ECLI:NL:RBZUT:2009:BI3300

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
8 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460435-08
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • H. Hödl
  • A. Hemrica
  • J. Gilhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling gemeente-ambtenaar voor verduistering en oplichting

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 8 mei 2009 uitspraak gedaan tegen een gemeente-ambtenaar die gedurende een periode van circa vierenhalf jaar een groot aantal frauduleuze strafbare feiten heeft gepleegd. De verdachte, werkzaam bij de gemeente Winterswijk, heeft door middel van het opmaken van fictieve betalingsopdrachten en andere valse documenten, grote sommen geld verduisterd, met een totaalbedrag van ongeveer 2,7 miljoen euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet alleen de gemeente heeft opgelicht, maar ook verschillende burgers en organisaties die afhankelijk zijn van maatschappelijke ondersteuning ernstig heeft gedupeerd. De verdachte heeft zijn ambt op grove wijze misbruikt en heeft publiek geld, dat bedoeld was voor onderwijs en welzijn, voor eigen gewin aangewend. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is reclasseringstoezicht opgelegd als bijzondere voorwaarde. De officier van justitie had een zware straf geëist, gezien de ernst van de feiten en het grote bedrag dat door de verdachte was verduisterd. De verdediging pleitte voor een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten een onvoorwaardelijke straf rechtvaardigde. De verdachte heeft erkend dat hij de gelden onrechtmatig heeft overgemaakt naar zijn eigen rekeningen en heeft zijn functie als ambtenaar ernstig geschaad.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer 06/460435-08
Uitspraak d.d. 8 mei 2009
Tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [1969],
wonende te [adres en plaats].
Raadsman mr. De Bont (advocaat te Doetinchem).
1. Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 24 april 2009.
2. De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd, is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij,
in of omstreeks de periode van 31 augustus 2006 tot en met 2 september 2008 te
Winterswijk en/of Duiven, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) namens de gemeente Winterswijk meerdere althans een
beschikking(en), en/of meerdere althans een brie(f)(ven), gericht aan onder
meer:
- [naam A Beheer BV], gedateerd op 22 augustus 2008, met als onderwerp
'subsidie KSB2', (p 158 in het dossier), en/of
- [Stichting A], gedateerd op 31 augustus 2006, met als onderwerp
'IHP' (p 430 in het dossier), en/of
- [Stichting A], gedateerd op 20 oktober 2006, met als onderwerp
'IHP' (p 440 in het dossier), en/of
- [Stichting A], ongedateerd, met als onderwerp
'onderwijshuisvesting 2006/2007 en bruidschatregeling' (p 448 in het
dossier), en/of
- [Stichting A], gedateerd op 10 april 2007, met als onderwerp 'IHP'
(p 458 in het dossier), en/of
- [Stichting A], gedateerd op 7 augustus 2007, met als onderwerp
'IHP' (p 509 in het dossier), en/of
- [Stichting B], gedateerd op 14 december 2007, met als
onderwerp 'subsidie KSB 1' (p 548 in het dossier), en/of
- [Stichting B], gedateerd op 14 december 2007, met als
onderwerp 'subsidie KSB 1' (p 597 in het dossier), en/of
- [Stichting A], gedateerd op 31 januari 2008, (p 600), en/of
- [Stichting B], gedateerd op 20 maart 2008, met als
onderwerp 'subsidie KSB 1' (p 610 in het dossier), en/of
- [Stichting C], gedateerd op 14 mei 2008, met als onderwerp
'overgangsmaatregel per 1 april 2008 WMO' (p 621 in het dossier), en/of
- [Stichting B], gedateerd op 27 juni 2008, met als
onderwerp 'subsidie KSB 2' (p 626 in het dossier), en/of
- [Stichting C], gedateerd op 26 juni 2008, met als onderwerp
'overgangsmaatregel per 1 april 2008 WMO' (p 639 in het dossier), en/of
- [Stichting C], gedateerd op 26 juni 2008, met als onderwerp
'overgangsmaatregel per 1 april 2008 WMO' (p 641 in het dossier), en/of
- [Stichting A], gedateerd op 27 juni 2008, met als onderwerp
'bruidschatregeling' (p 643 in het dossier), en/of
- [Stichting B], gedateerd op 22 augustus 2008, met als
onderwerp 'subsidie KSB 2' (p 646 in het dossier),
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte (telkens) valselijk
- in meerdere althans een van bovenvermelde beschikking(en)/brie(f)(ven)
