RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460191-08
Uitspraak d.d.: 15 juli 2008
tegenspraak / dip
[verdachte],
geboren te Apeldoorn op [1971],
wonende te Apeldoorn,
thans verblijvende in het Huis van Bewaring Ooyerhoekseweg te Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1juli 2008.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 14 april 2008, te Apeldoorn, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een sandwich, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Albert Heijn To Go (gelegen aan het Stationsplein), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
De bewijsmotivering [voetnoot 1]
A. De vaststaande feiten.
Op 14 april 2008 heeft verdachte zich gemeld bij het politiebureau aan de Vosselmanstraat 201 in Apeldoorn, met de mededeling dat hij zojuist een broodje had weggenomen bij de Albert Heijn op het station in Apeldoorn.
B. Het standpunt van het openbaar ministerie.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
C. De beoordeling van de tenlastelegging.
De rechtbank acht voor het bewijs de volgende feiten en omstandigheden redengevend.
De inhoud van het proces-verbaal van aangifte van [naam][voetnoot 2] , het proces-verbaal van verhoor van verdachte [voetnoot 3] en de bekennende verklaring van verdachte ter zitting.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 14 april 2008, te Apeldoorn, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een sandwich toebehorende aan Albert Heijn To Go (gelegen aan het Stationsplein).
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las¬te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. De omstandigheid, dat verdachte (mogelijk) juist een justitiële reactie wilde uitlokken, leidt niet tot een ander oordeel.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van 2 jaren.
Verdachte en zijn raadsman hebben zich tegen oplegging van de ISD-maatregel verzet. De raadsman heeft in dit verband aangevoerd dat verdachte niet gemotiveerd is om mee te werken aan een behandeling binnen het kader van de ISD. De praktijk wijst uit dat bij personen die niet gemotiveerd zijn geen behandeling zal plaatsvinden binnen de ISD. Voor verdachte houdt dat dan dus in dat hij twee jaren zonder behandeling opgesloten wordt en dat hij dus na die twee jaren net zo ver is als nu. Verdachte zal dan alleen maar meer verbitterd zijn, waardoor het recidivegevaar zeker niet zal afnemen. Hoewel aan de wettelijke voorwaarden voor het opleggen van een ISD-maatregel is voldaan, zal het effect van de maatregel nihil zijn vanwege de bij verdachte ontbrekende motivatie. Bij zijn conclusie, dat oplegging van de maatregel zinloos en disproportioneel zou zijn heeft de raadsman ten slotte benadrukt, dat verdachte van de laatste achttien jaar ongeveer negen jaar in detentie heeft doorgebracht, zonder dat gebleken is van enig positief effect ten aanzien van verdachtes recidiverende gedrag.
De rechtbank stelt vast, dat aan de wettelijke voorwaarden voor oplegging van de gevorderde maatregel is voldaan, waarbij zij in aanmerking neemt dat de reclassering niet is kunnen komen tot een afgerond advies omtrent het al dan niet opleggen van de maatregel omdat verdachte weigerde aan desbetreffende rapportage mede te werken.
Bij haar oordeel dat de veiligheid van personen en goederen oplegging van de maatregel vereist, heeft de rechtbank in aanmerking genomen, dat verdachte door het plegen van al dan niet gekwalificeerde vermogensmisdrijven al jarenlang schade en overlast binnen de maatschappij veroorzaakt, dat deze situatie ten nauwste samenhangt met verdachtes hardnekkige drugsverslaving en dat deze situatie niet kan verbeteren zonder klinische behandeling binnen justitieel kader.
De rechtbank ziet geen aanleiding nog nader onderzoek te laten doen naar buiten het ISD-kader vallende behandelingsmogelijkheden, nu ook ter terechtzitting duidelijk is geworden dat dergelijke mogelijkheden feitelijk ontbreken, gegeven de afwijzende althans volstrekt vrijblijvende opstelling van verdachte en de negatieve ervaringen met zijn begeleiding in het verleden, als vermeld in de brief van Tactus aan de officier van justitie d.d. 26 mei 2008.
Teneinde de maatschappij zo lang mogelijk te beschermen tegen verdachtes recidiverende gedrag, maar ook teneinde verdachte zo ruim mogelijk gelegenheid te geven zich te resocialiseren door het alsnog benutten van de binnen ISD-kader bestaande mogelijkheden voor klinische behandeling, zal de rechtbank de maatregel opleggen voor de maximale duur van twee jaar.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 38m, 38n en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
- verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan.
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
- legt op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 (twee) jaren.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, Van der Hooft en Van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Erp, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 juli 2008.
Voetnoten
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (Stam) proces-verbaal nr. PL0624/08-203327, regiopolitie Noord-Oost Gelderland, district Apeldoorn, gesloten en ondertekend op 15 april 2008.
2. Proces-verbaal van aangifte [naam], p. 15.
3. Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 18.