ECLI:NL:RBZUT:2008:BG1079

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
14 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/920029-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. van Harreveld
  • B. van de Wetering
  • C. Gilhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van leidinggevende aannemingsbedrijf voor valsheid in geschrift met betrekking tot facturen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 14 oktober 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de leidinggevende van een aannemingsbedrijf, die werd beschuldigd van valsheid in geschrift. De verdachte, die samen met zijn neef de leiding over het bedrijf had, werd ervan beschuldigd meerdere facturen valselijk te hebben opgemaakt. Deze facturen waren gericht aan verschillende rechtspersonen, maar de werkzaamheden die op de facturen stonden vermeld, waren in werkelijkheid voor privédoeleinden verricht. De feiten vonden plaats in de periode van 3 oktober 2000 tot en met 3 maart 2005, waarbij de verdachte en zijn neef samenwerkten om deze onrechtmatige praktijken te faciliteren. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachte feitelijk leiding had gegeven aan de verboden gedragingen, ondanks dat hij en zijn neef ontkenden direct betrokken te zijn geweest bij de valsheid in geschrift. De officier van justitie had een werkstraf van 200 uren en een geldboete van € 40.000,-- geëist, maar de rechtbank besloot tot een voorwaardelijke werkstraf, rekening houdend met het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking was gekomen en dat het financieel nadeel voornamelijk aan de opdrachtgevers kon worden toegeschreven. De rechtbank benadrukte dat de verdachte en zijn neef zich bewust waren van de laakbaarheid van hun handelingen en dat er interne maatregelen waren genomen om herhaling te voorkomen. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een geldboete van € 40.000,--, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/920029-06
Uitspraak d.d. 14 oktober 2008
Tegenspraak / dip
Raadsman: mr. Steenbergen
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [1961],
wonende te [adres en plaats].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 september 2008.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
[verdachte aannemingsbedrijf B.V.] op een of meer tijdstippen in de
periode van 3 oktober 2000 tot en met 3 maart 2005, in de gemeente Epe,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere
rechtsperso(o)n(en) en/of met een of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans
alleen, na te noemen of een of meer van na te noemen (verkoop)facturen, te
weten:
A) een factuur, gedateerd 3 oktober 2000, met factuurnummer 18214-10602,
geadresseerd aan [naam A] Ontwikkeling B.V.[adres 1 te plaats],
betreffende: renovatie kap, adres [adres 2 te plaats] (vindplaats
document: bijlage 1) en/of
B) een factuur, gedateerd 22 januari 2003, met factuurnummer 19730-10602,
geadresseerd aan [naam A] Ontwikkeling B.V., [adres 1 te plaats],
betreffende: [adres 3 te plaats] (vindplaats document: bijlage 43) en/of
C) een factuur, gedateerd 24 april 2001, met factuurnummer 18663-16871,
geadresseerd aan [naam B] Verlichtingsind. B.V., [adres 4 te plaats], betreffende: Diverse werkzaamheden (vindplaats document: bijlage
72) en/of
D) een factuur, gedateerd 21 mei 2003, met factuurnummer 19916-16871,
geadresseerd aan [naam B] Verlichtingsind. B.V., [adres 4 te plaats], betreffende: onderhoudswerkzaamheden, adres [adres 4 te plaats] (vindplaats document: bijlage 94) en/of
E) een factuur, gedateerd 19 december 2002, met factuurnummer 19618-10508,
geadresseerd aan Fa. Gebr. [naam C], [adres 5 te plaats], betreffende:
reparatie dakconstructie en nieuwe chemicaliën opslag, (vindplaats document:
bijlage 125) en/of
F) een factuur, gedateerd 2 mei 2003, met factuurnummer 19869-12500,
geadresseerd aan [naam D] Beheer B.V. te [plaats], betreffende: onderhoud
slachterijen, 1e termijn dakdekkerswerk (vindplaats document: bijlage 139)
en/of
G) een factuur, gedateerd 4 juni 2003, met factuurnummer 19945-12500,
geadresseerd aan [naam D] Beheer B.V. te [plaats], betreffende: onderhoud
slachterijen, 2e termijn dakdekkerswerk (vindplaats document: bijlage 140)
en/of
H) een factuur, gedateerd 1 juli 2004, met factuurnummer 20594-12500,
geadresseerd aan [naam D] Beheer B.V. te [plaats], betreffende (ondermeer): 1e
termijn onderhoud stallen 1e fase en/of 1e termijn onderhoud stallen 2e fase
(vindplaats document: bijlage 178) en/of
I) een factuur, gedateerd 13 oktober 2004, met factuurnummer 20742-12500,
geadresseerd aan [naam D] Beheer B.V. te [plaats], betreffende (ondermeer): 2e
termijn onderhoud stallen 1e fase (vindplaats document: bijlage 179) en/of
J) een factuur, gedateerd 3 maart 2005, met factuurnummer 20978-12500,
geadresseerd aan [naam D] Beheer B.V. te [plaats], betreffende (ondermeer): 6e
termijn ketelhuis [naam D] en/of 4e termijn renovatie koelcel [naam D] en/of
2e termijn aanpassing keurmeestersruimte en/of 3e termijn onderhoud stallen 1e
fase en/of 3e termijn onderhoud stallen 2e fase (vindplaats document: bijlage
180) en/of
één of meer andere factu(u)r(en),
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen -
valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst met het oogmerk om die
factu(u)r(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen
gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken en/of dat vervalsen (telkens) hierin
bestaan dat op genoemde factu(u)r(en) (telkens) werkzaamheden werd(en) vermeld
die betrekking hadden op de geadresseerde rechtsperso(o)n(en), terwijl die
vermelde werkzaamheden in werkelijkheid, geheel en/of gedeeltelijk, voor (een)
privé perso(o)n(en) en/of privé doeleinde(n) waren verricht, althans de in die
factuur/facturen omschreven werkzaamheden in werkelijkheid niet en/of
gedeeltelijk niet waren verricht ten behoeve van geadresseerde onderneming,
zulks terwijl hij, verdachte, al dan niet in vereniging met een of meer
anderen, tot bovenomschreven strafbare feit(en) opdracht heeft gegeven, dan
wel feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden
gedraging(en).
