ECLI:NL:RBZUT:2008:BE9610

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
2 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-460240-08 en 06-801707-07 (TUL)
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belaging van ex-partner door herhaaldelijk versturen van bedreigende e-mails

In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 2 september 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zijn ex-vrouw herhaaldelijk heeft lastiggevallen door bedreigende e-mails te sturen vanuit verschillende e-mailadressen. De verdachte heeft in de periode van 4 juli 2007 tot en met 10 april 2008, in Elburg, stelselmatig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de aangeefster. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks eerdere veroordelingen voor vergelijkbare feiten, zijn gedrag niet heeft veranderd en de e-mails verstuurde met de intentie om de aangeefster te dwingen tot bepaalde handelingen en haar vrees aan te jagen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 225 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder een contactverbod met de ex-vrouw en een behandeling bij Tactus Verslavingszorg. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische problematiek van de verdachte, waaronder ADHD en middelengebruik, en heeft geadviseerd dat hij de ingezette hulpverleningstrajecten moet blijven volgen om recidive te voorkomen. De rechtbank heeft de verdachte ook een taakstraf van 90 uren opgelegd, in plaats van de tenuitvoerlegging van een gedeelte van de voorwaardelijke straf, omdat hij zich voor het einde van de proeftijd aan strafbaar handelen heeft schuldig gemaakt. De uitspraak benadrukt de ernst van de inbreuk op de privacy van de aangeefster en de impact daarvan op haar leven en dat van haar kinderen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460240-08 en 06/801707-07 (TUL)
Uitspraak d.d.: 2 september 2008
tegenspraak / dip / oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [1974],
wonende te [adres en plaats].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 augustus 2008.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, in of omstreeks de periode 4 juli 2007 tm 10 april 2008 te Elburg, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers stuurt hij haar (met grote regelmaat) (via de computer) e-mail waarin hij onder meer schrijft/opneemt:
'wil je het oplossen en gewoon doorgaan met dat hoerengedrag van je', en/of
'wil je dat ik hem even opzoek? geen probleem hoor', en/of
'ik denk dat ik nu maar even in de auto stap en hem opzoek ongeacht waar hij is! je kent me en je weet waar ik toe in staat ben', en/of
'we moeten praten en als die junk gewoon bij jou kan komen dan kan ik dat ook', en/of
'moet ik even in de auto stappen dan trap ik 'm even de tering', en/of
'ik zorg dat jij je straf krijgt!', en/of
andere (bedreigende) teksten;
art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmotivering (voetnoot 1)
A. Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot de bewezenverklaring van het ten laste gelegde op basis van de aangifte van [slachtoffer] en de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting.
B. Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is aangevoerd dat het ten laste gelegde bewezen kan worden verklaard.
C. Beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank acht voor het bewijs voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
- de verklaring van aangeefster. (voetnoot 2)
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in de periode 4 juli 2007 t/m 10 april 2008 te Elburg, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], met het oogmerk die [slachtoffer], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en vrees aan te jagen, immers stuurt hij haar met grote regelmaat via de computer e-mail waarin hij onder meer schrijft/opneemt:
'wil je het oplossen en gewoon doorgaan met dat hoerengedrag van je', en
'wil je dat ik hem even opzoek? geen probleem hoor', en
'ik denk dat ik nu maar even in de auto stap en hem opzoek ongeacht waar hij is! je kent me en je weet waar ik toe in staat ben', en
'we moeten praten en als die junk gewoon bij jou kan komen dan kan ik dat ook', en
'moet ik even in de auto stappen dan trap ik 'm even de tering', en
'ik zorg dat jij je straf krijgt!', en andere (bedreigende) teksten;
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
Belaging
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte heeft een oriënterend psychiatrisch onderzoek gehad, waarvan de resultaten zijn vermeld in de consultbrief (d.d. 12 juni 2008) van psychiater J.H. Verhoef. In het rapport wordt het volgende vermeld:
"Bij verdachte is sprake van ADHD en middelengebruik, bij persoonlijkheidsproblematiek met ook enige antisociale trekken. Indien het ten laste gelegde kan worden bewezen, kan dit in licht verminderde mate tot verminderde mate worden toegerekend aan verdachte."
