ECLI:NL:RBZUT:2008:BF0255
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Roessingh
- A. Hemrica
- J. van de Wetering
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift inzake een tweede DNA-afname ongegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 5 september 2008 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen een tweede afname van DNA-materiaal. De veroordeelde, geboren in 1990, had eerder op 12 december 2007 celmateriaal laten afnemen, waarvoor een eerder bezwaarschrift gegrond was verklaard. De raadsvrouw van de veroordeelde voerde aan dat de officier van justitie in strijd met het beginsel 'nemo debet bis vexari' handelde, omdat er al eerder DNA-materiaal was afgenomen. De rechtbank oordeelde echter dat dit beginsel niet van toepassing was, aangezien er geen sprake was van strafvervolging. De rechtbank benadrukte dat de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden geen beperking oplegt aan het aantal afnames en dat er geen generieke uitzondering voor minderjarigen bestaat.
Daarnaast werd door de raadsvrouw aangevoerd dat de afname niet correct was uitgevoerd, omdat de veroordeelde niet was geïnformeerd over de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen afname door een niet-arts of verpleegkundige. De rechtbank stelde vast dat de afname op 2 april 2008 correct was uitgevoerd en dat de veroordeelde geen bezwaar had gemaakt tegen de afname door de aangewezen opsporingsambtenaar. De rechtbank concludeerde dat aan de wettelijke vereisten was voldaan en dat de veroordeelde niet in zijn belangen was geschaad.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het bezwaarschrift ongegrond, waarbij de beslissing werd genomen door de rechters M. Roessingh, A. Hemrica en J. van de Wetering, in aanwezigheid van griffier Van Bun. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de Wet DNA en de rechten van veroordeelden in het kader van DNA-afname.