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De overwegingen (voetnoot 1)
A. De vaststaande feiten / aanleiding
Het onderzoek (voetnoot 2) tegen verdachte en zijn neef is ingesteld naar aanleiding van controles door de Belastingdienst bij [naam A] Ontwikkeling B.V. te [plaats] en [naam D] Beheer B.V. te [plaats].
Uit deze controles kwam naar voren dat deze vennootschappen onder meer van aannemingsbedrijf [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] te [plaats], aan hen gerichte facturen hadden ontvangen en voldaan, hoewel de gefactureerde prestaties waren opgedragen door en ten goede gekomen aan in enige relatie met deze vennootschappen staande particulieren. Een deel van deze facturen is in het kader van het onderhavige onderzoek nader onderzocht.
Op 9 januari 2007 is de volledige administratie van [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] door de belastingdienst in beslag genomen.
[verdachte aannemingsbedrijf B.V.] voert bouwprojecten uit. De directie over het bedrijf wordt gevoerd door de [verdachte] en [medeverdachte], die neven van elkaar zijn.
B. Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat er meermalen valsheid in geschrift is gepleegd, formeel door het [verdachte aannemingsbedrijf], maar feitelijk door de twee directeuren (verdachte en zijn neef [medeverdachte]) onder de paraplu van hun bedrijf.
De officier van justitie baseert zich daarbij op het onderzoek van de belastingdienst, de verschillende facturen aan [naam A] Ontwikkeling B.V., [naam B] Verlichtingsindustrie B.V., Fa. Gebr. [naam C] en [naam D] Beheer B.V., de verklaringen van de verschillende opdrachtgevers/getuigen en de verklaringen die verdachten (verdachte en [medeverdachte]) over de dagelijkse gang van zaken en de wijze van factureren hebben afgelegd.
C. Het standpunt van de verdediging
In aanvulling op de in zijn pleitnota vermelde verweren is door de raadsman ter terechtzitting gesteld, dat uit het ten laste gelegde niet blijkt in welk opzicht de betrokken facturen zouden moeten worden aangemerkt als onjuist en valselijk opgemaakt.
Door de raadsman is voorts gesteld dat de ten laste gelegde gedraging geen strafbaar feit oplevert, omdat het vereiste oogmerk ontbreekt. De enkele gedraging van de B.V. om voor een particulier uitgevoerde prestaties te factureren aan een onderneming is geen strafbaar feit. Dit dient naar de opvatting van de raadsman te leiden tot vrijspraak danwel ontslag van alle rechtsvervolging.
Tenslotte heeft de raadsman aangevoerd, dat verdachte binnen de onderneming feitelijk een andere rol vervulde dan zijn neef en dat de directe betrokkenheid van verdachte bij de tenlastegelegde feiten niet is aangetoond, zodat verdachte om die reden moet worden vrijgesproken van het feitelijk leiding geven aan of opdracht geven tot die gedragingen.
D. Beoordeling van de tenlastelegging
Naar het oordeel van de rechtbank voldoet de tenlastelegging aan alle uit artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering voortvloeiende vereisten, ook in die zin dat zij duidelijk maakt waarom de facturen zouden moeten worden aangemerkt als onjuist en valselijk opgemaakt.
De rechtbank acht voor het bewijs de volgende feiten en omstandigheden redengevend.
Verdachte heeft bij de FIOD ten aanzien van hem voorgehouden en getoonde facturen niet inhoudelijk willen verklaren.
