ECLI:NL:RBZUT:2009:BI0491
Rechtbank Zutphen
- Voorlopige voorziening
- mr. drs. J.H. van Breda
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake tijdelijke onttrekking spoorwegovergang Ooijmanlaan te Doetinchem
Op 8 april 2009 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft de tijdelijke onttrekking van de spoorwegovergang aan de Ooijmanlaan te Doetinchem, die door het college van burgemeester en wethouders was besloten. De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot voorlopige voorziening afgewezen, waardoor de onttrekking aan het openbaar verkeer gehandhaafd blijft. De rechter oordeelde dat niet aannemelijk is gemaakt dat de onttrekking niet tijdelijk zal zijn, en dat de gemeente Doetinchem de onttrekking heeft besloten in het belang van de verkeersveiligheid, na eerdere ongevallen op de spoorwegovergang.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen de argumenten van de verzoekster, de vereniging Fietsersbond, meegewogen. De verzoekster betoogde dat de gemeente onbevoegd handelde door de onttrekking, omdat de Wegenwet geen bevoegdheid tot tijdelijke onttrekking zou scheppen. De rechter volgde dit betoog niet en concludeerde dat de gemeente met de tijdelijke onttrekking wilde benadrukken dat er geen intentie was om de weg permanent af te sluiten. De voorzieningenrechter heeft ook de belangen van fietsers in de afweging betrokken, maar oordeelde dat de verkeersveiligheid zwaarder weegt dan het belang van de fietsers die gebruik maken van de spoorwegovergang.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de gemeente in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot de tijdelijke onttrekking van de spoorwegovergang, gezien de eerdere ongevallen en de wens om het risico op nieuwe ongevallen te minimaliseren. De rechter heeft geen aanleiding gezien om de gemeente te veroordelen in proceskosten, en heeft het verzoek tot voorlopige voorziening afgewezen.