ECLI:NL:RBZUT:2009:BH6277

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
17 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/580236-08
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor mensenhandel, veroordeling voor mensensmokkel in escortbedrijf

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 17 maart 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van mensenhandel en mensensmokkel. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen van mensenhandel, omdat niet is gebleken dat de uit Brazilië afkomstige vrouwen zijn uitgebuit. De rechtbank oordeelde dat de vrouwen vrijwillig naar Nederland waren gekomen en dat er geen dwang of geweld was toegepast. Echter, de verdachte is wel veroordeeld voor mensensmokkel. De rechtbank concludeerde dat de verdachte en zijn medeverdachte, die samen een escortbedrijf exploiteerden, de vrouwen hielpen bij hun verblijf in Nederland, terwijl zij wisten dat dit verblijf wederrechtelijk was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouwen, [slachtoffer A] en [slachtoffer B], op een toeristenvisum naar Nederland waren gekomen, maar dat zij door het verrichten van arbeid in de prostitutie hun verblijfsrecht hadden overschreden. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een vuurwapen en valse identiteitsdocumenten, onttrokken aan het verkeer. De uitspraak benadrukt de scheidslijn tussen vrijwillige prostitutie en mensenhandel, en hoe de wetgeving omtrent mensensmokkel wordt toegepast in de context van de escortindustrie.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580236-08
Uitspraak d.d.: 17 maart 2009
Tegenspraak / dip, oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte B]
geboren te [plaats] (Albanië) op [1977],
wonende te [adres en plaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Doetinchem.
Raadsman: mr. B.J. Sanders, advocaat te Zutphen.
1. Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 7 oktober 2008, 10 december 2008 en 3 maart 2009.
2. De tenlastelegging
Nadat de vordering nadere omschrijving tenlastelegging op de terechtzitting van 3 maart 2009 (deels) is toegewezen, is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2005 tot en met 10 januari 2006, te Arnhem en/of te Apeldoorn, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[slachtoffer A] door dwang, geweld of een of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld of een of meer feitelijkheden en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer A], immers heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of verdachte’s mededader –zakelijk weergegeven –
- via e-mail en/of MSM en/of telefonisch contact gehad met die [slachtoffer A], die ze kende(n) vanuit [plaats] en/of in Brazilië was en/of
- die [slachtoffer A], waarvan ze wist(en) dat deze zonder werk zat, verteld/medegedeeld dat die [slachtoffer A] kon kijken hoe verdachte leefde inNederland en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat die [slachtoffer A] haar droom om een ander land te ontdekken zou kunnen verwezenlijken in Nederland en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze graag met die [slachtoffer A] zou willen werken en/of
- die [slachtoffer A] uitgenodigd voor een vakantie in Nederland en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze geld kon verdienen in de schoonmaak en/of
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam (en terug) besteld bij een reisbureau en/of
- de tickets voor die reis betaald en/of opgestuurd naar die [slachtoffer A] en/of
- die [slachtoffer A] opgehaald van het vliegveld en/of
- die [slachtoffer A] onderdak en/of huisvesting verschaft, althans opgenomen in een woning (in [plaats]) en/of
- die [slachtoffer A] -toen- verteld dat die [slachtoffer A] de kosten van de tickets terug moest betalen en/of
- die [slachtoffer A] verteld dat ze moest werken en/of
- die [slachtoffer A] uitleg gegeven over de escort en/of
- de wijze van betaling door de klant aan die [slachtoffer A] uitgelegd en/of
- die [slachtoffer A] gedwongen/opgedragen te gaan werken in de escort/prostitutie en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] vervoerd en/of laten vervoeren van en naar de klant(en) en/of
- het geld dat die [slachtoffer A] verdiende met de prostitutie/escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en/of
- van dat verdiende geld 35 Euro -als basisverdienste- aan die [slachtoffer A] afgegeven en/of teruggegeven en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te werken en/of
- als die [slachtoffer A] niet wilde werken boos op die [slachtoffer A] geweest en/of die [slachtoffer A] genegeerd en/of
- tegen die [slachtoffer A] gezegd/medegedeeld dat ze veel geld voor iedereen moest verdienen en/of
- die [slachtoffer A], die geen Nederlands sprak, verteld/medegedeeld dat ze alleen geld -via Western Union- naar Brazilië kon overmaken met behulp van het Nederlandse paspoort van verdachte's mededader en/of
- als die [slachtoffer A] telefonisch contact wilde hebben met familieleden in Brazilië (telkens) met die [slachtoffer A] meegeweest naar een (bel)winkel en/of
- tegen die [slachtoffer A] gezegd dat als er niet gewerkt werd, er geen geld naar Brazilië zou worden overmaakt en/of die [slachtoffer A] niet mocht bellen met familie in Brazilië;
art 273a lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
art 273a lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2005 tot en met 10 januari 2006, te Arnhem en/of te Apeldoorn, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[slachtoffer A] met één van de onder lid 1 sub 1 van artikel 273a van het Wetboek van Strafrecht genoemde middelen heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder één van de onder lid 1 sub 1 van voornoemd artikel genoemde omstandigheden, enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer A] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, immers heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of verdachte’s mededader – zakelijk weergegeven –
- via e-mail en/of MSM en/of telefonisch contact gehad met die [slachtoffer A], die ze kende(n) vanuit [plaats] en/of in Brazilië was en/of
- die [slachtoffer A], waarvan ze wist(en) dat deze zonder werk zat, verteld/medegedeeld dat die [slachtoffer A] kon kijken hoe verdachte leefde in Nederland en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat die [slachtoffer A] haar droom om een ander land te ontdekken zou kunnen verwezenlijken in Nederland en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze graag met die [slachtoffer A] zou willen werken en/of
- die [slachtoffer A] uitgenodigd voor een vakantie in Nederland en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze geld kon verdienen in de schoonmaak en/of
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam (en terug) te besteld bij een reisbureau en/of
- de tickets voor die reis betaald en/of opgestuurd naar die [slachtoffer A] en/of
- die [slachtoffer A] opgehaald van het vliegveld en/of
- die [slachtoffer A] onderdak en/of huisvesting verschaft, althans opgenomen in een woning (in [plaats]) en/of
- die [slachtoffer A] -toen- verteld dat die [slachtoffer A] de kosten van de tickets terug moest betalen en/of
- die [slachtoffer A] verteld dat ze daarvoor moest werken en/of
- die [slachtoffer A] uitleg gegeven over de escort en/of
- de wijze van betaling door de klant aan die [slachtoffer A] uitgelegd en/of
- die [slachtoffer A] gedwongen/opgedragen te gaan werken in de escort/prostitutie en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] vervoerd en/of laten vervoeren van en naar de klant(en) en/of
- het geld dat die [slachtoffer A] verdiende met de escort/prostitutie (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en/of
- van dat verdiende geld 35 Euro -als basisverdienste- aan die [slachtoffer A] afgegeven en/of teruggegeven en/of
- die [slachtoffer A] te vertellen/mede te delen dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te werken en/of
- als die [slachtoffer A] niet wilde werken boos op die [slachtoffer A] geweest en/of die [slachtoffer A] genegeerd en/of
- tegen die [slachtoffer A] te zeggen/mede te delen dat ze veel geld voor iedereen moest verdienen en/of
- die [slachtoffer A], die geen Nederlands sprak, verteld/medegedeeld dat ze alleen geld -via Western Union- naar Brazilië kon overmaken met behulp van het Nederlandse paspoort van verdachte's mededader en/of
- als die [slachtoffer A] telefonisch contact wilde hebben met familieleden in Brazilië (telkens) met die [slachtoffer A] meegeweest naar een (bel)winkel en/of
- tegen die [slachtoffer A] gezegd/meegedeeld dat als er niet gewerkt werd verdachte geen geld naar Brazilië zou overmaken en/of die [slachtoffer A] niet mocht bellen met familie in Brazilië,
door welke feiten die [slachtoffer A] (ten opzichte van verdachte en/of verdachte's mededader) in een kwetsbare positie is geraakt en/of waardoor voor verdachte en/of verdachte's mededader ten opzichte van die [slachtoffer A] een overwicht is ontstaan, waarvan verdachte en/of verdachte's mededader misbruik heeft/hebben gemaakt;
art 273a lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
art 273a lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2005 tot en met 10 januari 2006, te Arnhem en/of te Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer A] uit winstbejag, behulpzaam is/zijn geweest bij het verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die ander daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid heeft/hebben doen verrichten, terwijl hij, verdachte,
wist of ernstige redenen had te vermoeden dat het verblijf wederrechtelijk was,
immers heeft/hebben verdachte en/of verdachte's mededader – zakelijk weergegeven –
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam (en terug) besteld bij een reisbureau en/of
- de tickets voor die reis betaald en/of opgestuurd naar die [slachtoffer A] en/of
- die [slachtoffer A] opgehaald van het vliegveld en/of
- die [slachtoffer A] onderdak en/of huisvesting verschaft, althans opgenomen in een woning (in [plaats]) en/of
- die [slachtoffer A] uitleg gegeven over de escort en/of
- advertenties geplaatst en/of laten plaatsen op internet en/of in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en/of
- en/of als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of laten verschaffen aan (de) klant(en) en/of
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en/of gecontroleerd en/of
- die [slachtoffer A] gedwongen/opgedragen te gaan werken in de prostitutie/escort en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] vervoerd en/of laten vervoeren van en naar de klant(en) en/of
- het geld dat die [slachtoffer A] verdiende met de prostitutie/escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en/of
- van dat verdiende geld 35 Euro -als basisverdienste- aan die [slachtoffer A] afgegeven en/of teruggegeven en/of
- voor condooms en/of sponzen gezorgd en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te werken;
art 197b Wetboek van Strafrecht
art 197a lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2007 tot en met 1 februari 2008, in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer A] door dwang, geweld of een of meer andere feitelijkheden
en/of door dreiging met geweld of een of meer feitelijkheden en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of
opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer A], immers heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of verdachte’s mededader –zakelijk weergegeven –
- via e-mail en/of MSM en/of telefonisch contact gehad met die [slachtoffer A], die ze kende vanuit [plaats] en/of in Brazilië was en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze (weer) met die [slachtoffer A] zou willen werken en/of
- die [slachtoffer A] uitgenodigd om (weer) geld te gaan verdienen in Nederland en/of
- in het portugees- een brief, gedateerd 25 mei 2007, geschreven en/of
- verzonden aan die [slachtoffer A] dat ze voor die [slachtoffer A] garant zou staan voor onderdak en/of geld en/of
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam (en terug) besteld bij een reisbureau en/of
- de tickets voor die reis betaald en/of voorgeschoten en/of opgestuurd naar die [slachtoffer A] en/of
- die [slachtoffer A] opgehaald van het vliegveld en/of
- via e-mail en/of MSM en/of telefonisch contact gehad met die [slachtoffer A], die ze kende vanuit [plaats] en/of in Brazilië was en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze (weer) met die [slachtoffer A] zou willen werken en/of
- die [slachtoffer A] uitgenodigd om (weer) geld te gaan verdienen in Nederland en/of
- in het portugees- een brief, gedateerd 25 mei 2007, geschreven en/of
- verzonden aan die [slachtoffer A] dat ze voor die [slachtoffer A] garant zou staan voor onderdak en/of geld en/of
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam (en terug) besteld bij een reisbureau en/of
- de tickets voor die reis betaald en/of voorgeschoten en/of opgestuurd naar die [slachtoffer A] en/of
- die [slachtoffer A] opgehaald van het vliegveld en/of
- die [slachtoffer A] onderdak en/of huisvesting verschaft, althans opgenomen in een woning en/of
- die [slachtoffer A] verteld dat die [slachtoffer A] de kosten van de tickets (weer) terug moest betalen en/of
- (onder de naam [naam A]) (weer) advertenties geplaatst en/of laten plaatsen op internet en/of in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en/of
- en/of als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) inlichtingen verschaft en/of laten verschaffen aan (de) klant(en) en/of
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en/of gecontroleerd en/of
- (met) die [slachtoffer A] gedwongen/opgedragen/afgesproken (weer) te gaan werken in de prostitutie/escort en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] vervoerd en/of laten vervoeren van en naar de klant(en) en/of
- het geld dat die [slachtoffer A] verdiende met de prostitutie/escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en/of
- van dat verdiende geld 35 Euro -als basisverdienste- aan die [slachtoffer A] afgegeven en/of teruggegeven en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te werken, althans dat ze niet vrij kon zijn, omdat ze nog een ticket moest terugbetalen en/of
- als die [slachtoffer A] niet wilde werken, boos op die [slachtoffer A] geweest en/of die [slachtoffer A] genegeerd en/of minder klanten aangeboden en/of