Hij heeft wel verklaard (voetnoot 3) dat de administratie van Aannemingsbedrijf [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] door zijn neef en hem werd gedaan. De facturen werden door hem en zijn neef ([medeverdachte]) gemaakt, althans zij bepaalden wie er een factuur kreeg en hoe deze factuur er uit moest zien. Het feitelijk typen van de facturen en het verwerken daarvan in de administratie gebeurde door de administratief medewerkster.
Medeverdachte [medeverdachte] (verdachtes neef) heeft bij de politie ten aanzien van hem voorgehouden en getoonde facturen evenmin inhoudelijk willen verklaren.
Hij heeft wel verklaard (voetnoot 4) dat hij binnen Aannemingsbedrijf [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] samen met zijn neef ([verdachte]) allerlei zaken regelt en zij hun taken niet specifiek hebben afgebakend.
De belastingdienst (voetnoot 5) heeft in de administratie van [naam A] Ontwikkeling B.V. een aantal facturen aangetroffen van [verdachte aannemingsbedrijf B.V.], dat vermoedelijk betrekking had op de verbouwing van de woning en de garage van [naam A] aan [adres 6 te plaats]. Onder meer werd aangetroffen de factuur (voetnoot 6) 18214-10602, 03-10-2000, ten bedrage van fl. 28.312,15 exclusief omzetbelasting, met in de omschrijving "Renovatie kap, [adres 2 te plaats]".
In de periode 2002/2003 werd door [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] de garage bij de woning van [naam A] verbouwd. [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] heeft vier facturen gezonden aan [naam A] Ontwikkeling B.V. met in de omschrijving "[adres 3 te plaats]". Vermoedelijk hebben die facturen betrekking op de verbouwing aan de villa en de garage van [naam A] aan [adres 7].
In de administratie van [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] werd aangetroffen de factuur (voetnoot 7) nummer 19730-10602, 22-01-2003, factuurbedrag € 17.500,00 exclusief omzetbelasting, met in de omschrijving "[adres 3 te plaats], 2e termijn".
In de administratie van [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] werd een projectadministratie met betrekking
tot de verbouwing van de garage aan [adres 6] aangetroffen met het projectnummer 00-1015. Aan de hand van die projectadministratie werden de op dat project betrekking hebbende inkoopfacturen uit de in beslag genomen administratie van [verdachte] opgezocht. Op deze facturen werd veelal door de onderaannemer dan wel door [verdachte] het adres van de werkzaamheden gezet. Daaruit kon worden opgemaakt op welk adres de werkzaamheden betrekking hadden.
Aan de hand daarvan is door de belastingdienst becijferd dat slechts een deel van het bedrag dat betrekking zou hebben op de verbouwing van de garage, aan [naam A] privé in rekening is gebracht.
Verder werd in de digitale administratie die bij [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] in beslag is genomen een document aangetroffen met het opschrift "Overzicht Nacalculaties 2000". In dit overzicht was onder meer bovenvermelde factuur opgenomen. Uit dit overzicht viel af
te lezen dat de Inkoopkosten van werknummer 00-1015 totaal fl. 57.464,19 hebben
bedragen, dat daarvan op 07/06 fl. 15.000,00 is gefactureerd aan [naam A] en dat daarvan op 3 oktober 2003 fl. 28.312,15 met de opmerking "(verbouw woning)" is gefactureerd aan [naam A] Ontwikkeling B.V..
Op basis van het projectoverzicht werden de bij dit project behorende facturen van de
onderaannemers uit de in beslag genomen administratie van [verdachte aannemingsbedrijf B.V.]
opgezocht. Op verschillende facturen/kopiefacturen en een offerte werden verschillende vermeldingen geconstateerd, zoals "[naam A]" en met potlood "[adres 6]", "[adres 6]";
"[naam A] [adres 6]", "[naam A] [adres 6]"; "werk: [naam A]", "van [naam A] [plaats]", "[adres 6] [plaats]" en "[adres 6]".
Het ging daarbij om de navolgende facturen van:
- kopiefactuur [naam E] (voetnoot 8), f 1645,00 ex. Op de kopiefactuur staat "[adres 6]";
- kopiefactuur [naam F] (voetnoot 9) f 98,-- ex. Hierop staat "werk: [naam A]";
- factuur [naam G] B.V. (voetnoot 10), f. 2065,60 ex. Op de factuur staat "[adres 6]".
Aan de hand van de projectadministratie van [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] werd onder het project 02-1091 een aantal facturen aangetroffen, met daarop verschillende vermeldingen.