vermeld dat de in de adressering van de beschikking(en)/brie(f)(ven)
genoemde (rechts)perso(o)n(en), subsidie, althans een geldbedrag
verkreeg/zou verkrijgen, en/of
- in meerdere althans een van bovenvermelde beschikking(en)/brie(f)(ven)
een bankrekeningnummer vermeld die ten name zou staan van [Stichting A]
en/of [Stichting D] en/of [Stichting C], en/of
- op meerdere althans een van bovenvermelde beschikking(en)/brie(f)(ven)
namens een collega een handtekening geplaatst als ware hij, verdachte
[collega A] en/of [collega B],
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij,
in of omstreeks de periode van 1 augustus 2003 t/m 2 september 2008
te Winterswijk en/of Duiven, althans in Nederland,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, de gemeente Winterswijk heeft bewogen tot de
afgifte van 39 of 38 geldbedragen, althans van meerdere, althans een geldbedrag(en) (ter grootte van in totaal
ongeveer EUR 2.683.976,49), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
16 of 15, althans meerdere (fictieve) betalingsopdrachten en/of 3, althans meerdere (fictieve)
facturen en/of 20 (fictieve) subsidieverleningsbrieven en/of bevoorschottingsbrieven en/of
beschikkingen gemaakt ten behoeve van [naam B Group] en/of [naam C Beheer BV] en/of
[Stichting E] en/of [Stichting D] en/of [Stichting A] en/[Stichting C] en/of
met vermelding van (onjuiste) bijbehorende bankrekeningnummers: [banknummer 1] en/of [banknummer 2]
en/of [banknummer 3] en/of [banknummer 4] en/of [banknummer 5] en/of deze schriftelijke stukken ondertekend met zijn, verdachtes, eigen naam of die van collega [collega A]
en/of onder vermelding van diverse (fictieve) onderwerpen, althans
meerdere althans
een betalingsopdracht(en) gegeven en/of geaccordeerd en/of ondertekend,
waardoor meerdere, althans een medewerker(s) van de gemeente Winterswijk (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven
afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
en/of
hij,
in of omstreeks de periode van 1 augustus 2003 tot en met 2 september 2008
te Winterswijk en/of Duiven, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) in zijn functie als ambtenaar, zijne beleidsambtenaar en/of
controller bij de gemeente Winterswijk, of als ander met enige openbare dienst
voortdurend of tijdelijk belast persoon,
(telkens) opzettelijk meerdere althans een geldbedrag(en) (ter grootte van in
totaal ongeveer EUR 2.683.976,49) dat hij in zijn bediening onder zich had,
heeft verduisterd of heeft toegelaten dat het door een ander werd weggenomen
of werd verduisterd,
art 359 Wetboek van Strafrecht
en/of
hij,
in of omstreeks de periode van 1 augustus 2003 tot en met 2 september 2008
te Winterswijk en/of Duiven, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk meerdere althans een geldbedrag(en) (ter grootte van in
totaal ongeveer EUR 2.683.976,49) die/dat geheel of ten dele toebehoorde(n)
aan de gemeente Winterswijk, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, en welk(e) gebedrag(en) verdachte anders dan door misdrijf onder
zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
3.
hij
in de periode van 22 augustus 2008 tot en met 2 september 2008 te Duiven,
althans in Nederland,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, [bank] heeft bewogen tot de afgifte van meerdere geldbedragen, althans een hoeveelheid geld (in de vorm van meerdere, althans een girale overboeking(en)) en/of tot het aangaan van een schuld (in de vorm van meerdere, althans een (hogere) krediet(en)), in elk geval van enig goed, hebbende
verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid meerdere, althans
een (vals) bescheid(en) overlegd aan [bank] waarop staat/stond
vermeld dat er (in de (nabije) toekomst) geld van derden zou worden ontvangen
op bankrekeningen waarover verdachte kon beschikken,
te weten een brief aan [naam A Beheer BV], gedateerd op 22 augustus 2008 met als onderwerp
"subsidie KSB2 met een toezegging van een voorschot ten bedrage van 142.500 euro te storten op rekening [rekening 4] en met als ondergetekende vermeld [collega B] (pag 158/159) en/of
de (telefonische) mededeling van verdachte aan [medewerker bank], althans een medewerker van de
[bank] dat hij binnenkort gen bedrag van de gemeente Winterswijk zal krijgen en daarbij
verzoekt om een hoger krediet
waardoor [bank] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht.
3. Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
4. Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
A. Inleiding.
Verdachte was als ambtenaar werkzaam voor de gemeente Winterswijk, aanvankelijk als beleidsmedewerker2, later als controller en budgetverantwoordelijke op de afdeling Welzijn, Zorg en Educatie. Aanleiding voor het onderzoek is geweest een telefoontje van een medewerker ([medewerker bank]) van de [bank] naar de gemeente Winterswijk, in verband met een subsidietoekenning aan [naam A Beheer B.V.] te Duiven. Van die vennootschap3 was verdachte bestuurder en enig aandeelhouder. Door verdachte was aan de bank toegezegd dat op de rekening van [naam A Beheer B.V.] een voorschot ten bedrage van € 142.500,-- zou worden overgemaakt. Verdachte kon dat aantonen met een brief inhoudende een subsidie-toekenning aan [naam A Beheer B.V.]
Op verzoek van de door de bank benaderde gemeenteambtenaar, zijnde een collega van verdachte, is de brief inzake de vermeende subsidietoekenning door [medewerker bank] naar de gemeente gefaxt. Die brief werd door de medewerker van de gemeente - bij wie bekend was dat verdachte eigenaar was van het genoemde bedrijf - niet herkend. De kwestie is vervolgens onder de aandacht gebracht van de algemeen directeur van de gemeente, waarop deze verdachte heeft aangesproken. Verdachte heeft aan de directeur vrijwel onmiddellijk opgebiecht de brief aan [naam A Beheer B.V.] te hebben vervalst.
Vervolgens is in opdracht van het gemeentebestuur van Winterswijk een nader onderzoek ingesteld naar geldtransacties, waarbij verdachte betrokken was geweest. Daaruit kwam naar voren dat door toedoen van verdachte aanzienlijke bedragen onrechtmatig waren overgemaakt naar bankrekeningen van verdachte danwel naar één van zijn bedrijven.
De politie is in kennis gesteld en er is een strafrechtelijk onderzoek ingesteld. Verdachte heeft erkend valselijk grote geldbedragen te hebben laten overmaken van de gemeente naar bankrekeningen welke tot zijn beschikking stonden.
B. Standpunt van het openbaar ministerie
4.1. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde onder 1, onder 2 het eerste en tweede alternatief en onder 3, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard op basis van de aangiften van de gemeente Winterswijk en de [bank], de zich in het dossier bevindende brieven en betalingsopdrachten, het rapport van KPMG en de bekennende verklaring van verdachte.
4.2. Terzake de feiten 1 en 2 is in de visie van de officier sprake van een voortgezette handeling, terwijl er wat de feiten onder 2 betreft sprake is van een eendaadse samenloop.
C. Standpunt van de verdachte / de verdediging
4.3. Door de raadsman is aangevoerd dat verdachte over de feiten onder 1 en 2 (direct) een volledig bekennende verklaring heeft afgelegd, inhoudende dat hij op onrechtmatige wijze door vals opgemaakte stukken gelden van zijn werkgever, de gemeente Winterswijk, heeft laten overmaken op eigen bankrekeningen c.q. heeft verduisterd. Terzake de feiten onder 1 en 2 kan derhalve in de visie van de raadsman een bewezenverklaring volgen, met dien verstande dat de periode ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde aanzienlijk dient te worden bekort, nu de betaling van de gemeente Winterswijk van € 1.507,91 aan [naam B Groep B.V.] van 26 januari 2004 niet ziet op een frauduleuze handeling, maar op een legale betaling in het kader van betrokkenes dienstverband bij de gemeente.
4.4. Ten aanzien van de onder 3 tenlastegelegde oplichting van de [bank] heeft de raadsman een vrijspraak bepleit, omdat niet de bank, maar enkel de werkgever door het handelen van verdachte werd benadeeld. Van een oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling ten opzichte van de bank is geen sprake geweest, nu de bank ervan uit kon gaan dat zij de gelden van de gemeente zou gaan ontvangen.
D. Beoordeling door de rechtbank
4.5. De rechtbank is van oordeel dat op basis van de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting en bij de politie4, de aangifte van de gemeente Winterswijk5, de verschillende betalingsopdrachten, facturen, subsidieverleningsbrieven/ bevoorschottingsbrieven/beschikkingen6 en het overzicht onrechtmatige betalingen7 tot een bewezenverklaring van het onder 1 en 2, het eerste en tweede alternatief, tenlastegelegde kan worden gekomen, met dien verstande dat de rechtbank niet bewezen vindt dat de betaling van de gemeente Winterswijk van € 1.507,91 aan [naam B Groep B.V.] van 26 januari 2004 een gevolg is van oplichting door verdachte, nu daarvoor onvoldoende bewijs voorhanden is. De rechtbank komt daarom onder feit 2, eerste alternatief, tot bewezenverklaring van de afgifte van 38 (i.p.v. 39) geldbedragen en 15 (i.p.v. 16) valselijk opgemaakte betalingsopdrachten.