- tegen die [slachtoffer A] gezegd/medegedeeld dat ze een visum nodig had om ander werk te doen en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze alleen geld -via Western Union- naar Brazilië kon overmaken met behulp van het Nederlandse paspoort van verdachte's mededader en/of
- als die [slachtoffer A] telefonisch en/of via internet contact wilde hebben met familieleden in Brazilië (telkens) met die [slachtoffer A] meegeweest naar een (bel)winkel en/of
- tegen die [slachtoffer A] gezegd/medegedeeld dat als er niet gewerkt werd verdachte geen geld naar Brazilië zou overmaken en/of die [slachtoffer A] niet mocht bellen met Brazilië en/of
- die [slachtoffer A] verteld of voorgedaan dat er een wapen voorhanden zou zijn en/of dat wapen getoond aan die [slachtoffer A] en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat het ticket nog niet (volledig) was terugbetaald en/of
- toen die [slachtoffer A] terug wilde naar Brazilië het paspoort van de [slachtoffer A] afgepakt, althans onder zich gehouden en/of
- tegen die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze de familie in Brazilië zouden inlichten over de werkzaamheden die die [slachtoffer A] in Nederland zou verrichten;
art 273f lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2007 tot en met 01 februari 2008, in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer A] met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273a Wetboek van Strafrecht genoemde middelen heeft/hebben gedwongen of bewogen zich
beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van voornoemd artikel genoemde omstandigheden enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer A] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, immers heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of verdachte’s mededader –zakelijk weergegeven –
- via e-mail en/of MSM en/of telefonisch contac gehad met die [slachtoffer A], die ze kende vanuit [plaats] en/of in Brazilië was en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze (weer) met die [slachtoffer A] zou willen werken en/of
- die [slachtoffer A] uitgenodigd om weer geld te gaan verdienen in Nederland en/of
- in het portugees- een brief, gedateerd 25 mei 2007, geschreven en/of
- verzonden aan die [slachtoffer A] dat ze -zakelijk weergegeven- voor die [slachtoffer A] garant zou staan voor onderdak en/of geld en/of
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam (en terug) besteld bij een reisbureau en/of
- de tickets voor die reis betaald en/of voorgeschoten en/of opgestuurd naar die [slachtoffer A] en/of
- die [slachtoffer A] opgehaald van het vliegveld en/of
- die [slachtoffer A] onderdak en/of huisvesting verschaft, althans opgenomen in een woning en/of
- die [slachtoffer A] verteld dat die [slachtoffer A] de kosten van de tickets (weer) terug moest betalen en/of
- (onder de naam [naam A]) advertenties geplaatst en/of laten plaatsen op internet en/of in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en/of
- en/of als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) inlichtingen verschaft en/of laten verschaffen aan (de) klant(en) en/of
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en/of gecontroleerd en/of
- (met) die [slachtoffer A] gedwongen/opgedragen/afgesproken (weer) te gaan werken in de prostitutie/escort en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] vervoerd en/of laten vervoeren van en naar de klant(en) en/of
- het geld dat die [slachtoffer A] verdiende met de escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en/of
- van dat verdiende geld 35 Euro -als basisverdienste- aan die [slachtoffer A] afgegeven en/of teruggegeven en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te werken, althans dat ze niet vrij kon zijn, omdat ze nog een ticket moest terugbetalen en/of
- als die [slachtoffer A] niet wilde werken, boos op die [slachtoffer A] geweest en/of die [slachtoffer A] genegeerd en/of minder klanten aangeboden en/of
- tegen die [slachtoffer A] gezegd/medegedeeld dat ze een visum nodig had om ander werk te doen en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze alleen geld -via Western Union- naar Brazilië kon overmaken met behulp van het Nederlandse paspoort van verdachte's mededader en/of
- als die [slachtoffer A] telefonisch en/of via internet contact wilde hebben met familieleden in Brazilië (telkens) met die [slachtoffer A] meegeweest naar een (bel)winkel en/of
- tegen die [slachtoffer A] gezegd/medegedeeld dat als er niet gewerkt werd verdachte geen geld naar Brazilië zou overmaken en/of die [slachtoffer A] niet mocht bellen met Brazilië en/of
- die [slachtoffer A] verteld of voorgedaan dat er een wapen voorhanden zou zijn en/of
- die [slachtoffer A] vertel/medegedeeld dat het ticket nog niet (volledig) was terugbetaald en/of
- toen die [slachtoffer A] terug wilde naar Brazilië het paspoort van de [slachtoffer A] afgepakt, althans onder zich gehouden en/of
- tegen die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze de familie in Brazilië zouden inlichten over de werkzaamheden die die [slachtoffer A] in Nederland zou verrichten,
door welke feiten die [slachtoffer A] (ten opzichte van verdachte en/of verdachte's mededader) in een kwetsbare positie is geraakt en/of waardoor voor verdachte en/of verdachte's mededader ten opzichte van die [slachtoffer A] een overwicht is ontstaan, waarvan verdachte en/of verdachte's mededader misbruik heeft/hebben gemaakt;
art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2007 tot en met 1 februari 2008, in de gemeente Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer A], uit winstbejag, behulpzaam is/zijn geweest bij het verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die ander daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid heeft/hebben doen verrichten, terwijl hij, verdachte
wist of ernstige redenen had te vermoeden dat het verblijf wederrechtelijk was,
immers heeft/hebben verdachte en/of verdachte's mededader –zakelijk weergegeven –
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam (en terug) besteld bij een reisbureau en/of
- de tickets voor die reis betaald en/of opgestuurd naar die [slachtoffer A] en/of
- die [slachtoffer A] opgehaald van het vliegveld en/of
- die [slachtoffer A] onderdak en/of huisvesting verschaft, althans opgenomen in een woning en/of
- die [slachtoffer A] uitleg gegeven over de escort en/of
- (onder de naam [naam A]) advertenties geplaatst en/of laten plaatsen op internet en/of in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en/of
- en/of als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) inlichtingen verschaft en/of laten verschaffen aan (de) klant(en) en/of
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en/of gecontroleerd en/of
- die [slachtoffer A] (weer) laten werken als prostituee/escortdame en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] vervoerd en/of laten vervoeren van en naar de klant(en) en/of
- voor condooms en/of sponzen gezorgd en/of
- het geld dat die [slachtoffer A] verdiende met de escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en/of
- van dat verdiende geld 35 Euro -als basisverdienste- aan die [slachtoffer A] afgegeven en/of teruggegeven en/of
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te werken;
art 197a lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 197b Wetboek van Strafrecht
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2006 tot en met 05 februari 2007, in de gemeente Apeldoorn en/of in de gemeente Epe, in ieder geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[slachtoffer B] door dwang, geweld of een of meer andere feitelijkheden
en/of door dreiging met geweld of een of meer feitelijkheden en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer B], immers heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of verdachte’s mededader –zakelijk weergegeven –
- via e-mail en/of MSM en/of telefonisch contact gehad met die [slachtoffer B], die ze kende vanuit [plaats] en/of in Brazilië was en/of
- die [slachtoffer B], waarvan ze wist(en) dat ze geen werk had, uit te nodigen om naar Nederland te komen en/of
- die [slachtoffer B] verteld/medegedeeld dat ze in Nederland meer geld kon verdienen voor haar en/of de kinderen dan in Brazilië en/of
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam (en terug) besteld bij een reisbureau en/of
- de tickets voor die reis betaald en/of opgestuurd naar die [slachtoffer B] en/of
- die [slachtoffer B] opgehaald van het vliegveld en/of
- die [slachtoffer B] onderdak en/of huisvesting verschaft, althans opgenomen in een woning/chalet (in [plaats]) en/of
- kleding en/of lingerie met en/of voor die [slachtoffer B] gekocht en/of
- die [slachtoffer B] -toen- verteld/medegedeeld dat die [slachtoffer B] de kosten van de tickets terug moest betalen en/of
- die [slachtoffer B] verteld dat ze moest werken en/of
- die [slachtoffer B] uitleg gegeven over de escort en/of
- de wijze van betaling door de klant aan die [slachtoffer B] uitgelegd en/of
- onder de naam [naam A] advertenties geplaatst en/of laten plaatsen op internet en/of in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en/of
- en/of als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) inlichtingen verschaft en/of laten verschaffen aan (de) klant(en) en/of
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en/of gecontroleerd en/of
- die [slachtoffer B] gedwongen/opgedragen als prostituee/escortdame te gaan werken en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] vervoerd en/of laten vervoeren van en naar de klant(en) en/of
- het geld dat die [slachtoffer B] verdiende met de prostitutie/escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en/of
- van dat verdiende geld 30 en/of 35 Euro -als basisverdienste- aan die [slachtoffer B] afgegeven en/of teruggegeven en/of
- die [slachtoffer B] verteld/medegedeeld dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te werken en/of
- als die [slachtoffer B] niet wilde werken boos op die [slachtoffer B] geweest en/of die [slachtoffer B] genegeerd en/of
- tegen die [slachtoffer B] verteld/medegedeeld dat ze veel moest werken om zo veel geld kon verdienen voor haar kinderen en/of
- die [slachtoffer B], die geen Nederlands sprak, verteld/medegedeeld dat ze alleen geld -via Western Union- naar Brazilië kon overmaken met behulp van het Nederlandse paspoort van verdachte's mededader en/of
- als die [slachtoffer B] telefonisch en/of via internet contact wilde hebben met familieleden in Brazilië (telkens) met die [slachtoffer B] meegeweest naar een (bel)winkel en/of
- tegen die [slachtoffer B] verteld/medegedeeld dat als er niet gewerkt werd verdachte geen geld naar Brazilië zou overmaken en/of die [slachtoffer B] niet mocht bellen met familie in Brazilië;
art 273f lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2006 tot en met 05 februari 2007, in de gemeente Apeldoorn en/of in de gemeente Epe, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[slachtoffer B] met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273a Wetboek van Strafrecht genoemde middelen heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van voornoemd artikel genoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer B] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten,
immers heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of verdachte’s mededader – zakelijk weergegeven –
- via e-mail en/of MSM en/of telefonisch contact heeft/hebben gehad met die [slachtoffer B], die ze kende vanuit [plaats] en/of in Brazilië was en/of
- die [slachtoffer B], waarvan ze wist(en) dat ze geen werk had, uit te nodigen om naar Nederland te komen en/of
- die [slachtoffer B] verteld/medegedeeld dat ze in Nederland meer geld kon verdienen voor haar en/of de kinderen dan in Brazilië en/of
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam (en terug) te bestellen bij een reisbureau en/of
- de tickets voor die reis betaald en/of opgestuurd naar die [slachtoffer B] en/of
- die [slachtoffer B] opgehaald van het vliegveld en/of
- die [slachtoffer B] onderdak en/of huisvesting verschaft, althans opgenomen in een
woning/chalet (in [plaats]) en/of
- kleding en/of lingerie met en/of voor die [slachtoffer B] gekocht en/of
- die [slachtoffer B] -toen- verteld/medegedeeld dat die [slachtoffer B] Pena de kosten van de tickets terug moest betalen en/of
- die [slachtoffer B] verteld dat ze moest werken en/of
- die [slachtoffer B] uitleg gegeven over de escort en/of
- de wijze van betaling door de klant aan die [slachtoffer B] uitgelegd en/of
- onder de naam [naam A] advertenties geplaatst en/of laten plaatsen op internet en/of in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en/of
- en/of als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) inlichtingen verschaft en/of laten verschaffen aan (de) klant(en) en/of
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en/of gecontroleerd en/of
- die [slachtoffer B] gedwongen/opgedragen te gaan werken als prostituee/escortdame en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] vervoerd en/of laten vervoeren van en naar de klant(en) en/of
- het geld dat die [slachtoffer B] verdiende met de escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en/of
- van dat verdiende geld 30 en/of 35 Euro -als basisverdienste- aan die [slachtoffer B] afgegeven en/of teruggegeven en/of
- die [slachtoffer B] verteld/medegedeeld dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te werken en/of
- als die [slachtoffer B] niet wilde werken boos op die [slachtoffer B] geweest en/of die [slachtoffer B] genegeerd en/of
- tegen die [slachtoffer B] verteld/medegedeeld dat ze veel moest werken om zo veel geld kon verdienen voor haar kinderen en/of
- die [slachtoffer B], die geen Nederland sprak, verteld/medegedeeld dat ze alleen geld -via Western Union- naar Brazilië kon overmaken met behulp van het Nederlandse paspoort van verdachte en/of
- als die [slachtoffer B] telefonisch en/of via internet contact wilde hebben met familieleden in Brazilië (telkens) met die [slachtoffer B] meegeweest naar een (bel)winkel en/of
- tegen die [slachtoffer B]verteld/medegedeeld dat als er niet gewerkt werd verdachte geen geld naar Brazilië zou overmaken en/of die [slachtoffer B] niet mocht bellen met
familie in Brazilië;
art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
6.