Het ging daarbij onder andere om de volgende facturen:
- [naam H] (voetnoot 11), factuurnummer 250256, met daarop onder andere "[adres 7]";
- [naam H], factuurnummer 301427, met daarop onder andere "[adres 7]";
- Bosch Dienstverlening, factuur 02-1221, met daarop "[naam A] Werk aan de
[adres 7] in [plaats]";
- [naam G] (voetnoot 12), factuurnummer 20021086, met daarop onder andere "[naam A],
[adres 7] te [plaats]";
- [naam J] (voetnoot 13), factuurnummer 10074, met daarop onder andere "[naam A, adres 7 te plaats]
- [naam K] (voetnoot 14), factuurnummer 22010127, met daarop op blad 2 de tekst "[naam A, adres 7] [plaats]";
- [naam K], factuurnummer 22009865, met daarop op blad 3 de tekst "[naam A]
[adres 7] [plaats]";
Verdachte heeft verklaard (voetnoot 15) dat alle kosten van elk project op projectnummer in de projectadministratie worden ingevoerd. Wanneer het project niet op de factuur van de leverancier staat, wordt de naam van het project alsnog op de inkomende factuur bijgeschreven.
[naam A], directeur van [naam A] Ontwikkeling B.V., heeft tegenover de FIOD verklaard (voetnoot 16) dat het pand [adres 7] te [plaats] zijn woonhuis is geweest tot het moment dat hij in november 2002 is verhuisd naar de [adres 7].
Hij heeft het pand [adres 2] op een gegeven moment verkocht aan zijn dochters. [naam A] Ontwikkeling B.V. is eigenaar van verschillende panden aan d[adres 3]. [verdachte] werkte regelmatig voor hem, zowel in privé als voor de B.V..
[naam A] heeft verder verklaard dat het in de aannemers/projectontwikkelingswereld niet vreemd is om privé uitgaven zakelijk te boeken.
In een aantal gevallen zal het zijn gebeurd dat hij privé-uitgaven zakelijk heeft laten verantwoorden. Ten aanzien van [verdachte] project [adres 3] zal het initiatief daartoe meer bij hem hebben gelegen dan bij [verdachte]. Een en ander is gebeurd om op die manier in privé geld te besparen, zodat privé gemaakte kosten ten laste van de ondernemingen werden gebracht en op die manier privé minder belasting zou worden betaald.
[naam A] heeft over de facturen van [naam H] Oost B.V. (bijlage 53 en 54) verklaard dat [verdachte] bij hem de garage heeft verbouwd.
Ten aanzien van de factuur van [naam G] (bijlage 56) heeft hij verklaard dat [naam G] naast werk op de [adres 3] ook werk heeft verricht in zijn privé woning. [naam A] sluit niet uit dat deze factuur gedeeltelijk betrekking heeft op de werkzaamheden die [naam G] heeft verricht in zijn woonhuis op [adres 7].
Er zijn aanpassingen verricht aan de bestaande CV-installatie in de garage, terwijl er ook op het adres [adres 3] aanzienlijke werkzaamheden zijn verricht aan de CV-installatie.
Geconfronteerd met de factuur van [naam J] stukadoors en sierpleisterbedrijf B.V.
(bijlage 57) met factuurnummer 10074 en datum 25 november 2002 heeft [naam A] verklaard dat in de garage op het adres [adres 7] is gestukadoord, evenals op het adres [adres 3]. Hij heeft er geen verklaring voor dat ook op deze factuur staat dat het werk heeft plaatsgevonden op [adres 7].
Ten aanzien van de facturen van [naam K] (bijlage 58 en 59) heeft [naam A] verklaard dat [naam K] niet op de facturen zou hebben gezet "werk [naam A adres 7]", wanneer het werk niet op die locatie zou zijn uitgevoerd.
In de administratie van [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] is door de FIOD aangetroffen
- een factuur (voetnoot 17) met nummer 18663-16871, 24 april 2001, betreffende werknummer 01-0019, gericht aan [naam B] Verlichtingsindustrie B.V. voor fl. 3.354,65 exclusief BTW, met in de omschrijving "Diverse werkzaamheden" en "conform ons overzicht d.d. 24 april
2001";
- Factuur (voetnoot 18) met nummer 19916-16871, 21 mei 2003, betreffende werknummer 03-1031
gericht aan [naam B] Verlichtingsindustrie B.V. voor € 6.1 87,03 exclusief BTW, met
in de omschrijving "Onderhoudswerkzaamheden Adres: [adres 4] te [plaats]"
en "...conform ons overzicht d.d. 21 mei 2003".
[naam B] (voetnoot 19) heeft ten aanzien van de factuur van 24 april 2001 verklaard dat de
werkzaamheden zijn uitgevoerd aan [adres 8] te [plaats]. Het ging om nieuwe tegels in de keuken van zijn woning. Deze factuur had naar zijn huisadres gestuurd moeten worden.
Over de factuur van 21 mei 2003 heeft [naam B] verklaard dat die factuur betrekking had op werk dat bij zijn broer aan [adres 9 te plaats] is uitgevoerd. Dit had niet aan [naam B] B. V. gefactureerd mogen worden en er is een verkeerde omschrijving op deze factuur gezet.
