ECLI:NL:RBZUT:2008:BG1079
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. van Harreveld
- B. van de Wetering
- C. Gilhuis
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van leidinggevende aannemingsbedrijf voor valsheid in geschrift met betrekking tot facturen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 14 oktober 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de leidinggevende van een aannemingsbedrijf, die werd beschuldigd van valsheid in geschrift. De verdachte, die samen met zijn neef de leiding over het bedrijf had, werd ervan beschuldigd meerdere facturen valselijk te hebben opgemaakt. Deze facturen waren gericht aan verschillende rechtspersonen, maar de werkzaamheden die op de facturen stonden vermeld, waren in werkelijkheid voor privédoeleinden verricht. De feiten vonden plaats in de periode van 3 oktober 2000 tot en met 3 maart 2005, waarbij de verdachte en zijn neef samenwerkten om deze onrechtmatige praktijken te faciliteren. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachte feitelijk leiding had gegeven aan de verboden gedragingen, ondanks dat hij en zijn neef ontkenden direct betrokken te zijn geweest bij de valsheid in geschrift. De officier van justitie had een werkstraf van 200 uren en een geldboete van € 40.000,-- geëist, maar de rechtbank besloot tot een voorwaardelijke werkstraf, rekening houdend met het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking was gekomen en dat het financieel nadeel voornamelijk aan de opdrachtgevers kon worden toegeschreven. De rechtbank benadrukte dat de verdachte en zijn neef zich bewust waren van de laakbaarheid van hun handelingen en dat er interne maatregelen waren genomen om herhaling te voorkomen. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een geldboete van € 40.000,--, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling.