ECLI:NL:RBZUT:2008:BF8336
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verbod op het meenemen van een kind naar Thailand door de moeder
In deze zaak vordert de man dat de vrouw wordt verboden om hun kind, waarvan hij geen juridische of biologische vader is, mee te nemen naar Thailand. De man stelt dat het kind, [jongen], al jaren bij hem woont en dat een verhuizing naar Thailand niet in het belang van het kind is. De vrouw heeft het ouderlijk gezag over [jongen] en heeft de intentie om met hem naar Thailand te verhuizen. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in het verleden afspraken hebben gemaakt over het gezamenlijk ouderlijk gezag en dat de man zorgdraagt voor het levensonderhoud van [jongen]. De vrouw heeft eerder een omgangsregeling aangevraagd, maar de man heeft deze geweigerd. De rechtbank oordeelt dat de vrouw zonder toestemming van de man niet met [jongen] naar het buitenland kan verhuizen. De vordering van de man om de vrouw te verbieden [jongen] mee te nemen naar Thailand wordt toegewezen. De rechtbank wijst ook de vorderingen van de vrouw af, omdat zij niet kan aantonen dat de verhuizing in het belang van [jongen] is. De voorzieningenrechter benadrukt dat de man het hoofdverblijf van [jongen] heeft en dat de vrouw geen vervangende toestemming heeft gevraagd voor de verhuizing. De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad, en de vrouw wordt veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan de afgifte van een nieuw paspoort voor [jongen].