ECLI:NL:RBZUT:2008:BD8443
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.J.J. van de Wetering
- M.E.M.T. Duindam - Vossen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen kapvergunning voor bomen op Landgoed Stakenberg
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 26 juni 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een eigenaresse van een vakantiewoning op Landgoed Stakenberg, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 7 februari 2007, waarbij vergunning was verleend voor het kappen van 63 Amerikaanse eiken en 139 Douglassparren op het landgoed. Het college verklaarde het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk, wat leidde tot het beroep van eiseres.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 18 maart 2008, waarbij eiseres aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door P. Kokkes en M.A. Hagens. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet als belanghebbende kon worden aangemerkt bij het besluit tot kapvergunning. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat eiseres geen zicht had op de te kappen bomen en niet in de directe nabijheid woonde. De rechtbank stelde vast dat het financiële belang van eiseres en haar persoonlijke band met het behoud van natuurwaarden niet voldoende onderscheidend waren om haar als belanghebbende te kwalificeren.
De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het oordeel over de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar konden veranderen. De uitspraak resulteerde in de verklaring dat het beroep van eiseres ongegrond was, en de verleende kapvergunning bleef in stand. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. A.H.J.J. van de Wetering, met mr. M.E.M.T. Duindam - Vossen als griffier.