De werkzaamheden zijn uitgevoerd aan [adres 9 plaats], het woonadres van
zijn broer. De gehele factuur heeft daar betrekking op. De omschrijving op de factuur is niet correct.
[naam B] heeft verder verklaard dat hij in het algemeen wel met [verdachte] over de inhoud van de facturen heeft gesproken. Het huis van zijn ouders is door [verdachte] gebouwd en bij het huis van zijn zus heeft een forse verbouwing plaatsgevonden. Bij hem thuis zijn nog wat kleinere klussen door [verdachte] uitgevoerd. Voor [naam B] B.V. heeft [verdachte] regelmatig werkzaamheden uitgevoerd. Daarbij is in het algemeen ook wel gesproken over facturatie.
Hij heeft met [medeverdachte] gesproken over de wijze van factureren, waarbij ook gesproken is over het factureren van de privé-werkzaamheden. Misschien dat daardoor bij [medeverdachte] het idee is ontstaan om facturen naar het zakelijke adres te sturen.
Door de FIOD is tevens in de administratie van [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] aangetroffen een
factuur (voetnoot 20) 19618-10508 ten bedrage van € 25.000,00 exclusief omzetbelasting, met
projectnummer 02-1 071 gericht aan Fa. Gebr. [naam C] Textielreiniging, datum 19
december 2002, met onder andere de omschrijving "Reparatie dakkonstruktie en
nieuwe chemicaliën opslag. 1ste termijn".
In de administratie werd ook een offerte betreffende "Reparatie dakconstructie en
chemicaliënopslag" aangetroffen. Uit een bij deze offerte gevoegd overzicht kwam naar voren dat, hoewel in de aanhef van de technische omschrijving werd gesproken van "dakconstructie en chemicaliënopslag bij de wasserij", het ging om de verbouwing van een woning.
[naam C] (voetnoot 21) heeft verklaard dat de factuur betrekking heeft op de verbouwing van de privé-woning aan [adres 10 te plaats]. Hij heeft [verdachte] gevraagd om dat te factureren als een verbouwing van de wasserij aan [adres 5]. Hij heeft één van de twee neven [verdachte] gevraagd, hij denkt aan [verdachte], of het een probleem was om dit op [adres 5] te zetten en zo is het vervolgens ook gegaan. Op de factuur staat reparatie dakkonstruktie en nieuwe chemicaliënopslag, maar daar had moeten staan dat het de verbouwing van de woning aan [adres 10] betrof.
In de administratie van [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] is door de FIOD ook een aantal facturen aangetroffen gericht aan [naam D] Beheer B.V.. Het gaat daarbij onder meer om de volgende facturen:
- factuur (voetnoot 22) 19869-12500, 2 mei 2003, gericht aan [naam D] Beheer B.V. voor een
bedrag exclusief omzetbelasting van € 15.000,00 (€ 17.850,00 inclusief), met onder
andere in de omschrijving "Betreft: Onderhoud slachterijen, l e termijn,
dakdekkerswerk";
- factuur (voetnoot 23) 19945-12500, 4 juni 2003, gericht aan [naam D] Beheer B.V. voor een
bedrag exclusief omzetbelasting van € 15.000,00 (€ 17.850,00 inclusief), met onder
andere in de omschrijving "Betreft: Onderhoud slachterijen, 2e termijn,
dakdekkerswerk";
- factuur (voetnoot 24) 20594-12500, 1 juli 2004, gericht aan [naam D] Beheer B.V. voor een
bedrag exclusief omzetbelasting van € 62.500,00, waarvan € 2.500,00 betrekking
heeft op deze werkzaamheden. In de factuur staat als omschrijving onder andere "1e
termijn onderhoud stallen 1e fase";
- factuur (voetnoot 25) 20742-12500, 13 oktober 2004, gericht aan [naam D] Beheer B.V. voor een
bedrag exclusief omzetbelasting van € 156.126,17, waarvan € 10.000,00 betrekking
heeft op deze werkzaamheden. In de factuur staat als omschrijving onder andere "2e
termijn onderhoud stallen l e fase";
- factuur (voetnoot 26) 20978-12500, 3 maart 2004, gericht aan [naam D] Beheer B.V. voor een
bedrag exclusief omzetbelasting van € 631 06,82, waarvan € 15.31 139 betrekking
heeft op deze werkzaamheden. In de factuur staat als omschrijving onder andere "3e
termijn onderhoud stallen 1e fase [naam D] eindafrekening d.d. 31-1 2-2004".
In de administratie (voetnoot 27) werden verder een aantal overzichten aangetroffen die de stand van de van de facturatie aan [naam D] weergaf op projectbasis, waarvan een project was aangeduid als "[naam D], [adres 11, plaats]" (voetnoot 28).