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2006 tot en met 05 februari 2007, in de gemeente Apeldoorn en/of in de gemeente Epe, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander, te weten [slachtoffer B] uit winstbejag, behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die ander daartoe gelegenheid,
middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid heeft doen verrichten, terwijl hij, verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat het verblijf wederrechtelijk was,
immers heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en verdachte's mededader –zakelijk weergegeven –
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam (en terug) besteld bij een reisbureau en/of
- de tickets voor die reis betaald en/of opgestuurd naar die [slachtoffer B] en/of
- die [slachtoffer B] opgehaald van het vliegveld en/of
- die [slachtoffer B] onderdak en/of huisvesting verschaft, althans opgenomen in een woning/chalet (in [plaats]) en/of
- kleding en/of lingerie voor die [slachtoffer B] gekocht, althans aangeschaft en/of
- die [slachtoffer B] uitleg gegeven over de escort en/of
- onder de naam [naam A] advertenties geplaatst op internet en/of in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en/of
- en/of als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) inlichtingen verschaft en/of laten verschaffen aan (de) klant(en) en/of
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en/of gecontroleerd en/of
- die [slachtoffer B] gedwongen/opgedragen te gaan werken als prostituee/escortdame en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] vervoerd en/of laten vervoeren van en naar de klant(en) en/of
- voor condooms en/of sponzen gezorgd en/of
- het geld dat die [slachtoffer B] verdiende met de escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en/of
- van dat verdiende geld 30 en/of 35 Euro -als basisverdienste- aan die [slachtoffer B] afgegeven en/of teruggegeven en/of
- die [slachtoffer B] verteld/medegedeeld dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te werken;
art 197a lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 197b Wetboek van Strafrecht
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
7.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2007 tot en met 31 januari 2008, in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[slachtoffer B] met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273a Wetboek van Strafrecht genoemde middelen heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van voornoemd artikel genoemde omstandigheden enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan zij wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer B] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten,
immers heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of verdachte’s mededader – zakelijk weergegeven –
- via e-mail en/of MSM en/of telefonisch contact gehad met die [slachtoffer B], die ze kende vanuit [plaats] en/of (weer) in Brazilië was en/of
- die [slachtoffer B], waarvan ze wist(en) dat ze geen werk had, uit te nodigen om (weer) naar Nederland te komen en/of
- die [slachtoffer B] verteld/medegedeeld dat ze in Nederland meer geld kon verdienen voor haar en/of de kinderen dan in Brazilië en/of
- die [slachtoffer B] onderdak en/of huisvesting verschaft, althans opgenomen in een woning en/of
- onder de naam [naam A] (weer) advertenties geplaatst en/of laten plaatsen op internet en/of in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en/of
- en/of als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) inlichtingen verschaft en/of laten verschaffen aan (de) klant(en) en/of
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en/of gecontroleerd en/of
- met die [slachtoffer B] afgesproken om (weer) te gaan werken als prostituee/escortdame en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] vervoerd en/of laten vervoeren van en naar de klant(en) en/of
- het geld dat die [slachtoffer B] verdiende met de escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en/of
- van dat verdiende geld 30 en/of 35 Euro -als basisverdienste- aan die [slachtoffer B] afgegeven en/of teruggegeven en/of
- tegen die [slachtoffer B] verteld/medegedeeld dat ze veel moest werken om zo veel geld te verdienen voor haar kinderen;
art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
8.
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2007 tot en met 31 januari 2008, in de gemeente Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
een ander, te weten [slachtoffer B] uit winstbejag, behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die ander daartoe gelegenheid,
middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid heeft/hebben doen verrichten, terwijl hij, verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat het verblijf wederrechtelijk was,
immers heeft/hebben verdachte en/of verdachte's mededader – zakelijk weergegeven –
- die [slachtoffer B] opgehaald van het vliegveld en/of
- die [slachtoffer B] onderdak en/of huisvesting verschaft, althans opgenomen in een woning (in [plaats]) en/of
- onder de naam [naam A] advertenties geplaatst op internet en/of in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en/of
- en/of als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) verschaft en/of laten verschaffen aan (de) klant(en) en/of
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en/of gecontroleerd en/of
- met die [slachtoffer B] afgesproken om (weer) te gaan werken als prostituee/escortdame en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] vervoerd en/of laten vervoeren van en naar de klant(en) en/of
- voor condooms en/of sponzen gezorgd en/of
- het geld dat die [slachtoffer B] verdiende met de escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en/of
- van dat verdiende geld 30 en/of 35 Euro -als basisverdienste- aan die [slachtoffer B] afgegeven en/of teruggegeven;
art 197a lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 197b Wetboek van Strafrecht
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
9.
hij op of omstreeks 30 juni 2008, in de gemeente Apeldoorn, een wapen van categorie III, te weten een pistool (merk Emra, model EP656, kaliber 6.35) voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
11.
hij op of omstreeks 30 juni 2008, in de gemeente Apeldoorn, opzettelijk voorhanden heeft gehad (een) vals(e) of vervalst(e)
- een nationale identiteitskaart van Italië, voorzien van nummer [nummer] op naam van [verdachte B] en/of
- een italiaanse verblijfsvergunning voorzien van nummer [nummer] op naam van [verdachte B] en/of
- een Italiaans rijbewijs, voorzien van nummer [nummer] op naam van [verdachte B] en/of
- een Italiaans rijbewijs, voorzien van nummer [nummer] op naam van [verdachte B],
– (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen –, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit/die geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het/zij echt en onvervalst, immers komen (telkens) voornoemd(e) identiteitskaart en/of verblijfvergunning en/of rijbewijs/rijbewijzen qua detaillering, gebruikt materiaal en/of toegepaste productie- en beveiligingstechnieken niet overeen met het origineel exemplaar;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
3. Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
4. Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
4.1 De raadsman van verdachte heeft bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vervolging jegens verdachte. Daartoe is – samengevat – aangevoerd, dat, nadat verdachte in het kader van de strafrechtelijke verdenkingen is gehoord en hij zich op zijn zwijgrecht heeft beroepen, het onderzoek met gebruikmaking van de (controlerende) bevoegdheden voortvloeiend uit de vreemdelingenwetgeving is voortgezet zonder erkenning van de strafvorderlijke processuele waarborgen (waaronder het mededelen van de cautie) en dat welbewust misbruik is gemaakt van de angst van verdachte om naar Albanië te worden uitgezet. De verhoren van de vreemdelingenpolitie beperkten zich niet tot de enkele vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en rechtmatigheid, nu hem ook vragen zijn gesteld over de escortonderneming. Volgens de raadsman dienden deze vragen geen ander doel dan te worden gebruikt in het strafproces, waardoor het beginsel van zuiverheid van oogmerk is geschonden. Er is willens en wetens gebruik gemaakt van de angst van verdachte om uitgezet te worden naar zijn land van herkomst, waarbij de verhorende verbalisant Disberg verdachte heeft voorgehouden dat uitzetting achterwege zou blijven, indien hij openheid van zaken over het escortbedrijf zou geven. Bovendien zijn de verhoren in het kader van de Vreemdelingenwet 2000 afgenomen door verbalisant Disberg, die al vroeg betrokken is geweest bij het strafvorderlijke onderzoek tegen verdachte, waarbij hij onder meer verhoren van getuigen heeft afgenomen. Indien verdachte hiervan op de hoogte was geweest, dan was te voorzien dat hij zich tijdens de verhoren door verbalisant Disberg in het kader van de Vreemdelingenwet 2000 anders zou hebben opgesteld. Mede gelet op de omvang van het gebruik van die verklaringen (alle – uitgebreide – verklaringen die verdachte tegenover de vreemdelingenpolitie heeft afgelegd, zijn in het strafdossier opgenomen), alsmede de uit de omstandigheden voortvloeiende aard en mate van dwang alsmede de intentie en volharding waarmee de bevoegdheden uit de vreemdelingenwetgeving zijn benut, resteert volgens de raadsman geen andere conclusie dan dat het recht op een eerlijk proces in de onderhavige strafzaak is geschonden.
Gelet hierop dient het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vervolging. Aan deze handelwijze heeft de raadsman subsidiair de conclusie verbonden dat de door verdachte ten overstaan van de vreemdelingenpolitie afgelegde verklaringen van het bewijs dienen te worden uitgesloten en dat deze handelwijze – bij bewezenverklaring – tot strafvermindering dient te leiden.
