RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580574-08
Uitspraak d.d.: 22 april 2009
tegenspraak/ dip
[verdachte],
geboren te [plaats] (Marokko) op 31 juli 1981,
wonende te 's-Gravenhage,
thans verblijvende in de penitentiaire inrichting De Berg, Arnhem.
Raadsman: mr. M.H. Hogeman (advocaat te Zutphen).
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
18 februari 2009 en 8 april 2009.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 31 oktober 2008 tot en met 1 november 2008
te Winterswijk, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of
goed(eren) van verdachtes en/of diens mededaders gading, geheel of ten dele
toebehorende aan de eigena(a)r(en) en/of het personeel en/of de bezoeker(s)
van [naam café] en/of (een) andere zich in de nabijheid, althans in
Winterswijk, bevindende perso(o)n(en), in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal
te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die eigena(a)r(en) en/of dat personeel en/of
die bezoeker(s) van [naam café] en/of (een) andere zich in de nabijheid,
althans in Winterswijk, bevindende perso(o)n(en),
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- in voornoemd café heeft/hebben rondgekeken en/of de situatie ter plaatse
heeft/hebben (voor)verkend en/of zich in dat café heeft/hebben gepositioneerd
en/of
- met een auto zich naar voornoemd café heeft/hebben begeven en/of
- zich heeft/hebben opgehouden voor en/of in de directe nabijheid van,
voornoemd café en/of
- terwijl verdachte, en/of diens mededaders, een (vlucht)auto en/of een
(vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, en/of handschoenen
voorhanden had/hadden en/of meerdere lagen kleding droeg/droegen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij in of omstreeks de periode van 31 oktober 2008 tot en met 1 november 2008
te Winterswijk, althans in Nederland
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die eigena(a)r(en) en/of dat personeel en/of die
bezoeker(s) van [naam café] en/of (een) andere zich in de nabijheid
bevindende perso(o)n(en),
te dwingen tot de afgifte van enig goed en/of geld toebehorend aan de
eigena(a)r(en) en/of het personeel en/of de bezoeker(s) van [naam café]
en/of (een) andere zich in de nabijheid bevindende perso(o)n(en), in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- in voornoemd café heeft/hebben rondgekeken en/of de situatie ter plaatse
heeft/hebben (voor)verkend en/of zich in dat café heeft/hebben gepositioneerd
en/of
- met een auto zich naar voornoemd café heeft/hebben begeven en/of
- zich heeft/hebben opgehouden voor en/of in de directe nabijheid van,
voornoemd café en/of
- terwijl verdachte, en/of diens mededaders, een (vlucht)auto en/of een
(vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, en/of handschoenen
voorhanden had/hadden en/of meerdere lagen kleding droeg/droegen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 31 oktober 2008 tot en met 1 november 2008
te Winterswijk, althans in Nederland ter voorbereiding van
het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld
en/of goed(eren) van verdachtes en/of diens mededaders gading, geheel of ten
dele toebehorende aan de eigena(a)r(en) en/of het personeel en/of de
bezoeker(s) van [naam café] en/of (een) andere zich in de nabijheid,
althans in Winterswijk, bevindende perso(o)n(en), in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die
voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te
doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die eigena(a)r(en)
en/of dat personeel en/of die bezoeker(s) van [naam café] en/of (een)
andere zich in de nabijheid, althans in Winterswijk, bevindende perso(o)n(en),
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren (art 312 Wetboek van Strafrecht) en/of
het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging tegen de eigena(a)r(en) en/of het personeel en/of
de bezoeker(s) van [naam café] en/of (een) andere zich in de nabijheid,
althans in Winterswijk, bevindende perso(o)n(en) te dwingen tot de afgifte van
geld en/of enig goed van verdachte en/of diens mededader(s) gading, in elk
geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de eigena(a)r(en)