4.6. Ten aanzien van het onder 2 als derde alternatief tenlastegelegde zal de rechtbank verdachte vrijspreken, omdat voor het bestanddeel “anders dan door misdrijf” wettig en overtuigend bewijs ontbreekt.
4.7. Ten aanzien van feit 3 heeft [medewerker bank] namens8 de [bank] aangifte gedaan van oplichting door verdachte. Aangever heeft verklaard dat op 20 augustus 2008 door de bank aan [naam A Beheer B.V.] is bericht, dat het [naam Flexkrediet] van [naam A Beheer B.V.] per 29 augustus 2008 zou worden beëindigd.
Op 22 augustus heeft verdachte telefonisch contact opgenomen met [medewerker bank] en gevraagd om een hoger krediet toe te staan. [verdachte] gaf in dat gesprek aan dat hij spoedig een bedrag overgemaakt zou krijgen van de gemeente Winterswijk. [medewerker bank] heeft vervolgens op 25 augustus 2008 telefonisch contact opgenomen met [verdachte] en hem gevraagd om het bewijs, dat er daadwerkelijk op korte termijn geld op de rekening zou worden gestort, aan hem te faxen. Vervolgens heeft hij op 26 augustus 2008 een fax ontvangen van [naam A Beheer B.V.], waarin stond dat er door de gemeente Winterswijk in opdracht van de [Stichting B] een subsidie van € 142.500,-- overgemaakt zou worden op rekening [rekening 4]. Aangezien deze fax voor [medewerker bank] het bewijs was dat er inderdaad geld op komst was op de bewuste rekening van [naam A Beheer B.V.], werd er een extra krediet verstrekt en zijn de betalingen die per internet bankieren waren klaargezet uitgevoerd.
Toen [medewerker bank] op 2 september 2008 zag dat het geld van de gemeente Winterswijk nog niet op de rekening was gestort, heeft hij geprobeerd om [verdachte] telefonisch te bereiken. Omdat dat niet lukte, heeft [medewerker bank] telefonisch contact opgenomen met [collega B], collega van verdachte, aangezien de fax die hij had ontvangen was getekend door [collega B].
[collega B] wist niets van bedoelde subsidieverlening en op zijn verzoek is toen de betreffende subsidiebeschikking door de bank aan hem gefaxt. Vervolgens kwam aan het licht dat [collega B] dit faxbericht niet had opgemaakt of ondertekend.
4.8. Bedoeld faxbericht9 ziet op een brief van de gemeente Winterswijk gedateerd 22 augustus 2008, ondertekend door [collega B], gericht aan [naam A Beheer B.V.], met als onderwerp “subsidie KSB 2”, inhoudende een toezegging van een storting van
€ 142.500,-- op rekening [rekening 4].
4.9. Verdachte heeft verklaard10 dat hij door de [bank] werd benaderd over de tekorten van [naam A Beheer B.V.]. Om de rekening aan te vullen heeft hij de bewuste brief aan [naam A Beheer B.V.] van 22 augustus 2008 opgemaakt op naam van van [collega B]. Hij heeft de brief zelf ondertekend en heeft de brief aan [medewerker bank] van de [bank] overhandigd.
4.10. De rechtbank acht op basis van die bewijsmiddelen bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem onder 3 tenlastegelegde oplichting van de [bank]. De bank is naar aanleiding van de mededeling van verdachte en de in aansluiting daarop en ter bekrachtiging daarvan gefaxte (door verdachte valselijk opgemaakte) subsidiebeschikking, daadwerkelijk overgegaan tot het doen van betalingen en het verhogen van het krediet. De rechtbank verwerpt daarmee het door de raadsman ingenomen standpunt over het ontbreken van het oogmerk van wederrechtelijk bevoordeling ten opzichte van de bank.
5. Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, onder 2 het eerste en tweede alternatief en onder 3 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in de periode van 31 augustus 2006 tot en met 2 september 2008 te Winterswijk
meermalen (telkens) namens de gemeente Winterswijk meerdere beschikkingen en brieven, gericht aan onder meer:
- [naam A Beheer BV], gedateerd op 22 augustus 2008, met als onderwerp
'subsidie KSB2', (p 158 in het dossier), en
- [Stichting A], gedateerd op 31 augustus 2006, met als onderwerp
'IHP' (p 430 in het dossier), en
- [Stichting A], gedateerd op 20 oktober 2006, met als onderwerp
'IHP' (p 440 in het dossier), en
- [Stichting A], ongedateerd, met als onderwerp
'onderwijshuisvesting 2006/2007 en bruidschatregeling' (p 448 in het
dossier), en
- [Stichting A], gedateerd op 10 april 2007, met als onderwerp 'IHP'
(p 458 in het dossier), en
- [Stichting A], gedateerd op 7 augustus 2007, met als onderwerp
'IHP' (p 509 in het dossier), en
- [Stichting B], gedateerd op 14 december 2007, met als
onderwerp 'subsidie KSB 1' (p 548 in het dossier), en
- [Stichting B], gedateerd op 14 december 2007, met als
onderwerp 'subsidie KSB 1' (p 597 in het dossier), en
- [Stichting A], gedateerd op 31 januari 2008, (p 600), en
- [Stichting B], gedateerd op 20 maart 2008, met als
onderwerp 'subsidie KSB 1' (p 610 in het dossier), en
- [Stichting C], gedateerd op 14 mei 2008, met als onderwerp
'overgangsmaatregel per 1 april 2008 WMO' (p 621 in het dossier), en
- [Stichting B], gedateerd op 27 juni 2008, met als
onderwerp 'subsidie KSB 2' (p 626 in het dossier), en
- [Stichting C], gedateerd op 26 juni 2008, met als onderwerp
'overgangsmaatregel per 1 april 2008 WMO' (p 639 in het dossier), en
- [Stichting C], gedateerd op 26 juni 2008, met als onderwerp
'overgangsmaatregel per 1 april 2008 WMO' (p 641 in het dossier), en
- [Stichting A], gedateerd op 27 juni 2008, met als onderwerp
'bruidschatregeling' (p 643 in het dossier), en
- [Stichting B], gedateerd op 22 augustus 2008, met als
onderwerp 'subsidie KSB 2' (p 646 in het dossier),
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte (telkens) valselijk
- in meerdere althans een van bovenvermelde beschikkingen/brieven
vermeld dat de in de adressering van de beschikkingen/brief
genoemde (rechts)persoon, subsidie, althans een geldbedrag
zou verkrijgen, en/of
- in meerdere althans een van bovenvermelde beschikkingen/brieven
een bankrekeningnummer vermeld die ten name zou staan van [Stichting A]
en/of [Stichting D] en/of [Stichting C], en/of
- op meerdere van bovenvermelde beschikkingen/brieven
namens een collega een handtekening geplaatst als ware hij, verdachte
[collega A] en/of [collega B],
zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschriften als echt en te gebruiken;
2.
hij in de periode van 1 januari 2004 tot en met 2 september 2008 te Winterswijk
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen (telkens) door een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de gemeente Winterswijk heeft bewogen tot de
afgifte van 38 geldbedragen, (ter grootte van in totaal
ongeveer EUR 2.683.976,49), hebbende verdachte
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en
listiglijk en in strijd met de waarheid
15(fictieve) betalingsopdrachten en 3 (fictieve)
facturen en 20 (fictieve) subsidieverleningsbrieven en/of bevoorschottingsbrieven en/of
beschikkingen gemaakt ten behoeve van [naam C Beheer BV] en/of
[Stichting E] en/of [Stichting D] en/of [Stichting A] en/of [Stichting C] en/of
met vermelding van (onjuiste) bijbehorende bankrekeningnummers: [banknummer 1] en/of [banknummer 2] en/of [banknummer 3] en/of [banknummer 4] en/of [banknummer 5] en deze schriftelijke stukken ondertekend met zijn, verdachtes, eigen naam of die van collega [collega A]
en/of onder vermelding van diverse (fictieve) onderwerpen, meerdere betalingsopdrachten gegeven en/of geaccordeerd en/of ondertekend,
waardoor medewerkers van de gemeente Winterswijk (telkens) werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
en
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 2 september 2008
te Winterswijk meermalen, telkens in zijn functie als ambtenaar, bij de gemeente Winterswijk,
telkens opzettelijk meerdere geldbedragen (ter grootte van in totaal ongeveer EUR 2.683.976,49) die hij in zijn bediening onder zich had, heeft verduisterd;
3.
