ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8225

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
23 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460352-08 en 06/470415-08
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor een reeks gekwalificeerde diefstallen met bijzondere voorwaarden voor behandeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 23 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een reeks gekwalificeerde diefstallen. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met als bijzondere voorwaarde dat hij zich moet laten behandelen in de Piet Roorda Kliniek voor een periode van twee jaar. Daarnaast is er een werkstraf van 120 uur opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen en pogingen tot diefstal, waarbij hij zich toegang tot de plaatsen des misdrijf heeft verschaft door middel van braak. De feiten vonden plaats in Apeldoorn tussen januari en februari 2008, waarbij onder andere radio's en andere goederen zijn weggenomen uit voertuigen en panden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte en de noodzaak van behandeling om herhaling van strafbare feiten te voorkomen. De officier van justitie had aanvankelijk een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar heeft deze eis aangepast naar een voorwaardelijke straf, gezien de noodzaak van behandeling. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partijen voor schadevergoeding gedeeltelijk toegewezen, maar ook enkele vorderingen niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van behandeling en begeleiding voor de verdachte, gezien zijn eerdere strafbare feiten en de ernst van de gepleegde delicten.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/460352-08 en 06/470415-08
Uitspraak d.d.: 23 december 2008
Tegenspraak/ dip
Na aanhouding: verschenen/oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats, 1980],
wonende te [adres].
Raadsvrouw: mr. Dikkerboom
1. Procesverloop van het onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 7 oktober 2008, waarna het onderzoek is gesloten. Vervolgens is er op 21 oktober 2008 een tussenvonnis uitgesproken, waarbij het onderzoek is heropend om een adviesrapport over verdachte uit te laten brengen. Ook wilde de rechtbank geïnformeerd worden over een definitieve indicatiestelling en over een plan van aanpak in geval van een klinische behandeling.
Vervolgens heeft weer een inhoudelijke behandeling op de terechtzitting van 9 december 2008 plaatsgevonden.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van voornoemde onderzoeken ter terechtzitting.
2. De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
parketnummer 06/460352-08:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 januari
2008 tot en met 19 januari 2008 te Apeldoorn met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een personenauto, merk Suzuki Swift
(parkeerplaats Centraal Beheer, Prins Willem Alexanderlaan 165) heeft
weggenomen een radio/cdspeler, merk Pioneer, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (incident 3)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 januari
2008 tot en met 14 januari 2008 te Apeldoorn (telkens) met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een personenauto (parkeergarage Museum)
heeft weggenomen een radio/cdspeler/MP3-speler (merk Sony), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer B], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren)
onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming (incident 4) en/of
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 januari
2008 tot en met 26 januari 2008 te Apeldoorn ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit de Heuvellaanschool weg te nemen computers en/of
beeldschermen, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde
Heuvellaanschool, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en
zich daarbij de toegang tot de Heuvellaanschool te verschaffen en/of die/dat
weg te nemen computers en/of beeldschermen onder zijn bereik te brengen door
middel van braak, verbreking en/of inklimming, een ruit heeft
ingegooid/ingeslagen en/of kabels losgetrokken, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid (incident 5);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 28 januari 2008 te Apeldoorn ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning aan de [adres]
weg te nemen goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer C], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang
tot goederen te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn
bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, een ruit
heeft ingeslagen/ingegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid (incident 6);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 januari
2008 tot en met 4 februari 2008 te Apeldoorn (telkens) ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening,in/uit een woning aan de [adres] weg te nemen goederen,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer D], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot goederen
te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn bereik te
brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, een ruit heeft
ingeslagen/ingegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet
is voltooid (incident 8);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op of omstreeks 16 februari 2008 in de gemeente Apeldoorn als bestuurder
van een motorrijtuig (tweewielige bromfiets) voor het besturen waarvan een
rijbewijs was vereist, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van
alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes adem bij een
onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de
Wegenverkeerswet 1994, 410 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram
alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl sedert de datum
waarop aan verdachte voor de eerste maal een rijbewijs was afgegeven nog geen
vijf jaren waren verstreken en de eerste afgifte van dat rijbewijs op of na 30
maart 2002 heeft plaatsgevonden;
(gevoegde zaak, Parketnr 550138/08)
art 8 lid 3 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994
7.