en/of het personeel en/of de bezoeker(s) van [naam café] en/of (een)
andere zich in de nabijheid, althans in Winterswijk, bevindende perso(o)n(en),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders
(art 317 Wetboek van Strafrecht)
opzettelijk met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- een (vlucht)auto en/of een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend
voorwerp, en/of handschoenen en/of meerdere lagen kleding, bestemd tot het
begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd
en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad en/of
- in voornoemd café heeft/hebben rondgekeken en/of de situatie ter plaatse
heeft/hebben (voor)verkend en/of zich in dat café heeft/hebben gepositioneerd
en/of
- met een auto zich naar voornoemd café heeft/hebben begeven en/of
- zich heeft/hebben opgehouden voor en/of in de directe nabijheid van,
voornoemd café;
art 46 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 13 oktober 2008 te Winterswijk tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen
- een hoeveelheid (trein)abonnementen en/of abonnementskaarten (ter waarde van
ongeveer 280 euro) en/of
- een hoeveelheid strippenkaarten (ter waarde van ongeveer 1418 euro) en/of
- een zeer grote hoeveelheid sigaretten (ongeveer 456 pakjes, ter waarde van
ongeveer 2222 euro) en/of aanstekers en/of vloei, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan de Stationsrestauratie NS station
Winterswijk en/of aan Servex BV en/of aan de Nederlandse Spoorwegen, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goederen onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming en/of door middel van een valse sleutel en/of
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer]
heeft/hebben gericht en/of (voortdurend) gericht gehouden en/of
- aan die [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd "meekomen" en/of "stop,
meekomen, ik ga schieten" en/of "ik geef de opdrachten, lopen" en/of "als je
doet wat ik zeg, dan zal ik niet schieten" en/of "omdraaien telefoon" en/of
"naar binnen" en/of "handen omhoog", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- de batterij van/uit de mobiele telefoon van die [slachtoffer] heeft/hebben
verwijderd en/of afgenomen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
In de nacht van 13 oktober 2008 is er door meerdere mannen ingebroken in de stationsrestauratie van Servex B.V. te Winterswijk.2 Daarbij is [slachtoffer] door medeverdachte [medeverdachte1] bedreigd met een balletjespistool.3
B. Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegd heeft hij geconcludeerd dat het feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
C. Standpunt van de verdachte
Door en namens verdachte is vrijspraak bepleit van het onder 1 ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onderdeel bedreiging met geweld. Voor het overige heeft hij zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
D. Beoordeling door de rechtbank van het onder 1 ten laste gelegde: vrijspraak
De rechtbank overweegt dat geen sprake is van een begin van uitvoering, zodat het onder 1 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde overweegt de rechtbank dat uit de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen niet kan volgen dat verdachte voorbereidingshandelingen heeft verricht voor -kortweg- een overval op [naam café].
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en derhalve zal de rechtbank verdachte van het onder 1 primair en subsidiair vrijspreken.
E. Beoordeling door de rechtbank van het onder 2 ten laste gelegde
Op 12 oktober 2008 ontmoeten medeverdachten [medeverdachte1] en [medeverdachte2] en verdachte elkaar in Den Haag. Aldaar vertelt verdachte dat hij contact heeft gehad met medeverdachte [medeverdachte3] en dat zij een inbraak willen plegen in de omgeving van Winterswijk.4
Op het moment dat [medeverdachte2], [medeverdachte1] en verdachte in de auto zitten om naar Winterswijk te rijden, wordt verdachte door [medeverdachte3] gebeld. [medeverdachte3] vraagt om bij zijn woning in Den Haag een wapen op te halen. Dit wapen ligt in de struiken voor de woning verstopt.5
