ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8538
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Brouns
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van Handelsonderneming B.V. voor het onterecht storten van afvalstoffen
In deze zaak heeft de economische politierechter van de Rechtbank Zutphen op 22 december 2008 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen Handelsonderneming B.V. De verdachte werd beschuldigd van het onterecht storten van afvalstoffen, specifiek grond vermengd met aardappelen, loof en/of stenen, in de periode van 1 juli 2007 tot en met 21 februari 2008 te Toldijk, gemeente Bronckhorst. De tenlastelegging was gebaseerd op artikel 10.2 lid 1 en artikel 10.37 lid 1 van de Wet milieubeheer.
Tijdens de zitting op 8 december 2008 werd het standpunt van het openbaar ministerie gepresenteerd, waarin werd gesteld dat het feit wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verdediging voerde echter aan dat de verdachte, Handelsonderneming B.V., niet verantwoordelijk was voor het telen van aardappelen en de daarmee samenhangende werkzaamheden, aangezien de onderneming zich richt op de in- en verkoop van goederen.
De economische politierechter heeft de argumenten van de verdediging overwogen en vastgesteld dat de werkzaamheden met betrekking tot het telen van aardappelen niet onder de activiteiten van de verdachte vallen. Dit werd ondersteund door een acte van vennootschap onder firma die door de raadsman van de verdachte was overgelegd. Gezien deze overwegingen kon niet bewezen worden dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De rechter verklaarde de verdachte dan ook niet schuldig en sprak deze vrij van de beschuldigingen.
Deze uitspraak is van belang in het kader van de ontwikkelingen rondom tarragrond en de regelgeving die hierop van toepassing is. De rechter benadrukte dat de vervolging door de officier van justitie in strijd was met de recente ontwikkelingen in de wetgeving, die een versoepeling van het gebruik van tarragrond beogen.