hij op of omstreeks 16 februari 2008 in de gemeente Apeldoorn als bestuurder
van een motorrijtuig (tweewielige bromfiets), daarmede heeft gereden op de
voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Stationsstraat, zonder dat er
voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet
aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was gesloten en in stand gehouden;
(gevoegde zaak, Parketnr 550138/08)
art 30 lid 4 Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen
parketnummer 06/470415-08:
1.
hij op of omstreeks 30 december 2007 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand (gelegen aan de Monseigneur
Nolenstraat) heeft weggenomen een (onbekende) hoeveelheid sigaretten, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Tabakspeciaalzaak [slachtoffer E],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg
te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 30 december 2007 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand (gelegen aan de Imkersplaats)
weg te nemen een (onbekende) hoeveelheid drank en/of een (onbekende)
hoeveelheid geld en/of goederen van zijn gading, geheel of ten dele
toebehorende aan Dekamarkt, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en zich daarbij de toegang tot het pand te verschaffen en/of die/dat
weg te nemen drank en/of geld en/of goederen van zijn gading onder zijn bereik
te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- naar dit bedrijf is gereden en/of gegaan en/of
- een steen heeft meegenomen en/of
- met een steen een ruit in een deur heeft kapot gegooid, althans vernield
en/of
- met een steen een winkelruit heeft kapot gegooid, althans vernield, terwijl
de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 30 december 2007 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand (gelegen aan de Snijdersplaats)
weg te nemen een (onbekende) hoeveelheid sigaretten en/of een (onbekende)
hoeveelheid geld en/of goederen van zijn gading, geheel of ten dele
toebehorende aan Cafetaria de Gildenhof, in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot het pand te verschaffen en/of
die/dat weg te nemen sigaretten en/of geld en/of goederen van zijn gading
onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of
inklimming,
- naar dit bedrijf is gereden en/of gegaan en/of
- een steen, althans een stoeptegel heeft meegenomen en/of
- met een steen, althans stoeptegel, een ruit heeft kapot gegooid, althans
vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 22 december 2007 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand (gelegen aan de
Molenmakershoek 17) weg te nemen een (onbekende) hoeveelheid geld en/of één of
meerdere computer(s), geheel of ten dele toebehorende aan Stichting RIBW Oost
Veluwe, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich
daarbij de toegang tot dat bedrijfspand te verschaffen en/of die/dat weg te
nemen hoeveelheid geld en/of computer(s) onder zijn bereik te brengen door
middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- naar dit bedrijf is gegaan en/of
- met een (bak)steen een ruit heeft kapot gegooid, althans vernield en/of
- naar binnen is gegaan via de kapotte ruit,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(parketnummer 800061/08)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3. Ontvankelijkheid van de officier van justitie
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting van 7 oktober 2008 aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard ten aanzien van het onder parketnummer 06/460352-08 onder 7 ten laste gelegde feit. De officier van justitie heeft een brief toegezonden waarin hij heeft meegedeeld dat hij dat feit zou intrekken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie bij brief van 1 oktober 2008 heeft meegedeeld dat hij dat feit zou intrekken, omdat het een overtreding betreft. Uit de inhoud van die brief en uit de ter terechtzitting van 7 oktober 2008 gegeven toelichting heeft de rechtbank opgemaakt dat de officier van justitie in de veronderstelling heeft verkeerd dat deze overtreding niet in combinatie met de overige ten laste gelegde misdrijven aangebracht had kunnen worden, maar dat deze overtreding bij de kantonrechter aangebracht zou moeten worden.