4.2 De officier van justitie heeft zich ter zake op het standpunt gesteld dat de stelling van de raadsman dat het openbaar ministerie willens en wetens de vreemdelingenpolitie heeft ingezet om verdachte uitlatingen te ontlokken omtrent de jegens hem strafrechtelijke verdenkingen, niet juist is. Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie is volgens hem dan ook niet aan de orde. Voorts heeft hij aangegeven, dat de verklaringen, door verdachte tegenover de vreemdelingenpolitie afgelegd, van het bewijs kunnen worden uitgesloten.
4.3 De rechtbank overweegt terzake als volgt.
Verdachte is op 30 juni 2008 door de politie aangehouden op verdenking van diverse misdrijven, waaronder het medeplegen van mensenhandel en -smokkel. In het kader van die verdenkingen is verdachte op diverse tijdstippen op 30 juni 2008, 1, 2, 8 en 9 juli 2008 gehoord. Voorafgaand aan deze verhoren is verdachte telkens de cautie medegedeeld. Naast deze verhoren zijn in het dossier verslagen van verhoren aanwezig die verdachte in het kader van de Vreemdelingenwet 2000 tegenover de vreemdelingenpolitie heeft afgelegd, zonder dat hem vooraf de cautie is medegedeeld. Deze verhoren zijn afgelegd ná de verhoren in het kader van de strafzaak, te weten op
21 en 28 juli 2008 en 12 augustus 2008. In het strafrechtelijk onderzoek is verdachte bovendien niet geconfronteerd met zijn verklaringen, afgelegd ten overstaan van de vreemdelingenpolitie teneinde hem alsnog (belastende) verklaringen te ontlokken.
De stelling van de raadsman dat het openbaar ministerie de vreemdelingenpolitie bewust heeft ingezet teneinde verdachte te bewegen om verklaringen af te leggen in zijn strafzaak, wordt door de rechtbank verworpen. Tijdens het strafrechtelijk onderzoek is gebleken dat verdachte geen rechtmatig verblijf in Nederland had. Het is niet ongebruikelijk dat na afronding van het strafrechtelijk onderzoek de vreemdelingenpolitie verdachte hoort over zijn illegale verblijf in Nederland.
De rechtbank acht het weliswaar ongelukkig dat de resultaten van de verhoren tegenover de vreemdelingenpolitie aan het dossier zijn toegevoegd, omdat hierdoor de indruk zou kunnen ontstaan dat die verhoren tot het strafrechtelijk onderzoek behoren. Dit is echter niet het geval.
De door de raadsman bepleite niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie acht de rechtbank niet aan de orde, nu niet is gebleken dat het openbaar ministerie de vreemdelingenpolitie willens en wetens heeft ingezet teneinde verdachte te bewegen omtrent de strafrechtelijke verdenkingen te verklaren. De rechtbank zal die verklaringen, gelet op hun aard (afgelegd zonder de strafvorderlijke waarborgen) echter niet voor het bewijs gebruiken.
4.4 Gelet op het voorgaande verwerpt de rechtbank het verweer van de raadsman dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vervolging. De rechtbank zal de door verdachte bij de vreemdelingenpolitie afgelegde verklaringen van het bewijs uitsluiten. Het verweer van de verdediging dat verdachte de verklaringen bij de vreemdelingenpolitie onder druk heeft afgelegd, kan, gelet op de uitsluiting van die verklaringen, onbesproken blijven.
5. Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
A. Vaststaande feiten
5.1. Verdachte en zijn medeverdachte (tevens echtgenote) [medeverdachte A] exploiteren tezamen een escortbedrijf, vanaf oktober/november 2006 in Epe (op het adres [adres]) en daarna in [plaats] (op het adres [adres]).2 Het bedrijf is bekend onder de naam [naam B] en wordt gevoerd onder de naam [naam A].3 De dagelijkse leiding van [naam A] is in handen van verdachte en zijn medeverdachte.4
B. Standpunt van het openbaar ministerie
5.2 De officier van justitie heeft allereerst geconcludeerd tot bewezenverklaring van de aan verdachte onder 1 primair, 2, 3 primair, 4, 5 primair, 6, 7 primair, 8, 9 en 11 ten laste gelegde feiten. Hij heeft hierbij opgemerkt dat ten aanzien van hetgeen onder 1 tot en met 4 is ten laste gelegd, een aantal daarin genoemde feitelijkheden niet bewezen kunnen worden, nu slachtoffer [slachtoffer A] daarover niet heeft verklaard. Van de feiten 2, 4, 6 en 8 acht de officier van justitie niet bewezen de zinsnede: “en/of krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid heeft/hebben doen verrichten”.
De officier van justitie heeft zijn bewezenverklaring van de feiten 1 tot en met 8 gebaseerd op onder meer de aangifte en aanvullende verklaringen van [slachtoffer B] en de verklaringen van [slachtoffer A]. Deze verklaringen worden volgens de officier van justitie ondersteund door de verklaringen van de getuigen [getuige A] en [getuige B] alsmede door de verklaringen van onder meer de chauffeurs en andere voor het escortbedrijf werkzame prostituees. Gelet op die ondersteunende verklaringen kunnen de verklaringen van de slachtoffers [slachtoffer B] en [slachtoffer A] als betrouwbaar worden aangemerkt.
Tussen verdachte en [medev[medeverdachte A] is sprake van een bewuste, nauwe en volledige samenwerking bij het plegen van de onder 1 tot en met 8 ten laste gelegde feiten. Het bedrijf [naam A] wordt door hen gezamenlijk gedreven.
Ook het onder 9 en 11 ten laste gelegde kan volgens de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen worden, nu verdachte deze feiten heeft erkend.
C. Standpunt van de verdachte, de verdediging
5.3 Door en namens verdachte is allereerst vrijspraak bepleit van de feiten 1, 3, 5 en 7. Daartoe is – kort samengevat – aangevoerd dat uit het dossier niet kan worden afgeleid dat sprake is geweest van de ten laste gelegde dwang, geweld en misbruik. Evenmin is bij verdachte sprake van het oogmerk van uitbuiting.
De verdediging heeft in dit verband onder meer gewezen op de verklaringen van
[slachtoffer B] die heeft verklaard, dat zij vrijwillig (en op eigen initiatief) naar Nederland is gereisd en dat zij wist dat hij hier te lande in de prostitutie zou gaan werken. Uit haar verklaringen blijkt niet van enige dwang, geweld en misbruik, te meer nu zij heeft aangegeven dat zij goed werd behandeld. Het voorgaande wordt versterkt door het feit dat aangeefster [slachtoffer B] voor een tweede maal naar Nederland is gekomen en wederom in de prostitutie heeft gewerkt, terwijl zij in Brazilië goed in staat was om in haar levensonderhoud te voorzien. De in de tenlastelegging genoemde elementen van uitbuiting en misbruik laten zich ook niet verenigen met het besluit van aangeefster [slachtoffer B] om voor zichzelf in de prostitutie te gaan werken. Het bedrag dat aangeefster verdiende voor haar werkzaamheden mocht zij zelf behouden en kwam overeen met het bedrag dat de Nederlandse prostituees verdienden (met aftrek van de kosten voor het vliegticket, kosten voor huur en eten).
Voorts heeft de verdediging aangevoerd dat de verklaringen van [slachtoffer A] niet consistent zijn. Aanvankelijk verklaart zij dat zij niet werkzaam in de escort is geweest en dat zij geen slachtoffer van mensenhandel is, terwijl zij geruime tijd later een verklaring aflegt die lijnrecht ingaat tegen haar eerdere verklaring. Ook bij haar kan niet gesproken worden van uitbuiting. Zij had in Brazilië een afgeronde universitaire opleiding, had een goede betrekking en verdiende driemaal het minimumsalaris. Na haar eerste periode in Nederland, is zij vrijwillig naar Nederland teruggekeerd teneinde wederom in de prostitutie te gaan werken.
Zowel ten aanzien van aangeefster [slachtoffer B] als ten aanzien van [slachtoffer A] kan uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen niet overtuigend bewezen worden verklaard dat zij in een dergelijke afhankelijkheidsrelatie ten opzichte van verdachte en [medeverdachte A] terecht zijn gekomen, dat gesproken kan worden van uitbuiting.
Ook ten aanzien van de onder feiten 2, 4, 6 en 8 heeft de raadsman vrijspraak bepleit. Daartoe is allereerst naar voren gebracht dat zowel [slachtoffer B] als [slachtoffer A] rechtmatig Nederland zijn binnengekomen, omdat zij een visum voor de duur van drie maanden hadden. Voor zover de rechtmatigheid van het verblijf door het verrichten van werkzaamheden zou komen te vervallen, blijkt niet, althans onvoldoende dat verdachte of [medeverdachte A] zich daarvan bewust waren. Bovendien is niet gebleken dat verdachte betrokken was bij de wijze waarop [medeverdachte A] contacten met [slachtoffer B] en [slachtoffer A] onderhield.