In Winterswijk ontmoeten [medeverdachte2], [medeverdachte1] en verdachte rond 23.00 uur medeverdachte [medeverdachte3]. Nadat de vier mannen een aantal uren op een adres aan de Joost van den Vondelstraat zijn geweest, rijden zij richting het station van Winterswijk. [medeverdachte2] parkeert zijn auto op het parkeerterrein naast het station.6
Bij het station vraagt verdachte aan [medeverdachte1] volgens deze om het wapen mee te nemen, omdat verdachte tijdens het verkennen van het station een paar schoonmakers had gezien. Als de schoonmakers er nog zouden zijn, of als de mannen tijdens de inbraak overlopen zouden worden, zou het wapen gebruikt worden om mee te dreigen. [medeverdachte1] neemt het wapen mee en [medeverdachte3], [medeverdachte1] en verdachte lopen naar de stationsrestauratie.7
Bij de stationsrestauratie hebben [medeverdachte3] en verdachte de deur opengebroken. [medeverdachte1] stond buiten de restauratie op wacht.8 Terwijl de deur wordt opengebroken, komt er een man -[slachtoffer]- aanlopen. [medeverdachte1] is in zijn richting gelopen en heeft hem aangesproken. Vervolgens heeft hij het pistool getrokken en op de man gericht. [medeverdachte1] geeft de man de opdracht om mee te komen. Vervolgens draait de man zich om en rent hard weg. Verdachte probeert de man nog tegen te houden.9
Tijdens het wegrennen wordt [slachtoffer] gevolgd door de man met het pistool. Het lukt hem niet om te ontkomen en onder dreiging van het pistool moet hij meelopen naar de stationsrestauratie. Tegen [slachtoffer] wordt onder andere gezegd "meekomen", "stop, meekomen, ik ga schieten", "ik geef opdrachten, lopen" en "als je doet wat ik zeg, dan zal ik niet schieten". Voorts wordt hij onder dreiging van het pistool gedwongen om mee te lopen naar de stationsrestauratie en wordt hem verteld dat hij naar binnen moet lopen.10
Binnen ziet [slachtoffer] twee andere mannen, die diverse goederen in tassen pakten. Tegen [slachtoffer] wordt gezegd "omdraaien, telefoon". [slachtoffer] wordt vervolgens gedwongen om de batterij van zijn telefoon af te geven.11 Terwijl [slachtoffer] met de rug naar de drie mannen staat, gaan de drie mannen verder met het inpakken van de buit. Tijdens het inpakken van de buit bedreigt [medeverdachte1] [slachtoffer] meerdere keren met het pistool en dwingt hij de man te blijven staan. Tijdens de inbraak spraken [verdachte] en verdachte Marokkaans tegen elkaar, waarna verdachte de man in het Nederlands opdrachten geeft, waaronder een opdracht tot het afgeven van de telefoon.
Ter terechtzitting heeft verdachte zijn betrokkenheid bij de inbraak bekend, met uitzondering van de geweldsbedreiging.12
Tijdens de inbraak zijn de volgende goederen weggenomen:
- meerdere onbedrukte abonnementkaarten;
- supertickets ter waarde van € 280,--;
- vol- en reductietarief strippenkaarten ter waarde van € 1.418,90;
- 476 pakjes sigaretten en sigaren van diverse merken ter waarde van in totaal € 2.222,05;
- aanstekers;
- en vloei.13
F. Bespreking van het verweer
Door de verdediging is betwist dat verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van het wapen ten tijde van de diefstal. Tevens is door de verdediging gesteld dat verdachte op het moment dat hij wist dat medeverdachte [medeverdachte1] [slachtoffer] met het pistool bedreigde, de stationsrestauratie heeft verlaten. De raadsman heeft derhalve bepleit dat geen sprake is van medeplegen op het punt van geweld.
Ter terechtzitting heeft verdachte bevestigd dat hij het wapen uit de tuin bij de woning van [medeverdachte3] heeft gepakt.14 Naar het oordeel van de rechtbank wist verdachte, gelet op deze bekentenis in samenhang met de verklaring van [medeverdachte1] als hierboven onder E weergegeven, dat zich in de auto waarmee ze naar de stationsrestauratie reden een wapen lag en dat dit wapen zou worden gebruikt wanneer dat nodig was.
Ook blijkt uit de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat hij niet is weggegaan op het moment dat hij wist dat [slachtoffer] met het wapen bedreigd werd. Hij heeft immers verklaard dat hij ongeveer drie à vier minuten nadat hij daarvan wetenschap had, is weggegaan uit de stationsrestauratie. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte zich niet van de geweldsdreiging heeft gedistantieerd.