De rechtbank heeft voorts geconstateerd dat de officier van justitie weliswaar het voornemen tot intrekking als voormeld heeft geuit, doch dat voornemen niet in daden heeft omgezet. De rechtbank oordeelt daarom als volgt,
De wetgever heeft dagvaarding ter zake van overtredingen tezamen met misdrijven mogelijk gemaakt. Voor overtredingen dient wel telkens afzonderlijk een straf te worden opgelegd. Nu het aanvankelijk door de officier van justitie geuite voornemen op een kennelijke misvatting berust en wet noch rechtspraak daarom geen vergaande gevolgen verbinden zoals bepleit, verwerpt de rechtbank dit verweer.
4. Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
5. Bewijsoverweging
5.1 De aanleiding
In maart 2008 is de verdachte aangehouden in verband diefstallen bij diverse bedrijven. Hij is toen in bewaring gesteld. Vervolgens heeft hij aangegeven dat hij schoon schip wilde maken. Hij heeft over andere door hem gepleegde inbraken bekennende verklaringen afgelegd.
5.2 Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot vrijspraak van het onder parketnummer 06/460352-08 onder feit 2 ten laste gelegde feit. Hij heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van alle overige ten laste gelegde feiten.
Hij baseert dit op de volgende bewijsmiddelen.
Parketnummer 06/460352-08: De onder 1, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten op grond van de aangiften en de bekennende verklaring van verdachte, waarbij hij van oordeel is dat de aangiften en de verklaringen van verdachte ook op details overeen komen.
Het onder parketnummer 06/460352-08 onder feit 6 ten laste gelegde op grond van de uitslag van de ademanalyse en de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van feit 7 heeft de officier van justitie aangevoerd dat het feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, zonder daarvan bewijsmiddelen aan te dragen.
Ten aanzien van de onder parketnummer 06/460352-08 onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde feiten heeft de officier van justitie het bewijs gebaseerd op de aangiften en de bekennende verklaring van verdachte, waarvan hij van oordeel is dat die op elkaar aansluiten.
5.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat het onder parketnummer 06/460352-08 onder feit 2 ten laste gelegde feit, hoewel de officier van justitie heeft geconcludeerd tot vrijspraak, in haar visie bewezen verklaard zou kunnen worden, maar dat zij zich ten aanzien van dit feit refereert aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van de overige ten laste gelegde feiten heeft zij aangevoerd dat deze bewezen kunnen worden verklaard, nu verdachte daarover zowel ter terechtzitting als bij de politie bekennende verklaringen heeft afgelegd.
5.3 Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 06/460352-08:
Feit 1 (eindnoot 1)
De bewezenverklaring van het feit is gebaseerd op de aangifte (eindnoot 2) door [slachtoffer A] en de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2008 en zijn verklaring (eindnoot 3) tegenover de verbalisanten.
Feit 2
Door [slachtoffer B] is aangifte (eindnoot 4) gedaan van diefstal van een radio uit zijn auto in de periode van 13 januari 2008 te 20.00 uur tot 14 januari 2008 te 06.05 uur. Dit betreft een zeer summiere aangifte.
De verdachte heeft ter terechtzitting van 7 oktober 2008 verklaard dat hij in die periode van half januari 2008 tot en met de eerste week van 2008 tien tot vijftien keer in de
parkeergarage Museum te Apeldoorn is geweest. Hij heeft enerzijds verklaard dat hij zich niet kan herinneren wat hij heeft weggenomen, omdat hij zich die periode slecht kan herinneren. Anderzijds heeft hij ook verklaard dat hij aldaar onder andere een autoradio van het merk Sony heeft weggenomen.
Hoewel verdachte ook een bekennende verklaring heeft afgelegd heeft de rechtbank niet de volle overtuiging dat verdachtes bekentenis ziet op diefstal uit de auto van aangever [slachtoffer B]. Verdachte dient daarom van dit feit vrijgesproken te worden.
Feit 3
De bewezenverklaring van het feit is gebaseerd op de aangifte (eindnoot 5) door [naam 1], en de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2008 en zijn verklaring (eindnoot 6) tegenover de verbalisanten.
Feit 4
De bewezenverklaring van het feit is gebaseerd op de aangifte (eindnoot 7) door [slachtoffer C] en de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2008 en zijn verklaring (eindnoot 8) tegenover de verbalisanten.
Feit 5
De bewezenverklaring van het feit is gebaseerd op de aangifte (eindnoot 9) door [slachtoffer D] en de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2008 en zijn verklaring (eindnoot 10) tegenover de verbalisanten.
Feit 6 (eindnoot 11)
De bewezenverklaring van het feit is gebaseerd op het proces-verbaal van bevindingen (eindnoot 12) , de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2008 en de
de afdruk van het op naam van verdachte staande ademanalyseformulier (eindnoot 13) met het serienummer 04545 van 16 februari 2008 met als onderzoeksresultaat 410 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht.
Feit 7
De bewezenverklaring van het feit is gebaseerd op het stamproces-verbaal (eindnoot 14) waarin wordt gerelateerd dat uit controle is gebleken dat de bromscooter niet verzekerd was en de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2008.
parketnummer 06/470415-08:
Feit 1 (eindnoot 15)
De bewezenverklaring van het feit is gebaseerd op de aangifte (eindnoot 16) door De [slachtoffer E] en de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2008.
Feit 2
De bewezenverklaring van het feit is gebaseerd op de aangifte (eindnoot 17) door [naam 2] namens de
benadeelde Dekamarkt en de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2008.
Feit 3
De bewezenverklaring van het feit is gebaseerd op de aangifte (eindnoot 18) door [naam 3], eigenaar van cafetaria De Gildehof, en de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2008.
Feit 4 (eindnoot 19)
De bewezenverklaring van het feit is gebaseerd op de aangifte (eindnoot 20) door [naam 4] namens Stichting RIBW Oost Veluwe en de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2008.
6. Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 06/460352-08:
1.
hij in de periode van 17 januari 2008 tot en met 19 januari 2008 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een personenauto, merk Suzuki Swift (parkeerplaats Centraal Beheer, Prins Willem Alexanderlaan 165) heeft weggenomen een radio/cdspeler, merk Pioneer, toebehorende aan [slachtoffer A], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
3.
hij op tijdstippen in de periode van 25 januari 2008 tot en met 26 januari 2008 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de Heuvellaanschool weg te nemen computers en
beeldschermen, toebehorende aan voornoemde Heuvellaanschool, zich daarbij de toegang tot de Heuvellaanschool te verschaffen en die weg te nemen computers en beeldschermen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en inklimming, een ruit heeft
ingegooid/ingeslagen en/of kabels heeft losgetrokken, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op 28 januari 2008 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [adres] weg te nemen goederen, toebehorende aan [slachtoffer C], en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, een ruit heeft ingeslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
5.
hij op een tijdstip in de periode van 31 januari 2008 tot en met 4 februari 2008 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning aan de [adres] weg te nemen goederen,
toebehorende aan [slachtoffer D], en die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, een ruit heeft ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
hij op 16 februari 2008 in de gemeente Apeldoorn als bestuurder van een motorrijtuig (tweewielige bromfiets) voor het besturen waarvan een rijbewijs was vereist, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 410 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl sedert de datum waarop aan verdachte voor de eerste maal een rijbewijs was afgegeven nog geen vijf jaren waren verstreken en de eerste afgifte van dat rijbewijs op of na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden;
7.
hij op 16 februari 2008 in de gemeente Apeldoorn als bestuurder van een motorrijtuig (tweewielige bromfiets), daarmede heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Stationsstraat, zonder dat er voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was gesloten en in stand gehouden;
parketnummer 06/470415-08:
1.
hij op 30 december 2007 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een pand (gelegen aan de Monseigneur Nolenstraat) heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten, toebehorende aan Tabakspeciaalzaak [slachtoffer E], waarbij verdachte
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming;
2.