Ten aanzien van de feiten 9 en 11 heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
D. Beoordeling door de rechtbank
Feiten 1 tot en met 4
5.4 [slachtoffer A] (hierna te noemen: [slachtoffer A]) verklaart tegenover de politie dat zij afkomstig is uit Brazilië en dat zij aldaar financieel goed rond kon komen.5 Vanaf 2005 had ze contact met [medeverdachte A], die toen in Nederland verbleef.6 Ze geeft aan dat [medeverdachte A] telefonisch contact met haar opnam in Brazilië en meedeelde dat zij – [medeverdachte A] – een ticket naar [slachtoffer A] zou opsturen, alsmede een brief waarin stond dat [slachtoffer A] naar Nederland kwam om vakantie te vieren. Tevens hebben zij contact via internet met elkaar gehad.7
Ze verklaart dat zij in 2005 voor het eerst in Nederland is geweest voor de duur van drie maanden en dat zij daartoe is uitgenodigd door [medeverdachte A] in oktober 2005, omdat laatstgenoemde wilde dat zij – [slachtoffer A] – samen met haar kwam werken.8 [medeverdachte A] heeft haar ticket betaald en over de kosten van het ticket en de terugbetaling daarvan zijn tussen [slachtoffer A] en [medeverdachte A] afspraken gemaakt. Aangekomen in Nederland werd zij door [medeverdachte A] van het vliegveld gehaald.9 Ze verklaart dat zij eerst bij [medeverdachte A] in [plaats] heeft verbleven en dat ze moest werken om het ticket terug te betalen. Ze verklaart dat ze geen andere optie had.10 [medeverdachte A] heeft tegen [slachtoffer A] gezegd dat zij moest werken om het ticket terug te kunnen betalen, hetgeen inhield dat zij in de escort voor verdachte en [medeverdachte A] moest werken. Ze verklaart dat ze de drie maanden dat ze in Nederland verbleef, altijd moest werken.11
[slachtoffer A] geeft aan dat zij de eerste keer uitleg kreeg over het in de escort ging: ze moest naar de klant en moest met de klant seks hebben. Verdachte en [medeverdachte A] gaven haar samen uitleg over onder meer de tijd die zij bij een klant moest doorbrengen en hetgeen hij wilde dat zij deed. Vervolgens werd ze door [medeverdachte A] en verdachte of een chauffeur naar de klant gebracht.12 Als ze menstrueerde moest [slachtoffer A] werken, ook al wilde ze dat niet. Ze moest dan werken met een spons in haar vagina. Als [slachtoffer A] tegen [medeverdachte A] zei dat ze ongesteld was, regelde [medeverdachte A] een sponsje. Verdachte of [medeverdachte A] kocht dit dan voor [slachtoffer A]. De condooms werden ook door [medeverdachte A] gekocht. Zowel verdachte als [medeverdachte A] namen opdrachten aan voor de escort.13
Per escort verdiende ze 35 euro.14 Verdachte en [medeverdachte A] hielden het meeste geld. Als [slachtoffer A] naar een klant was geweest en geld van de klant had ontvangen, moest zij dit geld aan verdachte en [medeverdachte A] afgeven.15 Voorts verklaart zij dat een gedeelte van haar inkomsten uit de escort werd ingehouden, omdat [medeverdachte A] het vliegticket van [slachtoffer A] had betaald en zij dit ticket terug moest betalen.16
[slachtoffer A] verklaart dat zij rond mei/juni 2007 voor de tweede keer naar Nederland is gekomen en toen ongeveer negen maanden hier heeft verbleven.17 Haar werkzaamheden waren hetzelfde als in 2005 tijdens haar eerste verblijf hier. Het ticket werd betaald door [medeverdachte A].18 Op een afschrift van de boekingsbevestiging / nota van Arke reizen is vermeld dat een retourticket is geboekt door [medeverdachte A], wonende aan [adres en plaats]. Het betrof de reis van Brazilië naar Nederland op
24 augustus 2007 voor [slachtoffer A].19
In 2007 verbleef [slachtoffer A] bij verdachte en [medeverdachte A] in [plaats].20 Ze verklaart dat wanneer ze aan het werk moest, zij bij verdachte en [medeverdachte A] thuis werd opgehaald, naar de klant werd gebracht en vervolgens weer werd opgehaald.21 Ze geeft aan dat ze op bepaalde tijden terug moest zijn voor klanten.22
Ze verklaart dat ze in 2007 niet na drie maanden terug naar Brazilië is gegaan, omdat ze een vals document had, dat ze kon gebruiken als ze door de politie werd gecontroleerd.23 Verdachte en [medeverdachte A] hadden tegen haar gezegd dat er pasjes bestonden waarmee aangetoond kon worden dat zij legaal in Nederland was. [slachtoffer A] geeft aan dat ze aanvankelijk niet wist dat dit pasje vals was.24 Voorts had [medeverdachte A] haar verteld dat zij – [slachtoffer A] – geen visum had en derhalve niet mocht werken.25
Tot slot verklaart [slachtoffer A] dat zij meer meisjes uit Brazilië kent die op deze wijze naar Nederland zijn gekomen, waaronder [slachtoffer B].26
5.5 Getuige [getuige A] (de vriend van [slachtoffer A]) geeft bij de politie aan dat
[slachtoffer A] tegen hem onder meer heeft verteld, dat zij van november 2005 tot en met januari 2006 in Nederland heeft verbleven en dat zij vrijwel direct na haar aankomst in de prostitutie is gaan werken bij [medeverdachte A]. [slachtoffer A] heeft hem verteld dat [medeverdachte A] haar ticket en haar verblijf alhier geregeld had. Voorts heeft zij hem verteld dat zij niet naar de politie durfde te gaan, onder meer omdat zij geen legaal verblijf in Nederland had. Daarnaast heeft ze aangegeven, dat ze in mei 2007 terug naar Nederland is gegaan en bij aankomst in Nederland door [medeverdachte A] van het vliegveld werd opgehaald en direct weer aan het werk ging voor [medeverdachte A]. Laatstgenoemde had onderdak voor haar geregeld en kleding voor haar gekocht. [slachtoffer A] heeft daarnaast tegen getuige [getuige A] verteld dat zij bij verdachte en [medeverdachte A] in hun huis in [plaats] verbleef en dat zij in plaats van 24 augustus 2007 eerst in februari 2008 naar Brazilië is teruggegaan.27
5.6 Naast de getuigenverklaring van [getuige A] is er de verklaring van aangeefster
[slachtoffer B]. Laatstgenoemde verklaart bij de rechter-commissaris (onder ede) dat [slachtoffer A] als escortdame voor [naam A] heeft gewerkt. Voorts verklaart ze dat [medeverdachte A] [slachtoffer A] benaderd heeft, haar reis naar Nederland geregeld heeft, het ticket betaald heeft en via het internet contact met die [slachtoffer A] onderhield.28
5.7 Getuige [getuige B] verklaart bij de politie, dat hij [slachtoffer A] in oktober 2007 bij
verdachte en [medeverdachte A] thuis (aan de [adres] te [plaats]) heeft ontmoet29 en
dat zij ook een Braziliaanse escortdame is en illegaal in Nederland is.30 Hij verklaart dat hij – als chauffeur voor [naam A] – zowel [slachtoffer B] als [slachtoffer A] naar klanten heeft gereden. De klanten betaalden hen en zij gaven op hun beurt het geld aan verdachte. Verdachte betaalde vervolgens getuige [getuige B] voor zijn verdiensten als chauffeur.31
5.8 Getuige [getuige C] verklaart bij de politie dat [slachtoffer A] in Nederland in de prostitutie heeft gewerkt, omdat zij in Brazilië niet voldoende kon verdienen om haar kinderen te onderhouden. Toen [slachtoffer A] voor het eerst naar Nederland kwam, verbleef ze bij [medeverdachte A] in [plaats].32
Feiten 5 tot en met 8
5.9 Op 9 mei 2008 doet [slachtoffer B] (hierna te noemen: [slachtoffer B]) aangifte33, waarin zij verklaart dat aanvankelijk haar vriendin [naam] naar Nederland zou gaan om voor [medeverdachte A] te werken. [naam] wilde niet en uiteindelijk is zij in november 2006 vanuit Brazilië naar Nederland gekomen om alhier voor [medeverdachte A] in de prostitutie te werken.34 Aangeefster verklaart dat zij in Brazilië geen werk en geen geld had, terwijl zij twee kinderen moest onderhouden. Zij geeft voorts aan, dat zij in november 2006 voor het eerst vanuit Brazilië naar Nederland is gekomen op een retourticket dat door [medeverdachte A] was betaald.35 Van [medeverdachte A] kreeg aangeefster het nummer van het ticket en het ticket moest zij op het vliegveld in [plaats] te Brazilië afhalen.36 Op de boekingsbevestiging c.q. nota van Arke Reizen is vermeld dat in opdracht van [medeverdachte A] een retourticket van [plaats] (Brazilië) via Portugal naar Amsterdam is geboekt voor aangeefster. Het betreft een heenvlucht op
8 november 2006 (met aankomst in Nederland op 9 november 2006) en een terugvlucht op 5 februari 2007. De nota staat op naam van [medeverdachte A].37
Aangekomen in Nederland werd ze onder meer door verdachte en [medeverdachte A] van het vliegveld opgehaald en naar hun woning in [plaats] gebracht.38 In Nederland heeft aangeefster onder meer kleding (zwarte laarzen en kousen, een zwarte korte rok, jasje en blouse) en lingerie (slipjes en strings) van [medeverdachte A] gekregen.39 De volgende dag is aangeefster voor het door verdachte en [medeverdachte A] geëxploiteerde escortbedrijf gaan werken.40 [medeverdachte A] heeft haar uitgelegd hoe het ging in de prostitutie: de klant belde en bestelde een vrouw voor een bepaalde tijd en gaf zijn adres op.41 Laatstgenoemde legde voorts aan aangeefster uit dat er klanten waren die alleen maar wilde praten of enkel een massage wilden.42 Als aangeefster menstrueerde, moest zij van [medeverdachte A] een spons gebruiken.43 In het huis van verdachte en [medeverdachte A] waren altijd sponsjes en condooms aanwezig. [medeverdachte A] kocht de condooms.44
Aangeefster werd door verdachte en [medeverdachte A] naar de klant gebracht. Zij had haar eerste klant als escortdame toen zij twee weken in Nederland was.45 Verdachte heeft haar naar de klant gebracht en sprak bij de voordeur met de klant, die hem het geld gaf. Aangeefster bleef vervolgens een uur bij de klant en had seks met de klant. Vijf minuten voordat het uur was afgelopen, belde [medeverdachte A] haar op met de mededeling dat zij zich moest aankleden en dat zij – [medeverdachte A] – aangeefster kwam ophalen.46
Aangeefster verklaart dat zij – ten tijde van haar eerste klant – bij verdachte en [medeverdachte A] in [plaats] aan [adres] woonde. Zij woonde bij hen in zonder huur te betalen.47 De kosten voor de huur, het eten en het ticket werden door [medeverdachte A] afgetrokken van het door aangeefster met de escort verdiende geld. Van de 125 euro die de klant per uur moest betalen, ontving aangeefster 30 euro.48 De afspraak dat aangeefster 30 euro per klant zou verdienen is gemaakt tijdens de eerste week van haar verblijf in Nederland.49
De eerste keer dat aangeefster in Nederland was, is zij drie maanden gebleven, van november 2006 tot februari 2007. Gedurende die periode heeft zij als escortdame voor [naam A], voor verdachte en [medeverdachte A], gewerkt.50 Zij moest in die periode alle dagen werken en beschikbaar zijn.51
In februari 2007 is aangeefster naar Brazilië teruggegaan.52
In Brazilië had aangeefster contact met [medeverdachte A] via MSN en de telefoon, waarbij zij laatstgenoemde heeft laten weten dat zij in oktober 2007 wederom naar Nederland zou komen.53 Op 7 of 8 oktober 2007 is aangeefster wederom naar Nederland gereisd op een vliegticket, betaald door haar vriend [getuige B].54 Aangekomen in Nederland, heeft zij contact met [medeverdachte A] opgenomen, omdat aangeefster weer voor [naam A] wilde werken. Zij mocht vervolgens een maand bij verdachte en [medeverdachte A] in huis, op het adres [adres] in [plaats], wonen.55 In die maand heeft aangeefster voor [naam A] gewerkt en de werkwijze was gelijk aan die van de eerste keer dat zij in Nederland was.56
De tweede keer dat aangeefster in Nederland was, heeft zij vier maanden voor [naam A] gewerkt.57 Aangeefster verklaart dat zij toen 50 euro per klant verdiende.58 De sponzen en condooms kreeg zij van [medeverdachte A].59 De klant betaalde aan aangeefster en die gaf het geld vervolgens aan verdachte, nadat zij haar eigen verdiensten van dat bedrag had ingehouden.60 In aanvulling op haar verklaring omtrent haar verdiensten, heeft aangeefster bij de rechter-commissaris verklaard dat zij altijd 50 euro per klant verdiende, maar dat zij het ticket en de werkkleding, welke voor haar door verdachte en [medeverdachte A] waren gekocht, moest terugbetalen en dat zij om die reden slechts
30 euro per klant uitbetaald kreeg.61
In januari 2008 heeft zij voor het laatst voor [naam A] gewerkt.62
5.10 De aangifte van [slachtoffer B] wordt ondersteund door de verklaringen van
[getuige B]. Hij verklaart dat hij aangeefster vanaf november 2006 kent, omdat hij toen via [naam A] op het internet een prostituee had besteld en degene die toen kwam, was aangeefster. [getuige B] geeft aan dat hij voor 135 euro seks met aangeefster had en dat hij haar daarna nog twee keer bestelde en seks met haar had.63 Aangeefster werd dan door verdachte gebracht en [getuige B] rekende ook met verdachte af. De eerste twee keer dat [getuige B] aangeefster als escort bestelde, bracht verdachte haar naar hem toe. De derde keer kwam zij alleen en betaalde [getuige B] aan haar.64 [getuige B] geeft aan dat hij heeft begrepen, dat [medeverdachte A] het vliegticket voor aangeefster had betaald en dat aangeefster het ticket terug moest betalen.65 [medeverdachte A] heeft de reis geregeld.66 Aangeefster verbleef bij verdachte en medeverdachte op [adres] in [plaats].67 Zij werkte voor [naam A] om haar kinderen in Brazilië te kunnen onderhouden en zij stuurde iedere maand geld naar haar zus in Brazilië. Voorts verklaart [getuige B] dat aangeefster geld aan [medeverdachte A], hoofdeigenaar van [naam A], moest afdragen en dat verdachte als chauffeur optrad.68
Hij bevestigt dat aangeefster op 5 februari 2007 terug naar Brazilië is gegaan en dat zij in oktober 2007 terug naar Nederland kwam op een door hem betaald ticket.69 Toen aangeefster voor de tweede maal naar Nederland kwam, heeft zij korte tijd bij verdachte en [medeverdachte A] aan de [adres] in [plaats] gewoond.70 Op het moment dat zij in Nederland was, is zij weer als escortdame bij [naam A] gaan werken. [medeverdachte A] had namelijk tegen aangeefster gezegd dat indien laatstgenoemde weer naar Nederland zou komen, zij weer bij [naam A] aan de slag kon.71 Feitelijk werkte aangeefster alle dagen en het kwam volgens [getuige B] wel eens voor dat zij verplicht werd om te werken als zij geen zin had. Verdachte en [medeverdachte A] werden dan boos.72
E. Vrijspraak van het onder 1, 3, 5 en 7 ten laste gelegde
5.11 Bij de beoordeling van de feiten en omstandigheden in de voorliggende zaak met het oog op de vraag of deze onder de strafbaarstelling van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht vallen (feiten 1, 3, 5 en 7), moet allereerst vastgesteld worden of er sprake is van handelen (werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen) door dwang, geweld of door een of meer feitelijkheden, door dreiging met een of meer feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik te maken van het uit feitelijke verhoudingen voortvloeiende overwicht of door misbruik te maken van een kwetsbare positie met het oogmerk van uitbuiting.