hij in de periode van 22 augustus 2008 tot en met 2 september 2008 in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [bank] heeft bewogen tot de afgifte van meerdere geldbedragen (in de vorm van meerdere girale overboekingen) en tot het aangaan van een schuld (in de vorm van een hoger krediet), hebbende
verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en in strijd met de waarheid
een vals bescheid overlegd aan [bank] waarop stond vermeld dat er (in de nabije toekomst) geld van derden zou worden ontvangen op een bankrekening waarover verdachte kon beschikken,
te weten een brief aan [naam A Beheer BV], gedateerd op 22 augustus 2008 met als onderwerp
subsidie KSB2 met een toezegging van een voorschot ten bedrage van 142.500 euro te storten op rekening [rekening 4] en met als ondergetekende vermeld [collega B] (pag 158/159) en
de (telefonische) mededeling van verdachte aan [medewerker bank] van de [bank] dat hij binnenkort een bedrag van de gemeente Winterswijk zal krijgen en daarbij verzoekt om een hoger krediet
waardoor [bank] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
6. Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
7.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1 en 2: de voortgezette handeling van
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
en
eendaadse samenloop van
oplichting, meermalen gepleegd
en
als ambtenaar opzettelijk geld dat hij in zijn bediening onder zich heeft, verduisteren, meermalen gepleegd;
3: oplichting.
8. Strafbaarheid van de verdachte
8.1. In een door de psychiater11 in het kader van een trajectconsult opgemaakt verslag is aangegeven dat er (vooralsnog) geen aanwijzingen zijn voor een psychiatrische problematiek. Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
9. Oplegging van straf en/of maatregel
9.1. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte terzake de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar, waarvan een gedeelte van één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Aan het voorwaardelijk strafdeel moet volgens de officier de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht worden verbonden, ook als dit inhoudt het ondergaan van een ambulante behandeling bij Kairos.
De officier heeft in haar overwegingen ten aanzien van de op te leggen straf betrokken dat verdachte een onwaarschijnlijk grote hoeveelheid (belasting)geld aan de gemeente Winterswijk heeft onttrokken, waarvan hij - naast de gelden die hij stak in de door hem gedreven ondernemingen - een groot deel voor zijn eigen gerief heeft aangewend.
Deze gelden waren bestemd voor onderwijs en welzijn in de gemeente Winterswijk. Door de handelwijze van verdachte zijn burgers die daarop aanspraak hadden kunnen maken gedupeerd.
Daarenboven komt volgens de officier dat vanuit verdachte zijn positie als gemeenteambtenaar heeft misbruikt.
In haar afweging heeft de officier verder betrokken dat verdachte weliswaar geen strafblad heeft, maar dat hij gedurende vijf jaar keer op keer strafbare feiten heeft gepleegd, uiteindelijke resulterend in een benadeling van bijna 2,7 miljoen euro.
9.2. Door de raadsman is aangevoerd dat verdachte volledig heeft meegewerkt aan het onderzoek en op allerlei manieren heeft getracht om de schade voor de gemeente te beperken en geld te laten terugvloeien naar de gemeente.
Verdachte is tengevolge van zijn frauduleus handelen al zeer hard getroffen, en niet alleen in materiële zin (terugbetaling aan de gemeente, privé aansprakelijk gesteld door de curator van zijn failliete ondernemingen, verlies van woning en inboedel).
Hij is zijn gezin kwijtgeraakt. Voorts is hij in de pers volledig ‘afgemaakt’, waartegen hij zich niet kon verdedigen.
Verdachte zal altijd, hoe hard hij ook werkt, uit moeten gaan van een minimum bestaansniveau en hij zal moeten leven met de schande van een veroordeling.
Verdachte heeft geen strafblad. Verdachte is na zijn vrijlating niet bij de pakken neer gaan zitten; hij is op eigen initiatief in behandeling gegaan bij Kairos en heeft ook werk gevonden.
Een straf als door de officier van justitie gevorderd zou de inzet van verdachte om de goede weg te bewandelen doorkruisen, alsmede zijn mogelijkheden om aan de gemeente en/of haar verzekeringsmaatschappij gelden terug te betalen. Zowel de maatschappij als verdachte zelf zou het meest gebaat zijn bij een werkstraf met - enigszins in de lijn van de officier van justitie - een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar met elektronisch toezicht.
