4.11. Vervolgens moet worden nagegaan of er sprake is geweest van een bewust gedogen door (de rechtsvoorgangers van) Maas Profile gedurende vijf opeenvolgende jaren van het gebruik van De VAB Handel van het door haar ingeschreven jongere merk BEMO.
De VAB Handel heeft ter onderbouwing van haar stelling dat dit het geval is geweest
als producties 3 en 4 verklaringen in het geding gebracht van [naam 3] en [naam 4].
[naam 3] schrijft in zijn op 10 februari 2009 opgestelde en ondertekende verklaring:
“(…) In der Zeit von 01.01.2001 bis 31.12.2006 war ich angestellt als Geschäftsführer bei der Bemo Systems GmbH (Reutlingen), später umfirmiert in Maas Baustoffhandels GmbH (Ilshoven).
Bemo wurde aus einem Insolvenzverfahren von der Maas Baustoffhandels GmbH&COKG (Ilshoven) übernommen und als Tochtergesellschaft geführt. Im Zuge dieser Übernahme wurde auch diverse Markenrechte mit dem Namen „Bemo“ übernommen. Direkt am Anfang meiner Tätigkeit bei Bemo im Jahre 2001 habe ich diese Markenrechte überprüft. Im Rahmen dieser Uberprüfung hatte mir Herr [naam 1] (frühere Gesellschafter und Geschäftsführer der Bemo) in einem Gespräch mitgeteilt, dass [gedaagde 2] von der VAB Handel, Holland den Markennamen „Bemo“ in Holland seit 1977 geschützt hatte. [De VAB Handel heeft onweersproken aangevoerd dat dit jaartal berust op een vergissing en moet zijn 1997, Rb]
Dies geschah laut Aussage von Herrn [naam 1] mit dessen Einverständnis.
Herr [naam 1] teilte mir weiter mit, dass VAB in Belgien und Luxemburg nicht tätig war und auch in anderen Ländern nicht tätig werden wollte, daher wurde zwischen Herrn [naam 1] und VAB verabredet dass Bemo Elementbau in Belgien und Luxemburg den Marknamen „Bemo“ nutzt.
Deswegen wurde in den Alleinvertriebsvertrag von Marz 2001 zwischen Maas/Bemo und de VAB vereinbart, dass die Herstellerin (Maas/Bemo) berechtigt war sich während der Laufzeit dieses Vertrages in den restlichen Ländern der Welt als „BEMO-Händlerin“ zu bezeichnen und beim Vertrieb der Vertragserzeugnisse die Schutzmarke der Vertragshandelring (VAB) zu benutzen.
Somit wurde also vereinbart, dass VAB das Markenrecht für Holland besitzt, da es ja bereits von der Übernahme des Unternehmens Bemo durch Maas den Markennamen in Holland eingetragen hatte (…)“
[naam 4] schrijft in zijn brief van 10 februari 2009 aan [gedaagde 2]:
“(…) 1988 begann ich meine Tätigkeit als Auszubildender bei der Fa. Weber Bausysteme GmbH (…). Nach der Übernahme von Bemo durch Maas Baustoffhandels GmbH im Jahr 2000 war ich bis zu meinem Ausscheiden am 30.09.2006 als Export Manager bei der Bemo Elementenbau GmbH/Bemo Systems GmbH.
Es war mir bereits ca. 1998 bekannt, dass die Geschäftsleitung von Weber Bausysteme GmbH der Schützung des Markennamens Bemo in den Benelux zugestimmt hat –Hintergrund war meines Wissens nach ein Disput mit der damaligen VAW Aluform.
Aus dem Schutz des Markennamens durch Herrn [gedaagde 2] wurde auch niemals ein Geheimnis gemacht und der neuen Geschäftsleitung der Bemo Elementenbau GmbH war dies auch von Anfang an bekannt (…)“
Ook ten aanzien van deze verklaringen heeft Maas Profile aangevoerd dat zij onbetrouwbaar zijn. Ten aanzien van [naam 4] heeft zij aangevoerd dat deze thans werkzaam is voor een concurrent van Maas Profile en dat Maas Profile tegen dit bedrijf een procedure heeft moeten aanspannen wegens concurrentievervalsing. Het vertrek van [naam 4] bij Maas Profile heeft geleid tot een arbeidsrechtelijke procedure en ook loopt er een procedure tussen Maas Profile en [naam 3]. Maas Profile heeft betoogd dat uit de vele geschillen die [naam 4] en [naam 3] met Maas Profile gezocht hebben blijkt dat zij de randen van de wet niet schuwen.
De VAB Handel hebben evenwel verklaard dat Maas Profile zowel de procedure over octrooirechten tegen de huidige werkgever van [naam 4] als de ontslagprocedure heeft verloren en dat [naam 4] in verband met dat laatste een ontslagvergoeding van Maas Profile heeft ontvangen. [naam 3] is thans directeur van een afnemer van Maas Profile en heeft volgens De VAB Handel tegen Maas Profile een procedure aanhangig gemaakt in verband met gebrekkige leveringen door Maas Profile.
Gelet op deze nadere verklaring moet de stelling van Maas Profile dat [naam 4] en [naam 3] geschillen met Maas Profile hebben gezocht en daarbij de randen van de wet niet schuwen, als onjuist en andermaal als tendentieus verworpen worden.
Nu voor de juistheid van deze verklaringen steun is te vinden in de overeenkomsten van 2001 en 2003, gaat de voorzieningenrechter voorbij aan hetgeen Maas Profile overigens omtrent de (on)betrouwbaarheid van de verklaringen heeft aangevoerd.