RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
economische politierechter
parketnummer: 06/925173-08
uitspraak vonnis: 10 november 2008
tegenspraak/dip
[verdachte],
geboren op [1958],
wonende te [adres].
Onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 oktober 2008.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 9 oktober 2007, te Emst, gemeente Epe, heeft gehandeld in strijd met artikel 8 van EG-verordening nr. 1/2005, immers heeft verdachte als houder van een rund op de plaats van vertrek niet ervoor gezorgd dat de technische voorschriften in bijlage I behorende bij voornoemde verordening, bijlage I, hoofdstuk I met betrekking tot het vervoer van dieren werden nageleefd,
aangezien voornoemd rund werd vervoerd terwijl het niet in staat was zich op eigen kracht pijnloos te bewegen en/of zonder hulp te lopen (het rund liep op 3 benen, het linker voorbeen was ernstig gezwollen en werd niet belast vanwege een fractuur humerus);
artikel 9 van de Regeling dierenvervoer 2007
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De (bewijs)motivering (eindnoot 1)
A. Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Verdachte heeft op 9 oktober 2007 een rund met identificatiecode NL 387007371(eindnoot 2) (hierna: het rund) laten vervoeren van zijn veehouderijbedrijf in Loenen, gemeente Apeldoorn, via de bedrijfslocatie van de medeverdachte in Emst, naar slachterij [naam slachterij] in Epe (eindnoot 3) . Volgens een verklaring van de dierenartsen [getuige 1] en [getuige 2] (eindnoot 4) , die voor de Voedsel en Waren Autoriteit in de slachterij controleerden, liep het rund kreupel tengevolge van een humerusfractuur en was het niet in staat zich op eigen kracht pijnloos te bewegen of zonder hulp te lopen (eindnoot 5) . De dierenartsen hebben aangetekend dat het letsel vóór transport, één of twee dagen eerder, moet zijn ontstaan.
C. [getuige 1] (eindnoot 6) en [getuige 2] (eindnoot 7) hebben verklaard dat:
- zij gezamenlijk het rund op 9 oktober 2007 levend hebben gekeurd bij slachterij [naam slachterij];
- het rund tijdens het lopen ernstige pijnscheuten vertoonde en niet op de linker voorvoet wilde staan en nauwelijks op vier poten kon lopen;
- het schoudergewricht van het rund ernstig was gezwollen tengevolge van een humerusfractuur;
- het rund op dat moment niet vervoerd kon worden, omdat het niet pijnloos kon staan of lopen.
Verdachte heeft verklaard (eindnoot 8) dat het rund licht kreupel was, maar niet zodanig dat het niet meer op vier poten kon lopen. Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij bij het laden van het transport aanwezig was en dat het rund op dat moment niet kreupel was, maar wel kreupel was geweest.
De getuige [getuige 3] heeft op 30 oktober 2007 verklaard (eindnoot 9) dat hij als chauffeur in dienst van de medeverdachte op 9 oktober 2007 het rund heeft opgehaald bij verdachtes bedrijf en dat het toen in lichte mate kreupelheid vertoonde, maar dat het wel vrijwel normaal de veewagen op liep.
De getuige [getuige 4] heeft op 30 oktober 2007 verklaard (eindnoot 10) dat hij als chauffeur in dienst van de medeverdachte op 9 oktober 2007 het rund vanaf de bedrijfslocatie van de medeverdachte naar slachterij [naam slachterij] heeft vervoerd. Hij kon wel zien dat het lichtelijk kreupel was, dat was echter verder bijna niet aan het rund te merken.
E. Verwerping bewijsverweer
Naar het oordeel van de economische politierechter is niet aannemelijk geworden dat het rund het letsel eerst tijdens of na het transport heeft opgelopen. Wat de verdachte heeft aangevoerd biedt geen aanknopingspunt om te twijfelen aan de juistheid van de bevindingen van de dierenartsen, waaronder hun conclusie dat het letsel vanwege de omvang van de zwelling vóór het transport moet zijn ontstaan. Van belang hierbij zijn de verklaringen van de chauffeurs waaruit kan worden opgemaakt dat het rund vóór en tijdens het transport al geblesseerd was.
Naar het oordeel van de economische politierechter is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 9 oktober 2007, te Emst, gemeente Epe, heeft gehandeld in strijd met artikel 8 van EG-verordening nr. 1/2005, immers heeft verdachte als houder van een rund op de plaats van vertrek niet ervoor gezorgd dat de technische voorschriften in bijlage I behorende bij voornoemde verordening, bijlage I, hoofdstuk I met betrekking tot het vervoer van dieren werden nageleefd,
aangezien voornoemd rund werd vervoerd terwijl het niet in staat was zich op eigen kracht pijnloos te bewegen en/of zonder hulp te lopen (het rund liep op 3 benen, het linker voorbeen was ernstig gezwollen en werd niet belast vanwege een fractuur humerus).
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de economische politierechter niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de overtreding:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 59 (oud) van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
1. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een geldboete gelijk aan het transactievoorstel van € 480,--.
2. De verdachte heeft aangegeven de eis niet terecht te vinden.
3. De economische politierechter is van oordeel dat de hierna te melden geldboete in overeenstemming is met de ernst van het bewezen verklaarde, de draagkracht van de verdachte en de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is gepleegd, zoals van één en ander ter terechtzitting is gebleken.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Wetboek van Strafrecht: artikelen 23, 24, 24c, 91
Wet op de economische delicten: artikelen 1 (oud), 2 en 6
Verordening (EG) 1/2005: artikelen 3, 8
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren: artikel 59 (oud)
Regeling dierenvervoer 2007: artikel 9
De economische politierechter:
• verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan;
• verklaart niet bewezen wat verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
• verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 59 (oud) van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
• verklaart verdachte strafbaar;
• veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 480,-- (vierhonderdentachtig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door vijf dagen hechtenis.
Aldus gewezen door mr. Van Lookeren Campagne, economische politierechter,
in tegenwoordigheid van Beers-de Badts, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 november 2008.
(Eindnoot 1) Verwezen wordt naar delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, (als bijlagen) opgenomen bij het (stam)proces verbaal, nummer 46004 bij opsporing nr. 50612, Algemene Inspectiedienst Noord en Oost Nederland, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, gesloten en ondertekend op 17 december 2007.
(Eindnoot 2) Schriftelijk stuk, print I&R systeem, bijlage 3.
(Eindnoot 3) Schriftelijk stuk, aanvoerlijst Exportslachterij [naam slachterij], bijlage 2.
(Eindnoot 4) Schriftelijk stuk, diergeneeskundige verklaring, bijlage 1.
(Eindnoot 5) Schriftelijk stuk, foto van het rund, bijlage 2.
(Eindnoot 6) Proces-verbaal verklaring getuige [getuige 1], p 7.
(Eindnoot 7) Proces-verbaal verklaring getuige [getuige 2], p 11.
(Eindnoot 8) Proces-verbaal van verhoor van [verdachte], p. 8.
(Eindnoot 9) Proces-verbaal van verhoor van [getuige 3], p.9.
(Eindnoot 10) Proces-verbaal van verhoor van [getuige 4], p. 9-10.