ECLI:NL:RBZUT:2009:BI0487
Rechtbank Zutphen
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom wegens gebruik in strijd met bestemmingsplan; verzoek om voorlopige voorziening afgewezen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zutphen op 8 april 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een eigenaar van een pand in Apeldoorn, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarbij hem een last onder dwangsom was opgelegd wegens het gebruik van zijn pand in strijd met het bestemmingsplan. Eiser was uitsluitend gebruik aan het pand als kantoor, wat niet was toegestaan volgens het bestemmingsplan, dat ook een woonfunctie vereiste. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het beroep van eiser ongegrond is en het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen.
De voorzieningenrechter overwoog dat handhavend optreden door verweerder gerechtvaardigd was, gezien het algemeen belang van handhaving van het bestemmingsplan. Eiser had betoogd dat de begunstigingstermijn te kort was en dat er bijzondere omstandigheden waren die verweerder zouden moeten doen afzien van handhavend optreden. De voorzieningenrechter merkte op dat eiser eenvoudig aan de last kon voldoen door het gebruik als kantoor te beëindigen of het pand ook als woning in gebruik te nemen. Eiser had niet aannemelijk gemaakt dat beëindiging van het gebruik niet binnen de gestelde termijn mogelijk was.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen concreet zicht op legalisatie bestond, ondanks de verleende lichte bouwvergunning. De voorzieningenrechter benadrukte dat eiser al sinds een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de hoogte was van de onwettigheid van het gebruik van het pand als kantoor. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.