In een overzicht (voetnoot 29) werd een factuur aangetroffen van onderaannemer [naam L] B.V.. Deze factuur (voetnoot 30) van [naam L] werd twee keer in de administratie van [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] aangetroffen, namelijk een keer in de inkoopadministratie en een tweede factuur bij bedoeld overzicht. Op de factuur onder bijlage 144 is handmatig geschreven "onderhoud slachterij op nacalculatie".
[naam M] van [naam L] B.V. heeft verklaard (voetnoot 31) dat die factuur, met als werkadres
Exportslachterij [naam D], op verzoek van [medeverdachte] opnieuw is aangemaakt,
met een andere omschrijving.
[medeverdachte] had gebeld met [naam M] sr. met het verzoek de omschrijving van de factuur aan te passen van [adres 11] te [plaats] in Exportslachterij [naam D]. Zijn vader heeft daarop de factuur veranderd. De factuur had betrekking op werkzaamheden aan een keuken aan de [adres 11] te [plaats].
Het handschrift op de factuur die [naam M] is getoond is volgens hem van [verdachte].
[naam D] heeft verklaard (voetnoot 32) dat het fout is gegaan met de facturen van
[verdachte] en dat er ten onrechte privé werkzaamheden aan de zaak zijn gefactureerd.
[naam D] (voetnoot 33) heeft op de vraag of er op het adres [adres 11] in [plaats] in de
periode 2003 een nieuwe keuken geplaatst is door [naam L] B.V, naar aanleiding van de factuur van [naam L] B.V., verklaard dat [naam L] bij hem thuis is geweest voor de keuken.
In een in de administratie van [verdachte aannemingsbedrijf B.V.] aangetroffen overzicht (voetnoot 34) van werknummer 03-1092 werd door de FIOD een aantal door onderaannmers (voetnoot 35) in rekening gebrachte facturen gevonden, waaronder factuur 12710 van Glashandel Wolf voor de levering van glas ad € 5.600,-- (excl. BTW) en een factuur 2294/1572 van installatiebedrijf [naam N]f-[plaats] B.V. voor werkzaamheden aan de vloerverwarming.
Met betrekking tot project 03-1092 heeft B. [naam D] verklaard (voetnoot 36) dat er in zijn vorige woning aan [adres 12] aanpassingen hebben plaatsgevonden waarvan hij het idee had dat de facturen daarvan niet bij hem terecht waren gekomen. Hij heeft met [verdachte], doorgaans met [medeverdachte], besproken dat er aanpassingen in zijn woning dienden plaats te vinden Kennelijk zij n die werkzaamheden aan het bedrijf [naam D] Beheer B.V. gefactureerd.
In het kader van de hem getoonde overzichten en facturen heeft [naam D] verklaard dat de omschrijving "onderhoud stallen 1e fase" hem in relatie tot werkzaamheden aan zijn woning niets zegt. Hij weet dat de voordeur van zijn woning is gewijzigd. Het zou kunnen zijn dat een deel van het hout wat hierin is verwerkt op deze deur betrekking heeft."
De factuur van [naam N] heeft betrekking op vloerverwarming. Het zou kunnen zijn dat [naam O] bij hem thuis heeft gewerkt. Er is nieuw glas is gekomen en het zou kunnen zijn dat [naam O] wat schilderwerk heeft gedaan.
Bewijsverweren
De rechtbank verwerpt het verweer dat per factuur aangetoond zal moeten worden dat verdachte op enige wijze direct betrokken is geweest bij het valselijk opmaken.
Voor de rechtbank staat voldoende vast dat binnen de onderneming sprake was van een zekere structuur en werkwijze, waarbij verdachte [verdachte] ("[verdachte]") voornamelijk het kantoorgedeelte voor zijn rekening nam en [medeverdachte] ("[medeverdachte]") de feitelijke contacten met de clientèle onderhield. Voorzover beiden hebben verklaard blijkt daaruit dat zij samen de dagelijkse leiding en verantwoording voor het bedrijf hadden en hebben.
De rechtbank overweegt voorts dat
a. verdachten op geen enkele wijze hebben ontkend of betwist dat zij van elkaars handelen in relatie tot de ten laste gelegde gedragingen weet hadden en
b. verdachten hebben verklaard dat er binnen de directievoering geen sprake was een functiescheiding.
Hieruit vloeit voort dat sprake was van een zo nauwe samenwerking dat de handelingen van de een ook voor rekening van de ander komen. Daarbij is het naar het oordeel van de rechtbank niet noodzakelijk en van belang, wie van de beide verdachten precies welke handeling heeft verricht.
Voorts merkt de rechtbank ten overvloede op, dat ook verwijtbare passiviteit kan leiden tot een veroordeling terzake van feitelijk leiding geven aan de verboden gedraging (HR/NJ87, 321/322).
Tenslotte verwerpt de rechtbank de met elkaar samenhangende verweren, dat de betrokken facturen niet valselijk werden opgemaakt althans dat het ten laste gelegde oogmerk ontbrak, nu het wettelijk niet verboden en in de praktijk niet ongebruikelijk is een verrichte prestatie te factureren aan een ander dan de opdrachtgever.