9.3. De rechtbank acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
9.4. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft gedurende circa vierenhalf jaar een groot aantal frauduleuze strafbare feiten gepleegd. Hij heeft in zijn functie als ambtenaar bij de afdeling Welzijn, Zorg en Educatie van de gemeente Winterswijk, grote sommen geld verduisterd. Hij deed dat door middel van het opmaken van fictieve bescheiden en betalingsopdrachten. Als budgetverantwoordelijke zorgde verdachte ervoor dat deze betalingsopdrachten werden geaccordeerd en uitgevoerd. Als gevolg daarvan zijn bijna maandelijks gelden overgemaakt naar rekeningen waarover verdachte privé kon beschikken.
Verdachte is begonnen met de malversaties om een privé-schuld van zo’n € 45.000,-- te kunnen aflossen, ontstaan uit een eerdere mislukte zakelijke investering. Vervolgens heeft verdachte zijn schoonzus bij de overname van een bakkerij financieel ondersteund. Daarna is hij echter niet gestopt maar is hij doorgegaan met het wegsluizen van gelden bij de gemeente. Gelden die onder meer gebruikt zijn voor de financiering van de muziekhandel, de twee bakkerijen en de twee lingeriewinkels waarin hij participeerde of die door hem waren opgericht. Daarnaast heeft hij ook aanzienlijke bedragen aangewend voor zijn persoonlijk genot en dat van zijn gezin.
Verdachte heeft met zijn handelwijze verschillende burgers en organisaties die maatschappelijke ondersteuning behoeven, ernstig gedupeerd. Voor die doelgroepen, zoals kinderen met een leerachterstand of scholen die onderhoud aan de gebouwen moesten financieren, waren in wezen de budgetten waarvan verdachte gebruik heeft gemaakt, bedoeld. Dat rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Ook neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte ernstig tekort is geschoten in zijn taak als ambtenaar om het publieke belang te dienen. Daar waar loyaliteit en inzet als ambtenaar gevraagd is, heeft verdachte opzettelijk en voor eigen gewin misbruik gemaakt van zijn ambt en het aanzien daarvan geschaad. Hij heeft publiek geld, opgebracht door belastingbetalers, op gewiekste en gecalculeerde wijze aan de gemeente onttrokken en ten goede laten komen aan door hem zelf bepaalde
(privé-)bestemmingen.
Verdachte heeft de gemeente opgelicht voor een ongekend hoog bedrag van zo’n 2,7 miljoen euro. Het is dan ook niet meer dan logisch dat het handelen van verdachte tot grote publieke verontwaardiging heeft geleid.
Ten slotte heeft verdachte het vertrouwen dat zijn werkgever in hem had als budgetverantwoordelijke op grove wijze beschaamd. Door zijn handelwijze heeft verdachte niet alleen de gemeente opgelicht, maar ook zijn collega’s in diskrediet gebracht, die door zijn toedoen ook onderwerp van onderzoek zijn geworden van een intern onderzoek.
Verdachte beschikt over een blanco strafblad12.
Het recidiverisico wordt door de reclassering13 als laag ingeschat. Verdachte heeft nadat de zaak aan het licht is gekomen de zekerheden op het gebied van werk, huwelijk, gezin, huisvesting en sociale contacten verloren. Desondanks heeft hij zijn leven weer redelijk op de rails gekregen (huisvesting, werk en omgang met zijn kinderen). Verdachte heeft – volgens de reclassering – probleembesef en heeft zich onder behandeling gesteld bij de forensisch psychiatrische polikliniek Kairos. Het is van belang dat die behandeling wordt voortgezet voor het sociale functioneren van betrokkene, maar vooral om recidive te voorkomen.
Door de reclassering is een deels voorwaardelijke strafoplegging geadviseerd, met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en het blijven meewerken aan een behandeling door de FPP Kairos te Arnhem, zolang dit binnen de proeftijd geïndiceerd wordt geacht.
Ten aanzien van de strafmodaliteit is door de reclassering nog in overweging gegeven de mogelijkheid van elektronisch toezicht, als alternatief voor een - niet ondenkbare - onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Volgens de rechtbank is het evident dat verdachte de consequenties van zijn handelen in maatschappelijke zin al heeft ervaren, zowel in financiële als relationele zin.
Dat, zoals door de raadsman is betoogd, de financiële afwikkeling met de gemeente is gefrustreerd door de opstelling van de gemeenteadvocaat -wat daar ook van zij-, doet naar het oordeel van de rechtbank aan de ernst van de onderhavige feiten niet af.
