ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ2929
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Varenhorst
- A. Hödl
- F. Grossfeld
- Rechtspraak.nl
Familieruzie leidt tot vrijspraak van ontvoering en mishandeling
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 17 juli 2009, stonden de verdachten terecht voor ontvoering en mishandeling van een slachtoffer. De hoofdverdachte, [verdachte B], werd beschuldigd van het wederrechtelijk ontnemen van de vrijheid van [slachtoffer] en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De feiten vonden plaats op 22 maart 2009 in Zutphen en omgeving, waar de verdachten [slachtoffer] onder dwang naar een auto zouden hebben begeleid en hem vervolgens mishandeld zouden hebben. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en een schadevergoeding voor de benadeelde partij.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De verklaringen van de aangever en getuigen werden als onvoldoende betrouwbaar beschouwd. De rechtbank twijfelde aan de geloofwaardigheid van de verklaringen, vooral gezien de inconsistenties en de afwezigheid van verzet van het slachtoffer tijdens de vermeende ontvoering. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de tenlastegelegde feiten had gepleegd. Daarom werd [verdachte B] vrijgesproken van zowel de ontvoering als de mishandeling.
De rechtbank verklaarde ook de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat er geen veroordeling was voor het schadeveroorzakende feit. Dit vonnis benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechtbank in het waarborgen van een eerlijk proces.