ECLI:NL:RBZUT:2008:BG6703

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
12 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/550205-08
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Buijs
  • A. Kuiken
  • J. Eijkelestam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in verkeersongeval met fietser te Apeldoorn

Op 12 december 2008 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van schuld aan een verkeersongeval in Apeldoorn. De verdachte was ten laste gelegd dat hij op 14 april 2008, als bestuurder van een personenauto, met een snelheid van 61 kilometer per uur een verkeerslicht negeerde en geen voorrang verleende aan een van links komende fietser, mevrouw [slachtoffer]. Dit resulteerde in een aanrijding waarbij de fietser ernstig letsel opliep, waaronder een kniefractuur en een zware hersenschudding.

Tijdens de zitting op 28 november 2008 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De rechtbank concludeerde dat de getuigenverklaringen en de verkeersongevalsanalyse niet overtuigend genoeg waren om de schuld van de verdachte aan te tonen. De verdachte had verklaard dat zijn verkeerslicht groen was en dat er soms gelijktijdig groen licht voor beide richtingen kan zijn. De rechtbank oordeelde dat de enkele getuigenverklaring van een persoon die zich op grote afstand bevond, niet voldoende was om de schuld van de verdachte te bewijzen.

Gelet op de onvoldoende overtuigende bewijsvoering heeft de rechtbank besloten de verdachte van de gehele tenlastelegging vrij te spreken. De uitspraak benadrukt het belang van overtuigend bewijs in strafzaken, vooral in situaties waar de gevolgen van een verkeersongeval ernstig zijn. De rechtbank heeft de beslissing op de openbare terechtzitting uitgesproken, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/550205-08
Uitspraak d.d.: 12 december 2008
Tegenspraak/ dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats, 1988],
wonende te 8181 JE Heerde, Marktstraat 6.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 november 2008.
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 14 april 2008 te Apeldoorn als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, zijnde een personenauto, daarmede rijdende over de weg, de Burgemeester Quarles van Uffordlaan, althans enige weg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden,
immers is hij, verdachte,
roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
terwijl ter plaatse een maximum snelheid gold van 50 kilometer per uur,
de kruising van de de Burgemeester Quarles van Uffordlaan en de Molenstraat opgereden
-met een snelheid van 61 kilometer per uur, althans met te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse, en/of
-(terwijl) het verkeerslicht voor de voor hem, verdachte, bestemde rijstrook, rood licht uitstraalde, en/of
-(waarbij) hij, verdachte, geen voorrang heeft verleend aan de voor hem, verdachte, van links komende fietser, zijnde mevrouw [slachtoffer], die op voornoemde kruising reed,
waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaatsgevonden tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en (de door) mevrouw [slachtoffer] (bestuurde fiets),
waardoor mevrouw [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een kniefractuur en/of een beenfractuur en/of een enkelfractuur en/of een armfractuur en/of een heupfractuur en/of een zware hersenschudding en/of glas in het gezicht en/of hartritmestoornissen, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
art 175 lid 2 ahf/ond b Wegenverkeerswet 1994
art 175 lid 3 Wegenverkeerswet 1994
art 6 Wegenverkeerswet 1994
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 14 april 2008 in de gemeente Apeldoorn als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee heeft gereden op de weg, de Burgemeester Qualres van Uffordlaan, althans enige weg,
waarbij hij, verdachte, terwijl ter plaatse een maximum snelheid gold van 50 kilometer per uur,
de kruising van de de Burgemeester Quarles van Uffordlaan en de Molenstraat is opgereden
-met een snelheid van 61 kilometer per uur, althans met te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse, en/of
-(terwijl) het verkeerslicht voor de voor hem, verdachte, bestemde rijstrook, rood licht uitstraalde, en/of
-(waarbij) hij, verdachte, geen voorrang heeft verleend aan de voor hem, verdachte, van links komende fietser, zijnde mevrouw [slachtoffer], die op voornoemde kruising reed,
waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaatsgevonden tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en (de door) mevrouw [slachtoffer] (bestuurde fiets),
waarbij mevrouw [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of schade heeft geleden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 5 Wegenverkeerswet 1994
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank kan geen bewezenverklaring volgen voor het onder primair en subsidiair ten laste gelegde.
Uit de verkeersongevalsanalyse blijkt dat de ontruimingstijd tussen beide verkeerslichten
0 seconden bedroeg. Verdachte heeft ter zitting aangegeven dat zijn verkeerslicht groen licht uitstraalde. Nu uit de verklaringen van verdachte en getuigen blijkt dat de verkeerslichten soms gelijktijdig groen uitstralen, dan wel dat er onvoldoende tijd is om door het groene licht te kunnen rijden en waarneming dat verdachte door rood zou zijn gereden afkomstig is van één getuige, die zich op grote afstand van de stopstreep bevond, is niet overtuigend aangetoond dat verdachte schuldig is aan het ten laste gelegde ongeval. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte van de gehele tenlastelegging vrijgesproken dient te worden.
BESLISSING
Spreekt de verdachte van de gehele tenlastelegging vrij.
Aldus gewezen door mr. Buijs, voorzitter, en mrs. Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Damink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 december 2008.