ECLI:NL:RBZUT:2009:BH8905

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
26 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/480453-08
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Kleinrensink
  • Van der Hooft
  • Gilhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding wegens onjuiste betekening in strafzaak

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, is de verdachte, geboren te Doetinchem in 1980, gedetineerd in Duitsland. De zaak betreft de geldigheid van de oproeping van de verdachte, die op 13 februari 2009 ter griffie van de rechtbank is uitgereikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich niet op het GBA-adres bevond, maar in voorlopige hechtenis in Duitsland. Het openbaar ministerie heeft nagelaten om de feitelijke verblijfplaats van de verdachte te achterhalen, wat heeft geleid tot de conclusie dat de betekening van de dagvaarding niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Hierdoor is de dagvaarding nietig verklaard.

De rechtbank heeft op 26 februari 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, na onderzoek op de terechtzittingen van 4 december 2008, 16 december 2008 en 26 februari 2009. De beslissing van de rechtbank is dat de oproeping nietig wordt verklaard, wat betekent dat de verdachte niet op de zitting kan worden vervolgd op basis van deze dagvaarding. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. Kleinrensink en de rechters mrs. Van der Hooft en Gilhuis, in aanwezigheid van griffier mr. Van Soest. De uitspraak is openbaar gedaan op de zitting van 26 februari 2009.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/480453-08
Uitspraak d.d.: 26 februari 2009
Niet verschenen
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te Doetinchem op [1980],
wonende te [adres].
Raadsman: mr. J.H. Hofstede te Doetinchem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
van 4 december 2008, 16 december 2008 en 26 februari 2009.
Geldigheid van de oproeping
De oproeping is op 13 februari 2009 ter griffie van de rechtbank Zutphen uitgereikt. Voorts is een afschrift van de gerechtelijke brief verzonden naar het adres [adres]
De rechtbank is gebleken, dat verdachte zich in Duitsland in voorlopige hechtenis bevindt en derhalve niet op het adres [adres] zijnde het GBA-adres van verdachte, verblijft. Het openbaar ministerie heeft niet getracht de feitelijke verblijfplaats van verdachte te achterhalen, om daar de oproeping naar toe te sturen. De oproeping dient nietig te worden verklaard.
Beslissing
De rechtbank verklaart de oproeping nietig.
Aldus gewezen door mr. Kleinrensink, voorzitter, en mrs. Van der Hooft en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 februari 2009.