De rechtbank overweegt daartoe, dat uit de bewijsmiddelen onmiskenbaar naar voren komt, dat de betrokken opdrachtgevers deze factureringswijze prefereerden teneinde op illegale wijze financieel voordeel te behalen en dat verdachte met zijn neef aan deze factureringswijze heeft medegewerkt in de wetenschap, dat de facturen voor dat doel zouden (kunnen) worden gebruikt.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair en onder 3 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
[verdachte aannemingsbedrijf B.V.] op tijdstippen in de periode van 3 oktober 2000 tot en met 3 maart 2005, in de gemeente [plaats], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met andere rechtspersonen en/of met natuurlijke personen, na te noemen (verkoop)facturen, te weten:
A) een factuur, gedateerd 3 oktober 2000, met [factuurnummer],
geadresseerd aan [naam A] Ontwikkeling B.V. [adres 1 te plaats],
betreffende: renovatie kap, [adres 2 te plaats] en
B) een factuur, gedateerd 22 januari 2003, met factuurnummer 19730-10602,
geadresseerd aan [naam A] Ontwikkeling B.V. [adres 1 te plaats],
betreffende: [adres 3 te plaats] en
C) een factuur, gedateerd 24 april 2001, met factuurnummer 18663-16871,
geadresseerd aan [naam B] Verlichtingsind. B.V., [adres 4 te plaats], betreffende: Diverse werkzaamheden en
D) een factuur, gedateerd 21 mei 2003, met factuurnummer 19916-16871,
geadresseerd aan [naam B] Verlichtingsind. B.V., [adres 4 te plaats], betreffende: onderhoudswerkzaamheden, adres [adres 4 te plaats] en
E) een factuur, gedateerd 19 december 2002, met factuurnummer 19618-10508,
geadresseerd aan Fa. Gebr. [naam C], [adres 5 te plaats], betreffende:
reparatie dakconstructie en nieuwe chemicaliën opslag en
F) een factuur, gedateerd 2 mei 2003, met factuurnummer 19869-12500,
geadresseerd aan [naam D] Beheer B.V. te [plaats], betreffende: onderhoud
slachterijen, 1e termijn dakdekkerswerk en
G) een factuur, gedateerd 4 juni 2003, met factuurnummer 19945-12500,
geadresseerd aan [naam D] Beheer B.V. te [plaats], betreffende: onderhoud
slachterijen, 2e termijn dakdekkerswerk en
H) een factuur, gedateerd 1 juli 2004, met factuurnummer 20594-12500,
geadresseerd aan [naam D] Beheer B.V. te [plaats], betreffende (onder meer): 1e
termijn onderhoud stallen 1e fase en 1e termijn onderhoud stallen 2e fase en
I) een factuur, gedateerd 13 oktober 2004, met factuurnummer 20742-12500,
geadresseerd aan [naam D] Beheer B.V. te [plaats], betreffende (onder meer): 2e
termijn onderhoud stallen 1e fase en
J) een factuur, gedateerd 3 maart 2005, met factuurnummer 20978-12500,
geadresseerd aan [naam D] Beheer B.V. te [plaats], betreffende (onder meer): 6e
termijn ketelhuis [naam D] en 4e termijn renovatie koelcel [naam D] en
2e termijn aanpassing keurmeestersruimte en 3e termijn onderhoud stallen 1e
fase en 3e termijn onderhoud stallen 2e fase,
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -
valselijk heeft opgemaakt met het oogmerk om die factuur als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken (telkens) hierin bestaan dat op genoemde factuur werkzaamheden werden vermeld die betrekking hadden op de geadresseerde rechtspersoon, terwijl die vermelde werkzaamheden in werkelijkheid, geheel of gedeeltelijk, voor (een) privé perso(o)n(en) en/of privé doeleinde(n) waren verricht,
zulks terwijl hij, verdachte, in vereniging met een ander, feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedragingen.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
1. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte terzake het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 200 uren en een geldboete van
€ 40.000,--.
In zijn strafeis heeft de officier van justitie, naast het indirect veroorzaakte fiscale nadeel, onder meer betrokken het aantal facturen, de lange pleegperiode, het aantal derden dat door de handelwijze van verdachte en zijn neef is gefaciliteerd en het concurrentievoordeel dat verdachte(n) dusdoende voor hun onderneming binnen de aannemersbranche hebben kunnen behalen. Daar tegenover heeft de officier van justitie ook laten meewegen dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
2. Voor het geval de rechtbank tot een veroordeling mocht komen, heeft de raadsman in overweging gegeven dat het belang bij de onderhavige gedragingen lag bij de opdrachtgevers, aangezien deze direct voordeel daarvan hebben genoten, terwijl het voordeel van verdachte privé nihil is geweest.
