ECLI:NL:RBZUT:2009:BH4302

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
23 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/925081-08
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. van Lookeren Campagne
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het verstoren van beschermde diersoorten op de Ermelose heide door motorcrossen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 23 februari 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 22 januari 2008 met een crossmotor over de Ermelose heide had gereden. Dit terrein is bekend om zijn beschermde inheemse diersoorten, waaronder zandhagedissen, adders en gladde slangen. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk verstoren van de voortplantings- en verblijfplaatsen van deze dieren, wat in strijd is met artikel 11 van de Flora- en faunawet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks dat hij wist dat het verboden was om met een motor op de heide te rijden, dit toch heeft gedaan, wat heeft geleid tot de verstoring van de natuurlijke leefomgeving van de beschermde diersoorten.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 500,-, waarvan € 300,- voorwaardelijk is, met een proeftijd van twee jaar. De rechter heeft ook bepaald dat bij gebreke van betaling de boete kan worden omgezet in hechtenis. De beslissing om een deel van de boete voorwaardelijk op te leggen, is genomen omdat de verdachte geen eerdere veroordelingen had voor soortgelijke delicten en de rechtbank rekening hield met de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd. De rechtbank heeft de teruggave van de in beslag genomen crossmotor aan de verdachte gelast, omdat het anders financieel onevenredig zwaar zou zijn voor hem.

De uitspraak is gedaan door de economische politierechter, die de ernst van de overtreding heeft afgewogen tegen de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechter heeft de eis van de officier van justitie om de motor te verbeurd te verklaren, niet gevolgd, omdat het hier om een enkel incident ging en de gevolgen voor de diersoorten moeilijk te kwantificeren waren. De zaak benadrukt het belang van de bescherming van de flora en fauna en de naleving van de wetgeving ter bescherming van deze kwetsbare soorten.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
sector straf
economische politierechter
parketnummer: 06/925081-08
uitspraak: 23 februari 2009
tegenspraak/dnip – onip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats, 1981],
wonende te [adres]
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 oktober 2008 en 9 februari 2009.
Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 22 januari 2008, te Ermelo al dan niet opzettelijk, op
(een deel van het terrein van) de Ermelosche heide, één of meer nesten, holen
of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren,
behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te weten zandhagedissen en/of
adders en/of gladde slangen, heeft beschadigd, vernield, uitgehaald,
weggenomen en/of verstoord, immers heeft verdachte toen als bestuurder van een
crossmotor daarmee heeft gereden over (een deel van het terrein van) die
Ermelosche heide;
artikel 11 van de Flora- en faunawet
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De (bewijs)motivering
A. De vaststaande feiten/aanleiding
Naar aanleiding van een melding (eindnoot 1) over een crossmotor op de Ermelose heide, hebben bijzondere opsporingsambtenaren en politie ter plaatse onderzoek gedaan.
B. Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld, dat het tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard.
C. Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft aangevoerd, dat het bewijs dat hij op 22 januari 2008 met een motor op de Ermelose heide heeft gereden en daarbij iets heeft beschadigd of vernield, ontbreekt.
D. Beoordeling van de tenlastelegging
Verdachte heeft verklaard (eindnoot 2) , dat hij op 22 januari 2008 tijdens een proefrit met een crossmotor op de Ermelose heide heeft gereden – over een zandpad ter hoogte van een parkeerplaats in de nabijheid van de schaapskooi – en dat hij wist dat hij op de Ermelose heide niet mocht rijden.
De schaapsherder heeft verklaard (eindnoot 3) , dat zij met haar kudde op de Ermelose heide, in de omgeving van de schaapskooi, liep. Zij zag dat er een bestelbus op de parkeerplaats bij de bosrand werd geparkeerd en zij begreep dat er iets werd uitgeladen. Kort daarop hoorde zij uit dezelfde richting het starten van een motor. Het geluid kwam dichterbij en zij zag dat een motorrijder met een rode motor voorzien van nummer 32 de heide opreed. De motorrijder reed herhaaldelijk langs haar kudde. De getuige zag de motorrijder niet van de paden afwijken. De schaapsherder heeft de terreinbeheerder ingelicht.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben verklaard (eindnoot 4) , dat op de Ermelose heide in de omgeving van de schaapskooi gladde slangen, zandhagedissen en adders voorkomen.