hij op 30 december 2007 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een pand (gelegen aan de Imkersplaats) weg te nemen een hoeveelheid drank en/of een hoeveelheid geld en/of goederen van zijn gading, toebehorende aan Dekamarkt, en zich daarbij de toegang tot het pand te verschaffen en die weg te nemen drank en/of geld en/of goederen van zijn gading onder zijn bereik te brengen door middel van braak,
- naar dit bedrijf is gereden en gegaan en
- een steen heeft meegenomen en
- met een steen een ruit in een deur heeft kapot gegooid, en
- met een steen een winkelruit heeft kapot gegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 30 december 2007 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een pand (gelegen aan de Snijdersplaats) weg te nemen een hoeveelheid sigaretten en/of een hoeveelheid geld en/of goederen van zijn gading, toebehorende aan Cafetaria de Gildenhof, en zich daarbij de toegang tot het pand te verschaffen door middel van braak,
- naar dit bedrijf is gereden en gegaan en
- een steen heeft meegenomen en
- met een steen een ruit heeft kapot gegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij omstreeks 22 december 2007 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand (gelegen aan de Molenmakershoek 17) weg te nemen een hoeveelheid geld en/of één of meerdere computer(s), toebehorende aan Stichting RIBW Oost Veluwe, en zich
daarbij de toegang tot dat bedrijfspand te verschaffen door middel van braak,
- naar dit bedrijf is gegaan en
- met een steen een ruit heeft kapot gegooid,
- naar binnen is gegaan via de kapotte ruit,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
7. Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
8. Kwalificatie van het bewezenverklaarde
Bewezen verklaarde feit(en):
parketnummer 06/460352-08:
feit 1: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 3: poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming, meermalen gepleegd;
feit 4: poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 5: poging tot diefstal waarbij de schuldige de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 6: overtreding van artikel 8, eerste lid en sub a van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 7: als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op een weg rijden zonder dat er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden;
parketnummer 06/470415-08:
feit 1: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming;
feit 2: poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 3: poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 4: poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder parketnummer 06/460352-08 onder 7 bewezen verklaarde feit betreft een overtreding. De overige bewezen verklaarde feiten betreffen misdrijven.
9. Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
10. Oplegging van straf en/of maatregel
10.1
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van
2 jaar met als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich zal laten opnemen in de Piet Roorda Kliniek voor een periode van twee jaar of zoveel korter als de leiding van die kliniek wenselijk oordeelt en dat verdachte zich overigens dient te houden aan de aanwijzingen van de reclassering;
- een werkstraf van 120 uur, te vervangen door 60 dagen hechtenis.
Ter toelichting heeft de officier van justitie aangevoerd, dat hij de ter terechtzitting van 7 oktober 2008 gedane eis heeft bijgesteld van een onvoorwaardelijke naar een voorwaardelijke gevangenisstraf, omdat hij het van belang acht dat verdachte de door de reclassering geadviseerde behandeling zal volgen.
10.2
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat zij de eis van de officier van justitie niet buitensporig vindt en dat ook zij het van belang acht dat verdachte de behandeling zal volgen.
10.3
Bij de straftoemeting neemt de rechtbank het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich schuldig heeft gemaakt aan een reeks gekwalificeerde diefstallen. Dit zijn ernstige feiten, waardoor schade en overlast voor de benadeelden is veroorzaakt. Verdachte is eerder met politie en justitie in aanraking geweest voor het plegen van soortgelijke feiten en is een aantal keren veroordeeld tot vrijheidsstraffen. Dat heeft hem er niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met de ad informandum gevoegde feiten, namelijk:
- 2 februari 2008, Apeldoorn,
Inbraak cafetaria Kokkie, Kweekweg 2, Apeldoorn;
- 1 januari 2008 tot en met 2 februari 2008, Apeldoorn,
Inbraak winkel Koning Lodewijklaan 168 te Apeldoorn;
- 13 januari 2008 tot en met 21 februari 2008, Apeldoorn,
Diefstal door middel van braak uit Mazda 323F
- 2 februari 2008, Apeldoorn,
Poging tot diefstal in/uit auto toebehorende aan [naam 5]
Aangiftes daarvan zijn in het dossier aanwezig en verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij die feiten heeft gepleegd. De officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Bij de bepaling van de duur van de vrijheidsstraf neemt de rechtbank de LOVS-richtlijnen als uitgangspunt. Verder heeft zij rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van verdachte.