Dat verdachte tevens al gedeeltelijk bestraft zou zijn doordat hij in de media volledig zwart is gemaakt, is door de raadsman niet concreet gemaakt. Die omstandigheid zal de rechtbank dan ook buiten beschouwing laten.
Feit is dat het hier gaat om bijzonder ernstige strafbare feiten, waarbij verdachte jarenlang keer op keer misbruik heeft gemaakt van zijn functie als gemeenteambtenaar. De samenleving moet er op kunnen vertrouwen dat overheidsgezag niet wordt misbruikt. Verdachte heeft vanuit zijn cruciale functie bij de gemeente, dat vertrouwen op grove wijze geschaad.
Het voorgaande afwegend, acht de rechtbank de straf zoals door de officier van justitie is gevorderd, passend en geboden. Dat betekent dat de rechtbank verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten rechtvaardigen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van geruime duur. De voorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd teneinde te voorkomen dat verdachte in de toekomst opnieuw in de fout zal gaan. Als bijzondere voorwaarde zal voorts reclasseringstoezicht worden opgelegd, ook als dit inhoudt dat verdachte een ambulante behandeling zal moeten (blijven) volgen bij Kairos of een soortgelijke instelling.
10. Vordering van de benadeelde partij
10.1. De raadsman van de gemeente Winterswijk heeft laten weten14 dat de gemeente Winterswijk niet langer een vordering als benadeelde partij wenst in te stellen, aangezien de gemeente in een civiele procedure voor een aanzienlijk deel al een titel tegen verdachte heeft verkregen.
10.2. Bespreking van de vordering van de benadeelde partij kan derhalve buiten beschouwing blijven.
11. Toepasselijk wettelijke artikelen
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 55, 56, 57, 225, 326 en 359 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 2 als derde alternatief tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2 het eerste en tweede alternatief en 3 tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als:
1 en 2: de voortgezette handeling van
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
en
eendaadse samenloop van
oplichting, meermalen gepleegd
en
als ambtenaar opzettelijk geld dat hij in zijn bediening onder zich heeft, verduisteren, meermalen gepleegd;
3: oplichting;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 1 (één) jaar niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt,
ook als dit inhoudt dat veroordeelde zich ambulant zal laten behandelen door de forensisch psychiatrische polikliniek Kairos te Arnhem. De veroordeelde zal zich dan houden aan regels die hem door of namens de leiding van die instelling zullen worden gegeven.
Geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarde(n) hulp en steun te verlenen;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door mrs. Hödl, voorzitter, Hemrica en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 mei 2009.
Mr. Hemrica voornoemd is buiten staat mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (Stam)proces-verbaal nr. PL0640/09-201552 (voor zover niet anders is vermeld)
2 De verklaring van verdachte, doorgenummerde dossierpag. 28 en de aangifte van [naam] namens de gemeente Winterswijk, doorgenummerde dossierpag. 32
3 Proces-verbaal Ambtelijk verslag, doorgenummerde dossierpag. 53, met bijlage, pag. 58
4 De verklaring van verdachte, doorgenummerde dossierpag. 140/144
5 Aangifte [naam] namens de gemeente Winterswijk, doorgenummerde dossierpag. 32/33, en diens aanvullende verklaring, doorgenummerde dossierpag. 35/36
6 Brieven/besluiten/beschikkingen gemeente Winterswijk, doorgenummerde dossierpag. 158/159, 430, 440, 448/449, 458/459, 473/474, 486/487, 500/501, 509/510, 539/540, 548/549, 597/598, 600, 610/611, 621, 626/627, 639, 641, 643/644 en 646/647, betalingsopdrachten, doorgenummerde dossierpag. 303, 309, 324, 335, 363, 369, 381, 392, 401, 412, facturen, doorgenummerde dossierpag. 260 en 298
7 Overzicht onrechtmatige betalingen, doorgenummerde dossierpag. 198
8 Aangifte [medewerker bank] namens de [bank] te [plaats], doorgenummerde dossierpag. 38/39
9 Faxbericht verzonden 26 augustus 2008, doorgenummerde dossierpag. 158/159
10 Verklaring verdachte, doorgenummerde dossieropag. 128/130
11 Verslag trajectconsult d.d. 29 oktober 2008, psychiater Verhoef
12 Uittreksel justitiële documentatie d.d. 3 april 2009
13 Voorlichtingsrapport d.d. 9 april 2009, opgemaakt door de reclasseringswerker Altena
14 Faxbericht 24 april 2009 van mr. R. de Lange