ECLI:NL:RBZUT:2008:BD7214
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C.M. Boon
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling van belegde gelden afgewezen na vaststelling van omleiding van gelden via tussenpersoon
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, heeft eiser een vordering ingesteld tegen gedaagde tot terugbetaling van belegde gelden, die door gedaagde zouden zijn doorgesluisd naar derden. De eiser vorderde een bedrag van € 150.000,- vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat hij geen verplichtingen jegens eiser is aangegaan, en dat de gelden die eiser heeft ingelegd, zijn doorbetaald aan derden, namelijk [heer A] en [heer B]. De rechtbank heeft de procedure gevolgd, waarbij verschillende conclusies en tussenvonnissen zijn behandeld, en heeft uiteindelijk op 28 mei 2008 vonnis gewezen. De rechtbank concludeerde dat eiser geen vordering op gedaagde had, omdat de door eiser ingediende wissels waren omgezet in een 'Schuldschein' op naam van [heer A]. De rechtbank oordeelde dat eiser mogelijk wel een vordering op [heer A] en [heer B] had, maar niet op gedaagde. De vordering van eiser werd afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde zijn begroot op € 4.330,-. Tevens werd eiser veroordeeld in de kosten van de vrijwaringsprocedure tegen [heer A] en [heer B].