In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank mee dat verdachte sinds 27 augustus 2008 op vrijwillige basis is geplaatst in een onderdeel van de forensische verslavingskliniek Piet Roorda (hierna te noemen: FVK) te Apeldoorn. Ondanks een aantal terugvallen is gebleken dat er met de behandeling vooruitgang werd geboekt. Wel leek een setting met een meer gesloten karakter wenselijk. De behandelaars van de FVK hebben verdachte een vervolgaanbod gedaan in de vorm van een klinische behandeling, teneinde het gevaar voor herhaling te verminderen. Verdachte is goed gemotiveerd om de behandeling, die ongeveer twee jaar zal duren, te volgen. Daarna is het wenselijk dat er nog ten minste één jaar begeleiding zal plaats vinden door de reclassering. De reclassering heeft aangegeven dat de behandeling gecombineerd kan worden met het uitvoeren van een taakstraf.
10.4
De rechtbank zal een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Zij zal daaraan de bijzondere voorwaarde verbinden dat een verplichte behandeling en begeleiding aan verdachte wordt opgelegd. Daarbij slaat de rechtbank acht op het voorlichtingsrapport van de reclassering d.d. 2 december 2008, waarin dat voorstel is opgenomen.
De rechtbank zal een kortere voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd, aangezien verdachte een langdurige en intensieve behandeling dient te volgen. Zij zal daaraan een proeftijd van 3 jaar verbinden aangezien het noodzakelijk is gebleken dat verdachte ook na die behandeling nog minimaal één jaar begeleid zal worden, hetgeen verdachte ook heeft verzocht.
Verder zal de rechtbank de geëiste werkstraf opleggen.
Ten aanzien van de bewezen verklaarde overtreding zal zij een geldboete opleggen, waarbij rekening wordt gehouden met de draagkracht van de verdachte.
11. Vorderingen tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer B] had zich aanvankelijk met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 99,32 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/460352-08 onder 2 tenlastegelegde.
Bij brief van 30 augustus 2008 heeft deze meegedeeld niet verder te gaan met de voegingsprocedure. De rechtbank leidt daaruit af dat de vordering is ingetrokken.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk zou dienen te worden verklaard aangezien de verdachte van dit feit wordt vrijgesproken.
De benadeelde partij [slachtoffer C] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 75,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/460352-08 onder 4 ten laste gelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder parketnummer 06-460352/08 onder 4 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks tot het gevorderde bedrag schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
De benadeelde partij Dekamarkt heeft zich met een vordering tot schadevergoeding gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/470415-08 onder 2 ten laste gelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank dient de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat daarin geen schadebedrag is genoemd.
De benadeelde partij [naam 3] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 418,08 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/470415-08 onder 3 ten laste gelegde.
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot een bedrag van € 300,92, zijnde de glasschade exclusief BTW. De verdachte is voor de schade -naar burgerlijk recht- aansprakelijk.
Voor wat betreft de gevorderde BTW zal de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, daar de benadeelde partij dit bedrag kan verrekenen met de belastingdienst.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu zij van oordeel is dat dat deel van de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafgeding
De benadeelde partij [naam 6] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.300,-- gevoegd in het strafproces.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu de vordering ziet op een gebeurtenis die niet aan verdachte ten laste is gelegde. Bovendien is de vordering niet onderbouwd.
12. Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het
bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht telkens de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemde slachtoffers.
12. Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 23, 24, 24c, 27, 36f, 45, 57, 62, 91, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, 8 en 178 van de Wegenverkeerswet 1994 en 30 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart, zoals hiervoor overwogen, niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 06/460352-08 onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
- verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte de onder parketnummer 06/460352-08 onder 1, 3, 4, 5, 6 en 7 en de onder parketnummer 06/470415-08 onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
parketnummer 06/460352-08:
feit 1: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 3: poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak en inklimming, meermalen gepleegd;
feit 4: poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak;
feit 5: poging tot diefstal waarbij de schuldige de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 6: overtreding van artikel 8, eerste lid en sub a van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 7: als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op een weg rijden zonder dat
er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet
aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden;
parketnummer 06/470415-08:
feit 1diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht
door middel van braak en inklimming;
feit 2: poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak;
feit 3: poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 4: poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte ten aanzien van de onder parketnummer 06/460352-08 onder 1, 3, 4, 5 en 6 en de onder parketnummer 06/470414-08 onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde feiten tot:
* een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden.
Bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich binnen 2 jaren na ingang van onderstaande proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel gedurende de hierbij op 3 jaren vastgestelde proeftijd de navolgende bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Zij stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat veroordeelde zich (klinisch) zal laten behandelen in de Piet Roorda Kliniek te
Apeldoorn danwel in een soortgelijke door de reclassering aan te wijzen instelling. De veroordeelde zal zich dan houden aan regels die hem door of namens de leiding/behandelaars van de instelling zullen worden gegeven.
De rechtbank bepaalt daarbij dat het klinische deel van de behandeling in totaal ten
hoogste 24 maanden zal bedragen;
2. dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen
en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de
reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt.
Geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorge¬bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van de onder parketnummer 06/460352-08 onder 7 bewezen verklaarde feit tot:
* een geldboete van € 200,--, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 dagen hechtenis.
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer C], [adres], rekeningnummer [nummer] van een bedrag van € 75,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2008 tot de dag van de algehele voldoening en vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer C], een bedrag te betalen van € 75,--, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 1 dag hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
* Verklaart de benadeelde partij Dekamarkt niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
* Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [naam 3], [adres], rekeningnummer [nummer], van een bedrag van € 300,92, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 december 2007 tot de dag van de algehele voldoening en vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 3], een bedrag te betalen van € 300,92, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 6 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
* Verklaart de benadeelde partij [naam 6] niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Aldus gewezen door mrs. Van de Wetering, voorzitter, Roessingh-Bakels en Steinebach, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 december 2008.
Eindnoten
(1) Wanneer hierna wordt verwezen naar processen-verbaal, betreft dit het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL0622/08-202907A, gesloten en ondertekend op 12 juni 2008, of de daarbij gevoegde bijlagen.
(2) Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer A], pag. 27-30
(3) Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 16-17
(4) Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer B], (niet juiste genummerde) pag. 28-30
(5) Proces-verbaal van aangifte door [naam 1] namens Heuvellaanschool, pag. 32-33
(6) Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 18
(7) Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer C], pag. 35-36
(8) Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 18
(9) Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer D], pag. 44-45
(10) Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 18
(11) Wanneer hierna wordt verwezen naar processen-verbaal, betreft dit het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL0621/08-2201581, gesloten en ondertekend op 26 februari 2008, of de daarbij gevoegde bijlagen
(12) Proces-verbaal van bevindingen, pag. 10-12A
(13) Het op naam van verdachte staande ademanalyseformulier, pag. 21
(14) Stamproces-verbaal, genummerd PL0621/08-2201581, pag. 4
(15) Wanneer hierna wordt verwezen naar processen-verbaal, betreft dit het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL0622/08-202907, gesloten en ondertekend op 3 april 2008, of de daarbij gevoegde bijlagen
(16) Proces-verbaal van aangifte door De [slachtoffer E], pag. 42
(17) Proces-verbaal van aangifte door [naam 2] namens de benadeelde Dekamarkt, pag. 35
(18) Proces-verbaal van aangifte door [naam 3], eigenaar van cafetaria De Gildehof, pag. 23-24
(19) Wanneer hierna wordt verwezen naar processen-verbaal, betreft dit het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL0624/08-200011, gesloten en ondertekend op 2 januari 2008, of de daarbij gevoegde bijlagen
(20) Proces-verbaal van aangifte door [naam 4] namens de benadeelde Stichting RIBW Oost Veluwe, pag. 10-11