3. De rechtbank acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
4. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte en zijn neef hebben, door te handelen als bewezenverklaard, bijgedragen aan het creëren van illegaal fiscaal en/of ander voordeel ten behoeve van voor het door hen geleide bedrijf zakelijk belangrijke personen. Het aannemingsbedrijf vervulde daarin jarenlang een sleutelpositie en trad daarin sturend en regisserend op.
Verondersteld mag worden dat het bedrijf aldus ten opzichte van concurrerende bedrijven een betere marktpositie heeft verworven of behouden. Het actief regisseren naar onderaannemers heeft een corrumperend effect en bevestigt frauduleuze praktijken waardoor deze handelwijze als normaal ervaren gaat worden. Het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer moet kunnen worden gesteld in zakelijke geschriften wordt bovendien ondermijnd.
Ten voordele van verdachte weegt dat hij niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen. (voetnoot 37)
Verdachte en zijn neef hebben ter zitting aangegeven zich bewust te zijn van het laakbare van hun handelingen. Naar aanleiding van het gebeurde zijn intern maatregelen genomen en afspraken gemaakt om er voor te zorgen dat dit niet nog eens zal gebeuren.
Door de belastingdienst is weliswaar berekend dat het financiële nadeel kan worden becijferd op een bedrag van € 380.000,--, maar voor de rechtbank is redengevend dat dit nadeel niet zo zeer aan verdachte en zijn neef, maar wel aan de verschillende opdrachtgevers kan worden gekoppeld. Verdachte en zijn neef hebben van het valselijk opmaken van facturen geen direct en berekenbaar economisch voordeel gehad. Aannemelijk is ook dat het initiatief tot de onderhavige handelwijze veelal van de verschillende opdrachtgevers is uitgegaan. Een en ander geeft voor de rechtbank aanleiding om van de door de officier van justitie geformuleerde strafeis in die zin af te wijken, dat de daarvan deel uitmakende werkstraf geheel voorwaardelijk zal worden opgelegd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 22c, 22d, 47, 51, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
* Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
* Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
* Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 200 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 dagen.
Bepaalt, dat de werkstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
* Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 40.000,-- (veertigduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 230 dagen hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, Van de Wetering en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 oktober 2008.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen verbaal, als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte (Stam)proces-verbaal nr. 39264 van de Belastingdienst/FIOD-ECD/kantoor Zwolle (voorzover niet anders is vermeld)
2 (Stam)proces, doorgenummerde dossierpag. 5 t/m 7
3 Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 27 februari 2007, bijlage V1-1, pag. 2/3
4 Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 27 februari 2007, bijlage V2-1, pag. 2
5 (Stam)proces, doorgenummerde dossierpag. 20/21, 25/26
6 Bijlage 1 bij stamproces-verbaal
7 Bijlage 43 bij stamproces-verbaal
8 Bijlage 14 bij Stamproces-verbaal
9 Bijlage 16 bij Stamproces-verbaal
10 Bijlage 20 bij Stamproces-verbaal
11 Bijlagen 53 en 54 bij Stamproces-verbaal
12 Bijlage 56 bij Stamproces-verbaal
13 Bijlage 57 bij Stamproces-verbaal
14 Bijlagen 58 en 59 bij Stamproces-verbaal
15 Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 27 februari 2007, bijlage V1-1, pag. 3
16 Processen-verbaal van verhoor [naam A], bijlage G-1-1, pag. 2 t/m 4, bijlage G-1-2, pag. 5 en 8
17 Bijlage 72 stamproces-verbaal
18 Bijlage 94 stamproces-verbaal
19 Processen-verbaal van verhoor [naam B], bijlage G-3-4, pag. 4, bijlage G-3-2, pag. 2 en 5, en bijlage G-3-3, pag. 1
20 Bijlage 125 stamproces-verbaal
21 Proces-verbaal van verhoor [naam C], bijlage G-2, pag. 3
22 Bijlage 139 stamproces-verbaal
23 Bijlage 140 stamproces-verbaal
24 Bijlage 178 stamproces-verbaal
25 Bijlage 179 stamproces-verbaal
26 Bijlage 180 stamproces-verbaal
27 (Stam)proces, doorgenummerde dossierpag. 53
28 Bijlage 137 stamproces-verbaal
29 Bijlage 143 stamproces-verbaal
30 Bijlage 144 en 145 stamproces-verbaal
31 Proces-verbaal van verhoor [naam M], bijlage G-15, pag. 2
32 Proces-verbaal van verhoor [naam D], bijlage G-7, pag. 3
33 Proces-verbaal van verhoor [naam D], bijlage G-10, pag. 3/4
34 Bijlage 181 stamproces-verbaal
35 Bijlagen 182 en 183 stamproces-verbaal
36 Proces-verbaal van verhoor B. [naam D], bijlage G-11, pag. 2 en 3
37 Justitiële documentatie 22 januari 2008