5.12 De rechtbank stelt voorop dat sprake is van een maatschappelijk ongewenste arbeidssituatie, wanneer vrouwen, die in hun thuisland in een sociale of economisch moeilijke positie verkeren, door een ander worden overgehaald om in een ver land als escortdame werkzaam te zijn in het bedrijf van die ander. Dat gegeven op zichzelf brengt echter nog niet met zich mee dat vrouwen op een onaanvaardbare wijze in hun handelings- en keuzevrijheid zijn beperkt en tegen onaanvaardbare arbeidsvoorwaarden werkzaam zijn, zodanig dat sprake is van uitbuiting. Dit is afhankelijk van de bijzondere feiten en omstandigheden van het geval.
5.13 In de onderhavige zaak neemt de rechtbank daarbij allereerst in aanmerking de verklaring van aangeefster [slachtoffer B], dat zij in Brazilië goed in staat was te voorzien in haar levensonderhoud. Tevens heeft zij verklaard dat zij zelf naar Nederland wilde komen om in de prostitutie te werken voor verdachte en [medeverdachte A]. Bovendien is zij een tweede keer, maar dan geheel op eigen initiatief en op kosten van haar partner [getuige B], naar Nederland gekomen om geld te verdienen met escortwerkzaamheden. Gedurende de tijd dat zij in Nederland verbleef, heeft zij steeds beschikt over haar paspoort en haar ticket, zodat zij – indien zij dat wilde – kon vertrekken op ieder gewenst moment. Kennelijk heeft aangeefster dat in februari 2007 na het verstrijken van de toegestane periode van verblijf (drie maanden) ook gedaan. Daarbij is niet gebleken dat door verdachte of zijn [medev[medeverdachte A] door de in artikel 273f, lid 1, onder 1, van het Wetboek van Strafrecht genoemde middelen druk is uitgeoefend op aangeefster om, geheel in tegenstelling tot de door haar bij komst naar Nederland gekoesterde verwachtingen of voornemens, seksuele diensten te verlenen tegen betaling bij klanten onder voorwaarden, die in menselijk én in financieel opzicht slechter waren dan voor andere vrouwen die in het escortbedrijf van verdachte en medeverdachte werkzaam waren. De rechtbank acht in dat verband van belang dat de verdiensten voor escortwerk van aangeefster [slachtoffer B] kennelijk gelijk waren aan de verdiensten van – bij verdachte en [medeverdachte A] werkzame – Nederlandse escortdames. Laatstgenoemden verdienden per escort immers eveneens 50 euro.73 Dat [slachtoffer B] (aanvankelijk) 35 euro per escort uitgekeerd kreeg, omdat zij het door verdachte en [medeverdachte A] betaalde ticket terug moest betalen, maakt niet dat zij in een toestand van uitbuiting verkeerde. Het gegeven dat door verdachte en medeverdachte kennelijk druk werd uitgeoefend op [slachtoffer B] en [slachtoffer A] om dagelijks vanaf een bepaalde tijd (18.00 uur) beschikbaar te zijn en te werken bij fysiek ongemak is op zichzelf niet te kwalificeren als dwang. Dat verdachte en [medeverdachte A] dreigden bij de families van [slachtoffer B] bekend te maken dat zij werkte als escortdame, gaf wellicht bij aangeefster een morele druk, doch deze kan niet als zodanig worden gezien, dat om die reden door haar geen weerstand kon worden geboden aan wat verdachte en medeverdachte van haar verwachtten.
Voor [slachtoffer A] geldt naar het oordeel van de rechtbank hetzelfde. [slachtoffer A] heeft in Brazilië een universitaire studie afgerond en had aldaar een goede betrekking bij de gemeente, waarmee zij drie maal het minimumsalaris verdiende. Ook voor haar geldt dat zij voor een tweede maal naar Nederland is gekomen. Voor zover zij de eerste keer niet op de hoogte was van het feit dat zij in de prostitutie zou gaan werken, was zij hier de tweede keer wel van op de hoogte en heeft zij de bewuste keuze gemaakt wederom als escortdame te werken voor verdachte en [medeverdachte A].
Voorts verbleven zowel [slachtoffer A] als [slachtoffer B], toen zij voor de tweede maal in Nederland waren, na een kort verblijf bij verdachte, in een zelfstandige woonruimte, waarover zij vrijelijk konden beschikken.
Gezien vorenstaande verkeerden zowel [slachtoffer A] als [slachtoffer B] in een situatie, die grotendeels gelijk was aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren.
5.14 Gelet op het voorgaande alsmede gelet op het feit dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet is gebleken van enige dwang door een of meer feitelijkheden, door dreiging met een of meer feitelijkheden, door misleiding van dan wel door misbruik te maken van het uit feitelijke verhoudingen voortvloeiende overwicht of door misbruik te maken van een kwetsbare positie is de rechtbank van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 3, 5 en 7 ten laste gelegde.
F. Beoordeling van het onder 2, 4, 6, en 8 ten laste gelegde
5.15 Ten aanzien van het onder 2, 4, 6 en 8 ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt. Het behulpzaam zijn bij het verblijf van personen in Nederland is strafbaar als deze hulp verstrekt wordt aan personen die wederrechtelijk hier te lande verblijven, terwijl verdachte van de wederrechtelijkheid van dat verblijf op de hoogte moet zijn.
5.16 De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
Aangeefster [slachtoffer B] en [slachtoffer A] zijn op een toeristenvisum voor de duur van 3 maanden naar Nederland gekomen. Het verblijven in Nederland op basis van een toeristenvisum is aan strikte voorwaarden verbonden, welke voorwaarden zijn neergelegd in artikel 12, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000). Bij overtreding van één van die voorwaarden, eindigt de zogenoemde vrije termijn als bedoeld in artikel 8, aanhef en onder i van de Vw 2000 van rechtswege. Eén van deze voorwaarden is dat het niet toegestaan is arbeid te verrichten. Door hier te lande arbeid te verrichten, was het verblijf van [slachtoffer B] aan [slachtoffer A] niet bij of krachtens artikel 12 Vw 2000 toegestaan en verbleven zij niet meer rechtmatig in Nederland.
5.17 De rechtbank is van oordeel dat verdachte en zijn [medeverdachte A] op de hoogte waren van de wederrechtelijkheid van het verblijf van [slachtoffer B] en [slachtoffer A], waarbij zij het volgende in aanmerking neemt.
[slachtoffer B] verklaart dat [medeverdachte A] op een gegeven moment aan haar – aangeefster – heeft verteld dat zij voor 1000 euro een (Belgisch) paspoort voor aangeefster kon regelen, zodat zij makkelijker in Nederland kon verblijven.74 Bij de rechter-commissaris heeft aangeefster in aanvulling op haar verklaringen die zij tegenover de politie heeft afgelegd, nog verklaard dat zij wist dat zij illegaal aan het werk was en dat verdachte en [medeverdachte A] dit eveneens wisten. Ze geeft aan dat zij in het begin daarover met elkaar hebben gesproken.75 Daarnaast heeft getuige [getuige C] verklaard dat [medeverdachte A] had aangegeven, dat zij – [slachtoffer B] – niet in Nederland mocht werken, omdat zij geen verblijfsvergunning had.76
[slachtoffer A] heeft verklaard dat zij een vals document had, dat zij kon laten zien als zij gecontroleerd werd door de politie.77 Zij heeft aangegeven, dat zij voor dat document 500 euro heeft betaald en dat verdachte en [medeverdachte A] haar hadden verteld dat er pasjes bestonden waarmee aangetoond kon worden dat zij – [slachtoffer A] – dan legaal in Nederland was.78
[slachtoffer A] heeft daarbij verklaard dat [medev[medeverdachte A] haar vliegticket heeft betaald en daarbij heeft aangegeven dat zij de kosten daarvan moest terugbetalen en ervoor moest werken.79 Tevens heeft [medeverdachte A] een brief gezonden, waarin zij [slachtoffer A] uitnodigde naar Nederland te komen voor een vakantie80, terwijl [medeverdachte A] wist dat [slachtoffer A] in Nederland als escortdame zou gaan werken voor haar en verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank hebben verdachte en [medeverdachte A] derhalve doelbewust een ander beeld gegeven van de werkelijkheid, en moeten zij derhalve hebben geweten dat door het verrichten van de werkzaamheden het verblijf van [slachtoffer A] en [slachtoffer B] een wederrechtelijk karakter had.
Gelet op het voorgaande, alsmede gelet op de achtergrond van verdachte, in het bijzonder zijn langdurige illegale verblijf in Nederland, concludeert de rechtbank dat verdachte wist dat het verblijf van [slachtoffer B] en [slachtoffer A] hier te lande wederrechtelijk was.
