn ontwikkeling nog jonger is. [slachtoffer] daarentegen doet zich ouder voor en lijkt ook ouder. [slachtoffer] nam het initiatief in het contact. De seks was wederkerig en vrijwillig. Na de seks worden adressen uitgewisseld en [slachtoffer] geeft aan dat hij verdachte leuk vindt. De raadsman is gelet hierop dan ook van mening dat er niets mis was met het seksueel contact zoals dat heeft plaatsgevonden tussen [slachtoffer] en verdachte. De bescherming die geboden wordt met de artikelen 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht is dan ook niet bedoeld voor de onderhavige situatie.
D. Beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank acht voor het bewijs de volgende feiten en omstandigheden redengevend.
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij de seksuele handelingen zoals deze in de tenlastelegging zijn genoemd met [slachtoffer] heeft verricht. In zijn verklaring bij de politie (voetnoot 2) heeft verdachte eveneens verklaard dat hij seksuele handelingen heeft verricht met [slachtoffer]. De handelingen waarover verdachte bij de politie heeft verklaard, zijn de handelingen zoals deze in de tenlastelegging zijn opgenomen.
Aangever [slachtoffer] heeft in zijn aangifte verklaard (voetnoot 3) dat verdachte de genoemde seksuele handelingen heeft verricht.
De rechtbank acht op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde feit heeft begaan. Ten aanzien van de stelling van de raadsman dat aan de verrichte seksuele handelingen het ontuchtige karakter ontbreekt, overweegt de rechtbank als volgt. Men zou kunnen betogen dat aan de op zich over en weer erkende seksuele handelingen het ontuchtige karakter is komen te ontvallen door de basis van vrijwilligheid waarop een en ander plaatsvond. Sterker nog, het lijkt erop dat het slachtoffer zelf initiatief tot de seksuele gedragingen nam. De rechtbank houdt het slachtoffer op dit punt aan zijn derde verklaring, meer in het bijzonder pagina 55 van het dossier. Tegen de verklaring van 7 april 2008, waarin het slachtoffer een ander standpunt inneemt, heeft de rechtbank als bezwaar dat deze in het bijzijn van zijn moeder is afgelegd en laatstgenoemde daardoor – al dan niet gewild – invloed op deze verklaring heeft gehad.
Niettemin vindt de rechtbank de onderhavige over en weer verrichte handelingen ontuchtig. De rechtbank baseert zich daarbij op het leeftijdsverschil tussen slachtoffer en verdachte, welk leeftijdsverschil relatief nog veel groter is door de levensfase waarin het slachtoffer verkeerde als jong-adolescent. Onder die omstandigheden kan naar het oordeel van de rechtbank niet van gelijkwaardige seksuele verhoudingen worden gesproken. Van algemene bekendheid is dat jongens van 15 jaar over het algemeen qua seksualiteit nog in ontwikkeling, dus kwetsbaar, kunnen zijn. Verdachte heeft onvoldoende bij die situatie stilgestaan.
De rechtbank kan niet beoordelen of en in hoeverre het slachtoffer onder invloed van (hard)drugs en/of alcohol is geweest. De verklaringen lopen op dit punt zeer uiteen en worden buiten de bewezenverklaring en strafmaat gehouden.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 22 juni 2007 tot en met 23 juni 2007 in de gemeente Doetinchem, met [slachtoffer] (geboren [1992]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte:
- meermalen zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gehouden en/of
- meermalen zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gebracht, en/of
- meermalen die [slachtoffer] afgetrokken en/of de penis van die [slachtoffer] betast en/of aan de penis, van die [slachtoffer] gelikt en/of gezogen en/of
- de penis van die [slachtoffer] in zijn, verdachtes, anus gebracht;
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
het met iemand die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en een werkstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen gevangenisstraf.
De rechtbank heeft de volgende omstandigheden in aanmerking genomen. Het slachtoffer heeft zelf naar verdachte toe initiatief genomen en heeft misleidende informatie over zijn leeftijd verstrekt aan verdachte. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met de in het onderhavige geval door het slachtoffer ten toon gespreide vrijwilligheid en initiatieven. Tevens spreekt in het voordeel van verdachte dat hij een blanco strafblad heeft en dat, gelet op de inhoud van het reclasseringsrapport, voor gevaar voor herhaling nauwelijks te vrezen is.
De rechtbank zal, gelet op het voorgaande en gezien de persoon van verdachte zoals een en ander ter terechtzitting is gebleken, verdachte geen straf of maatregel opleggen.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 5.000,- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het primair tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu deze niet van eenvoudige aard is en deze vordering in de zaak van de [medeverdachte D] eveneens niet-ontvankelijk is verklaard.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu zij van oordeel is dat de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafgeding. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 9a en 245 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
- bepaalt, dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Aldus gewezen door mrs. Prisse, voorzitter, Borgerhoff Mulder en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Erp, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 juli 2008.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen verbaal, als bijlagen opgenomen bij (Stam) proces-verbaal nr. PL0641/07-206519 Regiopolitie Noord – Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 4 oktober 2007
2 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 98.
3 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer], p. 44