Met de conclusie van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over.
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
1. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf voor de duur van 225 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan een gedeelte van 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarden dat verdachte op geen enkele wijze contact zal opnemen of onderhouden met zijn voormalige echtgenote en/of zijn kinderen; zich niet zal begeven binnen een straal van 200 meter van de woning van voornoemde echtgenote en zich zal gedragen naar aanwijzingen hem te geven door of namens Tactus Verslavingszorg (mevrouw Batelaan), ook als deze inhouden dat hij dient mee te werken aan de behandeling bij De Waag en aan de voortzetting van zijn behandeling bij het Centrum Verslavingszorg Flevoland en de begeleiding door Kwintes.
2. Door en namens verdachte is bepleit dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de doorgebrachte periode in voorlopige hechtenis op zijn plaats is. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3. De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
4. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
5. Verdachte heeft in de periode van 1 januari 2008 tot en met 10 april 2008, herhaaldelijk en van verschillende e-mailadressen, e-mails naar zijn ex-partner [slachtoffer] gestuurd. Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat hij de mails heeft verstuurd om in contact te komen met zijn kinderen, die hij al een jaar niet gezien heeft. Verdachte is op 3 maart 2008 veroordeeld voor belaging van diezelfde [slachtoffer], waarvoor hij een deels voorwaardelijke straf opgelegd heeft gekregen.
6. Verdachte heeft zijn ex-partner dusdoende stelselmatig lastig gevallen en inbreuk gemaakt op haar privacy en levenssfeer. Een dergelijke stelselmatige inbreuk op de privacy raakt direct de persoon en het welbevinden van de betrokkene, maar indirect ook die van haar kinderen. Het leven van de belaagde wordt door dergelijke gedragingen ernstig verstoord en de ervaring leert dat het zelfs tot aanzienlijke psychische problemen kan lijden.
7. Uit het strafblad (voetnoot 3) van verdachte blijkt dat hij met politie en justitie in aanraking is gekomen voor soortgelijke strafbare feiten, welke eveneens in de relationele sfeer lagen.
8. Anderzijds houdt de rechtbank rekening met de mate van toerekenbaarheid, de omstandigheid dat verdachte zich heeft aangemeld voor een behandeling bij Tactus en dat hij -zoals hij zelf heeft verklaard- zijn alcoholconsumptie aanzienlijk heeft verminderd.
9. Door Tactus verslavingszorg (voetnoot 4) is -afhankelijk van de door de rechtbank op te leggen straf- een verplicht toezicht bij de afdeling verslavingsreclassering van Tactus Verslavingszorg geadviseerd.
Uit het rapport is gebleken dat bij verdachte sprake is van een dubbeldiagnoseproblematiek. Voorts is gebleken dat verdachte het delict bagatelliseert en oorzaken van zijn gedrag buiten zichzelf legt. "Om recidive te voorkomen is het van belang dat verdachte de ingezette hulpverleningstrajecten blijft volgen om deze vaardigheden aan te leren. Ook is het noodzakelijk dat hij stopt met het gebruik van alcohol," aldus Tactus.
10. In de eerder genoemde consultbrief van J.H. Verhoef is eveneens een advies omtrent de op te leggen straf gegeven. Om het recidiverisico te reduceren heeft Verhoef geadviseerd een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen, met als bijzondere voorwaarde toezicht en begeleiding door Tactus-Reclassering en continuering van de (poli)klinische behandeling en begeleiding door Meerkanten-verslavingszorg.
11. Ter terechtzitting heeft verdachte blijk gegeven inzicht te hebben in zijn problematiek en bereid te zijn een behandeling te volgen, ten aanzien van zijn alcohol- en middelengebruik/misbruik.