5.18 Nu verdachte en [medeverdachte A] de slachtoffers hebben vervoerd in het kader van hun werkzaamheden als escortdame teneinde die werkzaamheden mogelijk te maken en de slachtoffers daarnaast langdurig bij hen in huis hebben verbleven, hebben verdachte en [medeverdachte A] het verblijf van die vrouwen in Nederland bevorderd, zodat sprake is geweest van het behulpzaam zijn van personen bij het verblijf in Nederland als bedoeld in artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht.
5.19 Voorts is voor strafbaarheid noodzakelijk dat de hulp aan personen bij het verblijven in Nederland gegeven wordt uit winstbejag. Uit de onder 5.4. tot en met 5.10 opgenomen verklaringen, blijkt dat [slachtoffer B] en [slachtoffer A] door middel van prostitutie geld voor verdachte en zijn medeverdachte verdienden en dit geld afdroegen aan hen. Reeds gelet hierop kan gezegd worden dat verdachte en zijn medeverdachte handelden uit winstbejag.
H. Medeplegen
5.20 [medeverdachte A] verklaart bij de politie dat zij een eigen escortbedrijf heeft en dat het bedrijf begonnen is op een camping in [plaats]. Verdachte en zij woonden vanaf oktober/november 2006 in [plaats].81 Voor de inschrijving van het bedrijf bij de Kamer van Koophandel hebben verdachte en [medeverdachte A] hun legitimatiebewijzen laten zien.82
Via de krant en het internet hebben zij voor het bedrijf geadverteerd.83 De dagelijkse leiding van het bedrijf is in handen van verdachte en [medeverdachte A].84 Zij runden [naam A] gezamenlijk.85
Verdachte nam de escortdames aan.86 Het aannemen van dames gebeurde in eerste instantie naar aanleiding van een gesprek op de camping in [plaats].87 Verdachte haalde de dames dan op voor een kennismakingsgesprek.88
Indien een klant belde, zorgden verdachte en [medeverdachte A] ervoor dat een dame bij die klant kwam en aldaar haar (seksuele) diensten verleende. [medeverdachte A] nam zelf vaak de telefoon op, maar ook verdachte nam de telefoon op.89 Na het telefoongesprek met de klant, keek [medeverdachte A] het adres van de klant na om te controleren of het adres werkelijk bestond.90
Verdachte bracht de escortdames naar de klanten en deed de administratie van het bedrijf.91 Daarnaast bepaalde verdachte de prijzen. De klant moest 125 euro per uur betalen, waarvan 50 euro voor het bedrijf was, 50 euro voor de escortdame en 25 euro voor de chauffeur.92 Verdachte regelde de financiële zaken van het bedrijf.93
Verdachte en [medeverdachte A] zorgden voor de condooms en andere spullen die nodig waren voor de escortwerkzaamheden.94
De beslissingen voor het bedrijf werden door verdachte en [medeverdachte A] samen genomen.95 Zij werkten samen en runden het bedrijf samen.96
5.21 Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat tussen verdachte en [medeverdachte A] sprake was van een bewuste, nauwe en volledige samenwerking bij het exploiteren van het escortbedrijf. Daarin speelde een rol dat vrouwen uit Brazilië overkwamen naar Nederland om voor het escortbedrijf te werken. Hieruit leidt de rechtbank af dat ook bij het onder 2, 4, 6 en 8 ten laste gelegde sprake was van deze samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte A]. Daaraan doet niet af dat niet verdachte, maar zijn [medev[medeverdachte A] de contacten onderhield met aangeefster [slachtoffer B] en [slachtoffer A] toen zij in Brazilië waren, hetgeen volstrekt verklaarbaar is, aangezien [medeverdachte A] Braziliaans is, de taal spreekt en bekend was met de betrokken dames en hun families. Vast staat tevens dat verdachte samen met [medeverdachte A] aangeefster [slachtoffer B] heeft opgehaald van het vliegveld in november 2006. Gelet op het voorgaande gaat de rechtbank er derhalve vanuit dat verdachte van deze contacten op de hoogte was, nog daargelaten dat voor medeplegen niet is vereist dat een verdachte elke afzonderlijke uitvoeringshandeling heeft verricht.
5.22 Gelet op het onder 5.15 tot en met 5.21 overwogene, is naar het oordeel van de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2, 4, 6 en 8 ten laste gelegde heeft begaan.
I. Beoordeling van het onder 9 en 11 ten laste gelegde
5.23 Tijdens de zoeking op 30 juni 2008 in de woning van verdachte en [medeverdachte A] aan [adres en plaats] is onder meer een vuurwapen aangetroffen, te weten een pistool merk Erma, MOD EP655 KAL6.35/25 en 6 scherpe patronen kaliber 6.35, welke in beslag zijn genomen.97 Daarnaast zijn een aantal documenten in die woning aangetroffen, te weten twee Italiaanse [nummer]en ([nummers]), een Italiaanse verblijfsvergunning ([nummer]) en een nationale identiteitskaart ([nummer]), welke eveneens in beslag zijn genomen.98
Door P.A. Senstius van het Team Forensische Opsporing is het in de woning van verdachte aangetroffen vuurwapen onderzocht. Het betrof een pistool van het merk Erma, model EP656 en kaliber 6.35. Verbalisant concludeert dat het een wapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, eerste lid, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie is.99
Door de Koninklijke Marechaussee zijn de in de woning van verdachte aangetroffen (voormelde) documenten onderzocht. Geconstateerd wordt dat de vier documenten qua detaillering, gebruikt basismateriaal en toegepaste productie- en beveiligingstechnieken niet overeenkomen met originele exemplaren, waardoor geconcludeerd wordt dat de documenten, te weten de nationale identiteitskaart van Italië met nummer [nummer] op naam van [verdachte B], een verblijfsvergunning van Italië met nummer [nummer] op naam van [verdachte B] en de twee nationale rijbewijzen van Italië met nummer [nummers], beiden op naam van [verdachte B], vals zijn.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat het in zijn woning aangetroffen vuurwapen van hem is100, welke verklaring hij ter terechtzitting van 3 maart 2009 heeft bevestigd. Over de aangetroffen documenten heeft verdachte verklaard dat deze documenten vals zijn101, welke verklaring hij ter terechtzitting van 3 maart 2009 heeft bevestigd.
5.22 Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het onder 9 en 11 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
6. Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, 4, 6, 8, 9 en 11 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
2.
hij in de periode van 1 september 2005 tot en met 10 januari 2006, te [plaats], tezamen en in vereniging met een ander,
een ander, te weten [slachtoffer A] uit winstbejag, behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf in Nederland of die ander daartoe gelegenheid en middelen heeft verschaft, terwijl hij, verdachte, wist dat het verblijf wederrechtelijk was,
immers hebben verdachte en verdachte's mededader – zakelijk weergegeven –
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam en (terug) besteld bij een reisbureau en
- de tickets voor die reis betaald en opgestuurd naar die [slachtoffer A] en
- die [slachtoffer A] opgehaald van het vliegveld en
- die [slachtoffer A] onderdak en huisvesting verschaft (in [plaats]) en
- die [slachtoffer A] uitleg gegeven over de escort en
- advertenties geplaatst en laten plaatsen op internet en in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en
- als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) inlichtingen verschaft en laten verschaffen aan (de) klant(en) en
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en gecontroleerd en
- die [slachtoffer A] opgedragen te gaan werken in de prostitutie/escort en
- vervolgens die [slachtoffer A] vervoerd en laten vervoeren van en naar de klant(en) en
- het geld dat die [slachtoffer A] verdiende met de prostitutie/escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en
- van dat verdiende geld 35 Euro – als basisverdienste – aan die [slachtoffer A] afgegeven en
- voor condooms en sponzen gezorgd en
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te werken;
4.
hij in de periode van 1 mei 2007 tot en met 1 februari 2008, in de gemeente [plaats], tezamen en in vereniging met een ander,
een ander, te weten [slachtoffer A], uit winstbejag, behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf in Nederland of die ander daartoe gelegenheid en middelen heeft verschaft, terwijl hij, verdachte wist dat het verblijf wederrechtelijk was,
immers hebben verdachte en verdachte's mededader – zakelijk weergegeven –
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam (en terug) besteld bij een reisbureau en
- de tickets voor die reis betaald en opgestuurd naar die [slachtoffer A] en
- die [slachtoffer A] opgehaald van het vliegveld en
- die [slachtoffer A] onderdak en huisvesting verschaft en
- die [slachtoffer A] uitleg gegeven over de escort en
- (onder de naam [naam A]) advertenties geplaatst en laten plaatsen op internet en in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en
- als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) inlichtingen verschaft en laten verschaffen aan (de) klant(en) en
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en gecontroleerd en
- die [slachtoffer A] (weer) laten werken als prostituee/escortdame en
- (vervolgens) die [slachtoffer A] vervoerd en laten vervoeren van en naar de klant(en) en
- voor condooms en sponzen gezorgd en
- het geld dat die [slachtoffer A] verdiende met de escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en
- van dat verdiende geld 35 Euro – als basisverdienste – aan die [slachtoffer A] afgegeven en
- die [slachtoffer A] verteld/medegedeeld dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te werken;
6.
hij in de periode van 1 oktober 2006 tot en met 5 februari 2007, in de gemeente Apeldoorn en in de gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander,
een ander, te weten [slachtoffer B] uit winstbejag, behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf in Nederland of die ander daartoe gelegenheid en middelen heeft verschaft. terwijl hij, verdachte wist dat het verblijf wederrechtelijk was,
immers hebben en/of zijn verdachte en verdachte's mededader – zakelijk weergegeven –
- de tickets voor de reis van [plaats]/Brazilië naar Amsterdam (en terug) besteld bij een reisbureau en
- de tickets voor die reis betaald en opgestuurd naar die [slachtoffer B] en
- die [slachtoffer B] opgehaald van het vliegveld en
- die [slachtoffer B] onderdak en huisvesting verschaft en
- kleding en lingerie voor die [slachtoffer B] gekocht en
- die [slachtoffer B] uitleg gegeven over de escort en
- onder de naam [naam A] advertenties geplaatst op internet en in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en
- als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) inlichtingen verschaft en laten verschaffen aan (de) klant(en) en
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en gecontroleerd en
- die [slachtoffer B] opgedragen te gaan werken als prostituee/escortdame en
- (vervolgens) die [slachtoffer B] vervoerd en laten vervoeren van en naar de klant(en) en
- voor condooms en sponzen gezorgd en
- het geld dat die [slachtoffer B] verdiende met de escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en
- van dat verdiende geld 30 en/of 35 Euro – als basisverdienste – aan die [slachtoffer B] afgegeven en
- die [slachtoffer B] verteld/medegedeeld dat ze elke dag beschikbaar moest zijn om te werken;
8.