Gelet op de onder E aangehaalde bewijsmiddelen en de hiervoor onder F genoemde omstandigheden, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking en derhalve van medeplegen. Het verweer dient te worden verworpen. Naar oordeel van de rechtbank is het onder 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 13 oktober 2008 te Winterswijk tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een hoeveelheid (trein)abonnementen en/of abonnementskaarten ter waarde van
ongeveer 280 euro en
- een hoeveelheid strippenkaarten ter waarde van ongeveer 1.418 euro en
- een zeer grote hoeveelheid sigaretten ter waarde van ongeveer 2.222 euro en aanstekers en vloei toebehorende aan Servex BV,
waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen
- een wapen op die [slachtoffer] hebben gericht en
- aan die [slachtoffer] de woorden hebben toegevoegd "meekomen" en "stop, meekomen, ik ga schieten" en "ik geef de opdrachten, lopen" en "als je doet wat ik zeg, dan zal ik niet schieten" en "omdraaien telefoon" en "naar binnen", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of ander is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
1. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) jaar, met aftrek van voorarrest.
2. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de door de officier van justitie geëiste straf te hoog is. Bij de strafoplegging dient rekening gehouden te worden met het feit dat de rol van cliënt beperkter is geweest dan waarvan de officier van justitie in zijn requisitoir is uitgegaan.
3. Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
4. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal met bedreiging met geweld door twee of meer verenigde personen. De ervaring leert dat slachtoffers van een dergelijke overval veelal langdurige en ernstige psychische gevolgen daarvan ondervinden. Daarnaast is algemeen bekend dat een dergelijke overval bij het publiek gevoelens van onrust en onveiligheid teweeg brengen.
5. De rechtbank houdt ten nadele van verdachte rekening met zijn strafblad, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor vermogens- en geweldsdelicten.
6. Tevens houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte heeft geweigerd mee te werken aan de totstandkoming van een reclasseringsrapport. De rechtbank acht derhalve het opleggen van reclasseringstoezicht in het kader van een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf niet passend.
7. Gelet op de omstandigheid dat verdachte van het onder 1 ten laste gelegde wordt vrijgesproken, de rol van verdachte in het geheel en de justitiële documentatie van verdachte, acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden passend en geboden.
Vordering tot schadevergoeding
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de benadeelde partij [slachtoffer] zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.791,95, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het schadeveroorzakende feit, gevoegd in het strafproces.
De officier van justitie en de verdediging hebben zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde immateriële schade gematigd dient te worden.
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen schade heeft geleden. Verdachte is daarvoor naar burgerlijk recht aansprakelijk. Gelet op de ernst van het bewezen verklaarde feit, is de rechtbank van oordeel dat de vordering in zijn geheel kan worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde immateriële schade ad € 1.600,00 slechts de tot op heden geleden schade behelst.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van [slachtoffer], voornoemd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als
diefstal door twee of meer verenigde personen, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
verklaart verdachte strafbaar.
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer], [adres], (bankrekeningnummer [nummer]), van een bedrag van € 1.791,95 (waarvan € 1.600,-- ter zake de tot op heden geleden immateriële schade), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2008 tot de dag van algehele voldoening en vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], voornoemd, een bedrag te betalen van € 1.791,95, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 27 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. De Bie, voorzitter, Van der Hooft en Van den Dungen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 april 2009.
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0640/08-209150, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 13 januari 2009.
2 Proces-verbaal van aangifte van [naam] (pagina 135).
3 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte1] (pagina 307).
4 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte2] (pagina 179).
5 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte1] (pagina 306-307).
6 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte2] (pagina 180).
7 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte1] (pagina 307).
8 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte3] (pagina 570).
9 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte1] (pagina. 307).
10 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] (pagina 145) en proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte1] (pagina 307).
11 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] (pagina 145).
12 Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
13 Proces-verbaal van aangifte van [naam] (pagina 137-139).
14 Verklaring van verdachte ter terechtzitting.