Namens het gemeentebestuur van Ermelo (eindnoot 5) , die de Ermelose heide beheert, is naar voren gebracht, dat er talrijke zandbanen op de heide aanwezig zijn en dat bij een in 2007 uitgevoerde inventarisatie is gebleken, dat de zandhagedis in het gebied, ook op of nabij zandbanen, talrijk aanwezig is en dat er relatief veel adders en gladde slangen voorkomen. Sinds 2005 is de Ermelose heide afgesloten voor gemotoriseerd verkeer.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de economische politierechter is op grond van de aangehaalde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 22 januari 2008 te Ermelo opzettelijk op een deel van het terrein van de Ermelose heide voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te weten zandhagedissen en/of adders en/of gladde slangen, heeft verstoord, immers heeft verdachte toen als bestuurder van een crossmotor daarmee gereden over een deel van het terrein van die heide.
Naar het oordeel van de economische politierechter kan het niet anders dan dat de verdachte met zijn motor de natuurlijke leefomgeving van aldaar voorkomende beschermde inheemse diersoorten (tijdelijk) in ten minste lichte mate heeft verstoord.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Verklaart niet bewezen wat verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 11 van de Flora- en faunawet, opzettelijk gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
1. De officier van justitie heeft gevorderd, dat verdachte zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 500,- en dat de crossmotor verbeurd zal worden verklaard. De officier van justitie acht deze straf gepast, nu de overtreding van een geheel andere orde is dan het verstoren van één vogelnest, waarop volgens de richtlijn met een transactie van € 50,- wordt gereageerd.
2. Verdachte heeft aangevoerd, dat hij de gevorderde straf buiten alle proporties vindt. Hij vindt het niet onterecht om een boete te krijgen, maar dan wel een boete die niet afwijkt van wat gebruikelijk is. Verdachte heeft verder aangegeven, dat hij het betreurt de rust van de dieren ter plaatse te hebben verstoord en dat dit beslist niet weer zal gebeuren.
3. De economische politierechter acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de financiële draagkracht van de verdachte, zoals van één en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
4. De economische politierechter heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 22 januari 2008 met een crossmotor in de nabijheid van de schaapskooi op de Ermelose heide gereden, terwijl hij wist dat dit, ook op de zandpaden, niet was toegestaan.
Uit het strafblad (eindnoot 6) van verdachte blijkt dat hij niet eerder voor dit soort delicten met justitie of politie in aanraking is geweest.
De economische politierechter volgt de officier van justitie niet in zijn eis, nu het hier om een enkel incident gaat, waarbij verdachte zich weliswaar onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de gevolgen die de proefrit voor de betrokken diersoorten kon hebben, maar waarbij die gevolgen, mede in aanmerking genomen dat zij naar aard en omvang weinig nauwkeurig nader zijn te bepalen, de door de officier van justitie gevorderde straf met verbeurdverklaring van de motor, niet rechtvaardigen. De economische politierechter acht een deels voorwaardelijke geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.
Op 22 januari 2008 is de motor in beslag genomen. Wegens het ontbreken van verdere gegevens gaat de economische politierechter voor de bepaling van de waarde van de motor uit van de prijs die verdachte er naar eigen zeggen, kort na de inbeslagneming, voor heeft betaald, te weten € 1.500,-. De economische politierechter ziet aanleiding teruggave van de motor aan de verdachte te gelasten. De verdachte zou anders, mede gezien de aard en ernst van het bewezenverklaarde, financieel onevenredig zwaar worden getroffen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c en 91 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en artikel 11 van de Flora- en faunawet.
Beslissing
De economische politierechter:
• verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
• verklaart niet bewezen wat verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
• verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar;
• veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 500,- (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis;
bepaalt, dat een gedeelte van de geldboete, groot € 300,- (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op de grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt;
• gelast de teruggave van in beslag genomen, nog niet teruggegeven, meerkleurige motor, merk Honda 500 cc, aan veroordeelde.
Aldus gewezen door mr. Van Lookeren Campagne, economische politierechter, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 februari 2009.
Eindnoten
(1) Ambtsedig proces-verbaal van de regiopolitie Noord- en Oost Gelderland nr. 08-212696, gedateerd 20 februari 2008, relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2].
(2) Verklaring verdachte ter terechtzitting, in samenhang met de verklaring van verdachte tegenover de politie op 22 januari 2008.
(3) Verklaring [getuige] tegenover de politie op 23 januari 2008, in samenhang met haar verklaring als getuige ter terechtzitting van 9 februari 2009.
(4) Aanvullend proces-verbaal nr. 08-000617, gedateerd 2 juli 2008, relaas van verbalisanten.
(5) Brief namens gemeentebestuur van Ermelo, gedateerd 22 april 2008.
(6) Uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 27 november 2008.