hij in de periode van 1 oktober 2007 tot en met 31 januari 2008, in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander,
een ander, te weten [slachtoffer B] uit winstbejag, behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf in Nederland of die ander daartoe gelegenheid en middelen heeft verschaft, terwijl hij, verdachte wist dat het verblijf wederrechtelijk was,
immers hebben verdachte en verdachte's mededader – zakelijk weergegeven –
- die [slachtoffer B] onderdak en huisvesting verschaft
- onder de naam [naam A] advertenties geplaatst op internet en in kranten voor escort met daarbij vermeld een telefoonnummer en
- als er klanten een meisje bestelden, (telefonisch) inlichtingen verschaft en laten verschaffen aan (de) klant(en) en
- als de klant een meisje bestelde het adres van die klant genoteerd en gecontroleerd en
- met die [slachtoffer B] afgesproken om (weer) te gaan werken als prostituee/escortdame en
- (vervolgens) die [slachtoffer B] vervoerd en laten vervoeren van en naar de klant(en) en
- voor condooms en sponzen gezorgd en
- het geld dat die [slachtoffer B] verdiende met de escort (tussen de 125 en 150 Euro) in ontvangst genomen en
- van dat verdiende geld 30 en 35 Euro – als basisverdienste – aan die [slachtoffer B] afgegeven;
9.
hij op 30 juni 2008, in de gemeente Apeldoorn, een wapen van categorie III, te weten een pistool (merk Emra, model EP656, kaliber 6.35) voorhanden heeft gehad;
11.
hij op 30 juni 2008, in de gemeente Apeldoorn, opzettelijk voorhanden heeft gehad een valse of vervalste
- nationale identiteitskaart van Italië, voorzien van nummer [nummer] op naam van [verdachte B] en
- Italiaanse verblijfsvergunning voorzien van nummer [nummer] op naam van [verdachte B] en
- Italiaans rijbewijs, voorzien van nummer [nummer] op naam van [verdachte B] en
- een Italiaans rijbewijs, voorzien van nummer [nummer] op naam van [verdachte B],
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen –, terwijl hij wist dat die geschriften bestemd waren voor gebruik als ware zij echt en onvervalst, immers komen telkens voornoemde identiteitskaart en verblijfvergunning en rijbewijzen qua detaillering, gebruikt materiaal en toegepaste productie- en beveiligingstechnieken niet overeen met het origineel exemplaar.
7. Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders onder 2, 4, 6, 8, 9 en 11 is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
8. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 2, 4, 6 en 8 (telkens) : Medeplegen van mensensmokkel;
Feit 9 : Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van
de Wet wapens en munitie;
Feit 11 : Het opzettelijk voorhanden hebben van een vals
geschrift als ware het echt en onvervalst, terwijl
hij wist dat dit geschrift bestemd is voor zodanig
gebruik, meermalen gepleegd.
9. Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
10. Oplegging van straf en/of maatregel
10.1 De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden, waarvan 7 (zeven) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met aftrek van de tijd die door verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht.
10.2 Door en namens verdachte is in het kader van een eventuele strafoplegging aangevoerd dat de door de officier van justitie geëiste straf geen recht doet aan de feiten, gelet op de jurisprudentie in soortgelijke zaken. Bovendien – zo er al tot een bewezenverklaring wordt gekomen – is er in de onderhavige zaak geen sprake van uitbuiting door fysiek geweld, waardoor het leven voor de slachtoffers onmogelijk is geworden. Bepleit is de onvoorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf te beperken tot de duur van de voorlopige hechtenis.
10.3 Bij de bepaling van de op te leggen straf is acht geslagen op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de omstandigheden van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
10.4 Verdachte heeft tezamen met een ander onderdak verschaft aan personen van wie hij wist dat deze – door het verrichten van die werkzaamheden – illegaal in Nederland verbleven. Verdachte en zijn mededader hebben hierdoor bijgedragen aan het frustreren van het beleid van de Nederlandse overheid met betrekking tot het verblijf van illegalen in Nederland. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij heeft gehandeld uit puur winstbejag waarbij de belangen van de illegale vreemdelingen volledig ondergeschikt zijn gemaakt aan zijn eigen portemonnee.
Daarnaast overweegt de rechtbank dat het voorhanden hebben van een vuurwapen (met bijbehorende munitie) een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich kan brengen.
10.5 De rechtbank heeft kennisgenomen van het over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport van 1 oktober 2008, waarin onder meer is vermeld dat geen inschatting kan worden gemaakt over de kans op recidive. Voorts is vermeld dat toezicht van de reclassering niet geïndiceerd is. Tot slot is vermeld dat verdachte na zijn ontslag uit het strafrechtelijk traject op grond van artikel 50 van de Vreemdelingenwet 2000 aansluitend in vreemdelingenbewaring wordt gesteld in verband met zijn onrechtmatige verblijf in Nederland.
10.6 In het voordeel van verdachte heeft de rechtbank bij de straftoemeting betrokken dat verdachte niet eerder veroordeeld is voor soortgelijke feiten (ook niet onder de door hem eveneens gebruikte naam [verdachte B], geboren op [1982] te Morin-Joegoslavië).
10.7 De rechtbank heeft bij de straftoemeting mede in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaak, bekend onder parketnummer 06/580236-08, te weten dat verdachte op 27 januari 2008 op vliegveld Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, gebruik heeft gemaakt van een niet op naam gesteld reisdocument.
Verdachte heeft bekend dit feit te hebben begaan en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor dat feit geen verdere strafvervolging zal volgen.
10.8 Al het voorgaande in aanmerking nemend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden, waarvan 5 (vijf) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met aftrek van de tijd die hij reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend. Deze straf is lager dan door de officier van justitie geëist gelet op de vrijspraak van het onder 1, 3, 5 en 7 ten laste gelegde.
De rechtbank acht een voorwaardelijke straf op zijn plaats teneinde verdachte er van te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
11. In beslag genomen voorwerpen
11.1 Onder verdachte zijn het onder feit 9 genoemde wapen (inclusief patronen) en de onder feit 11 genoemde documenten in beslag genomen.
11.2 De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder verdachte in beslag genomen voorwerpen moeten worden onttrokken aan het verkeer.
11.3 De verdediging heeft zich dienaangaande gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
11.4 De rechtbank is van oordeel dat de na te melden in beslag genomen en nog niet teruggeven voorwerpen, te weten het Italiaanse identiteitsbewijs ([nummer]). De Italiaanse verblijfsvergunning ([nummer]), de twee Italiaanse [nummer]en ([nummers]) en het pistool (Erma MOD EP655, kal.6.35 met bijbehorende houder en 6 patronen) dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 36b, 36c, 47, 57, 91, 197a en 225 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1, 3, 5 en 7 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 2, 4, 6, 8, 9 en 11 ten laste gelegde heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven onder 2, 4, 6, 8, 9 en 11 is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als:
Feit 2, 4, 6 en 8 (telkens) : Medeplegen van mensensmokkel;
Feit 9 : Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet
wapens en munitie;
Feit 11 : Het opzettelijk voorhanden hebben van een vals geschrift
als ware het echt en onvervalst, terwijl hij wist dat dit
geschrift bestemd is voor zodanig gebruik;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
- bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 5 (vijf) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
- beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- nationale identiteitskaart Italië ([nummer]);
- verblijfsvergunning Italië ([nummer]);
- twee nationale rijbewijzen Italië ([nummers]);
- pistool (ERMA MOD EO655, kal. 6.35 met bijbehorende houder);
- pistoolholster;
- 6 patronen, kaliber 6.35.
Aldus gewezen door mr. Van de Wetering, voorzitter, mrs. Roessingh-Bakels en Draisma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Meerdink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 maart 2009.
Mrs. Roessingh-Bakels en Draisma zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina’s, betreft dit delen van de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 08-207653, Regiopolitie Noord- en Oost-Gelderland/Team Vreemdelingenpolitie/Regionale Recherche, gesloten en ondertekend op 26 september 2008.
2 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte A] (p.494-495, 206) en proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.998)
3 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (p.605 / 606)
4 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (p.607)
5 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1015 en 1062)
6 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1063)
7 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1064)
8 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1076)
9 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1064)
10 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1077)
11 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1076)
12 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1077)
13 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1067)
14 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1078)
15 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1075)
16 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1065)
17 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1084)
18 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1079)
19 Geschrift, inhoudende de boekingsbevestiging/nota van Arke reizen (p.1032-1042)
20 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1082)
21 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1083)
22 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1086)
23 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1084)
24 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1085)
25 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1066)
26 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1064)
27 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A] (p.1048/1049)
28 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] bij de rechter-commissaris
op 16 september 2008
29 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1570/1572)
30 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1566 en 1582)
31 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1585)
32 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige C] (p.177)
33 Proces-verbaal van aangifte van aangeefster [slachtoffer B] (p.939-942)
34 Proces-verbaal van aangifte van aangeefster [slachtoffer B] (p.940)
35 Proces-verbaal van aangifte van aangeefster [slachtoffer B] (p.940)
36 Proces-verbaal van aangifte van aangeefster [slachtoffer B] (p.941)
37 Geschrift, inhoudende de boekingsbevestiging / nota van Arke Reizen (p.1357-1360)
38 Proces-verbaal van aangifte van aangeefster [slachtoffer B] (p.941)
39 Proces-verbaal van aangifte van aangeefster [slachtoffer B] (p.941)
40 Proces-verbaal van aangifte van aangeefster [slachtoffer B] (p.941)
41 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.945)
42 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.945)
43 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.946 en 972)
44 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.949 en 972)
45 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.946)
46 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.948)
47 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.947)
48 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.947, 951)
49 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.947)
50 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.998)
51 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.949)
52 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.952)
53 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.956) en proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer B] bij de rechter-commissaris op 16 september 2008
54 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p. 956)
55 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.956)
56 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.957)
57 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.975)
58 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.999)
59 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.999)
60 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.1000)
61 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] bij de rechter-commissaris
op 16 september 2008
62 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster[slachtoffer B] bij de rechter-commissaris
op 16 september 2008
63 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1012)
64 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1564)
65 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1565 en 1567)
66 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1568)
67 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1565)
68 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1566)
69 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1570)
70 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1012)
71 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1571)
72 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] (p.1578)
73 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige G] (p.1095) en proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige D] (p.1211)
74 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.1860)
75 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] bij de rechter-commissaris
op 16 september 2008
76 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige C] (p.227)
77 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1084)
78 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1085)
79 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1062-1063)
80 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer A] (p.1064)
81 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte A] (p.211 en 494/495)
82 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte A] (p.494)
83 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte A] (p.495)
84 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (p.607)
85 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige H] (p.1115)
86 Proces-verbaal van getuige [getuige C] (p.170) en proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte A] (p.495/496)
87 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte A] (p.495/496)
88 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte A] (p.494/495)
89 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte A] (p.211) en proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.971 en 1000)
90 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige D] (p.1214)
91 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte A] (p.496) en proces-verbaal van verhoor van verdachte (p.606)
92 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte A] (p.497) en proces-verbaal van verhoor van verdachte (p.605)
93 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] (p.971 en 1000)
94 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige E] (p.1249-1261)
95 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (p.606)
96 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige F] (p.1627)
97 Proces-verbaal van doorzoeking door de rechter-commissaris op 30 juni 2008 en kennisgeving inbeslagneming (p.1789-1790)
98 Proces-verbaal van doorzoeking door de rechter-commissaris op 30 juni 2008 en kennisgeving inbeslagneming (p.2020)
99 Aanvullend proces-verbaal vuurwapen van 19 november 2008 (geen paginanummer)
100 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (p.1784/1785)
101 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (p.632)