12. De rechtbank acht verdachte licht verminderd tot verminderd toerekeningsvatbaar, om de redenen zoals deze hierboven zijn aangehaald.
13. De rechtbank acht het van belang dat verdachte een behandeling zoals voorgesteld in het plan van aanpak ondergaat. Enerzijds dient een voorwaardelijk strafdeel ertoe verdachte te motiveren om deze kans te benutten en daadwerkelijk zijn problemen aan te pakken, anderzijds dient verdachte zich ervan bewust te zijn dat het niet nakomen van de aan de voorwaardelijke straf verbonden bijzondere voorwaarden een tenuitvoerlegging van een aantal maanden tot gevolg kan hebben. De rechtbank zal voorts de bijzondere voorwaarden stellen, dat verdachte:
- op geen enkele wijze contact zal opnemen of onderhouden met zijn voormalige echtgenote en/of zijn kinderen, tenzij in het kader van een eventuele omgangsregeling contact wordt toegestaan;
- zich niet zal begeven binnen een straal van 200 meter van de woning van voornoemde voormalige echtgenote en
- zich zal gedragen naar aanwijzingen hem te geven door of namens Tactus Verslavingszorg, mevrouw Batelaan, ook als deze inhouden dat hij dient mee te werken aan de behandeling bij De Waag en aan de voortzetting van zijn behandeling bij het Centrum Verslavingszorg Flevoland en de begeleiding door Kwintes.
Vordering tenuitvoerlegging
De rechtbank is ten aanzien van de vordering van de officier van justitie van 18 augustus 2008 tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 3 maart 2008 (parketnummer 06/801707-07) voorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf van 3 maanden van oordeel, dat -nu gebleken is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan strafbaar handelen heeft schuldig gemaakt- de gedeeltelijke tenuitvoerlegging van genoemde voorwaardelijk straf op zijn plaats is, te weten voor een gedeelte van 45 dagen. Echter op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde ter terechtzitting is gebleken zal de rechtbank in plaats daarvan een taakstraf, gedurende 90 uren gelasten. De tenuitvoerlegging van het aantal gevorderde uren is naar het oordeel van de rechtbank niet wenselijk, aangezien verdachte ook nog 160 uren taakstraf (inzake parketnummer 06/801707-07) dient te verrichten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 14g, 22c, 22d, 27, 285b van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 225 (tweehonderdvijfentwintig) dagen.
bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 180 (honderdtachtig) niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt en dat hij
- op geen enkele wijze contact zal opnemen of onderhouden met zijn voormalige echtgenote en/of zijn kinderen, tenzij in het kader van een eventuele omgangsregeling contact wordt toegestaan;
- zich niet zal begeven binnen een straal van 200 meter van de woning van voornoemde voormalige echtgenote en
- zich zal gedragen naar aanwijzingen hem te geven door of namens Tactus Verslavingszorg, ook als deze inhouden dat hij dient mee te werken aan de behandeling bij De Waag en aan de voortzetting van zijn behandeling bij het Centrum Verslavingszorg Flevoland en de begeleiding door Kwintes.
geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
gelast - in plaats van de tenuitvoerlegging van een gedeelte van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank te Zutphen van 3 maart 2008 -:
een taakstraf, te weten een werkstraf/leerstraf gedurende 90 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 45 dagen.
wijst voor het overige af de vordering van de officier van justitie van 18 augustus 2008, strekkende tot tenuitvoerlegging.
heft op het -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Van de Wetering, voorzitter, Borgerhoff Mulder en Kleinrensink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 september 2008.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina's betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nr. PL0617/08-204067, gedateerd 16 mei 2008.
2 Aangifte [slachtoffer] (doorgenummerde dossierpagina 31-34).
3 Uittreksel justitiële documentatie d.d. 19 mei 2008.
4 Voorlichtingsrapport Tactus verslavingszorg d.d. 19 augustus 2008.