RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/850242-08
Uitspraak d.d.: 20 juli 2009
tegenspraak
[verdachte],
geboren te [plaats, 1975],
wonende te [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 juli 2009.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2008 tot
en met 1 september 2008 te Eefde, gemeente Lochem en/of Zutphen, (telkens) met
[slachtoffer] (geboren op 20 juli 1993), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog
niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige
handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het
seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
- meermalen, althans eenmaal met zijn vinger(s) de vagina van die [slachtoffer]
binnengedrongen en/of
- meermalen, althans eenmaal met zijn tong de mond van die [slachtoffer]
binnengedrongen en/of
- meermalen, althans eenmaal met zijn penis de vagina van die [slachtoffer] is
binnengedrongen en/of
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] haar hand over zijn penis heen en weer
laten bewegen en/of
- meermalen, althans eenmaal de borsten van die [slachtoffer] betast en/of
- meermalen, althans eenmaal de vagina, althans de schaamstreek van die [slachtoffer]
gestreeld, althans betast,
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2008
tot en met 1 september 2008 te Eefde, gemeente Lochem en/of Zutpen, (telkens)
met [slacht[slachtoffer], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande
uit
- het meermalen, althans eenmaal betasten van de borsten van die [slachtoffer] en/of
- het meermalen, althans eenmaal strelen, althans betasten van de vagina,
althans de schaamstreek van die [slachtoffer] en/of
- het meermalen, althans eenmaal zich laten aftrekken door die [slachtoffer],
althans die [slachtoffer] met haar hand over zijn penis heen en weer laten bewegen;
art 245 Wetboek van Strafrecht
3. Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
4. Overwegingen ten aanzien van het bewijs (1)
A. Vaststaande feiten
Op 24 augustus 2008 is bij de politie een melding gedaan door [naam], vader van een minderjarig meisje, [slachtoffer], die meedeelde dat hij het vermoeden had dat zijn 14-jarige dochter een liefdesrelatie had met zijn goede huisvriend, de 32-jarige [verdachte], zijnde verdachte, en dat hierbij ook seksuele handelingen zijn verricht, die mede hebben bestaan uit het binnendringen van het lichaam. Op 4 september 2008 is hiervan door vader, [naam], aangifte gedaan. Op 18 september 2008 is naar aanleiding van deze aangifte een verklaring opgenomen van [slachtoffer]. In deze verklaring geeft zij aan zelf geen aangifte te willen doen omdat ze een gewone relatie had met verdachte.
B. Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde met uitzondering van het onderdeel:”meermalen, althans eenmaal met zijn penis de vagina van die [slachtoffer] is binnengedrongen”. Hij heeft daartoe aangevoerd dat dit onderdeel niet voldoende onderbouwd kan worden door andere bewijsmiddelen dan de aangifte en dat hij bovendien hiervan geen overtuiging heeft bekomen.
De officier van justitie heeft daarnaast ook geconcludeerd dat het tweede deel van de tenlastelegging na de woorden “en/of” weggestreept kunnen worden aangezien dit een herhaling betreft van hetgeen in het eerste deel van de tenlastelegging al is uitgewerkt.
C. Standpunt van de verdachte, de verdediging
Verdachte heeft naar voren gebracht dat hij de in de tenlastelegging beschreven seksuele handelingen wel heeft gepleegd, met uitzondering van het onderdeel:”meermalen, althans eenmaal met zijn penis de vagina van die [slachtoffer] is binnengedrongen.”
Verder heeft verdachte naar voren gebracht dat hij zich bewust was van het grote leeftijdsverschil, maar dat er sprake was van een hevige verliefdheid van beide kanten, dat [slachtoffer] vaak het initiatief nam in het contact en dat de seks dus wederkerig en vrijwillig was.
D. Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan met uitzondering van het onderdeel:
“ meermalen, althans eenmaal met zijn penis de vagina van die [slachtoffer] is binnengedrongen”. Van dit onderdeel spreekt zij verdachte vrij. Voorts spreekt de rechtbank verdachte vrij van het tweede deel van de tenlastelegging na de woorden “en/of”, aangezien hetgeen daaronder is uitgewerkt overeenkomt met hetgeen in het eerste deel van de dagvaarding al is tenlastegelegd.
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij de overige seksuele handelingen zoals deze in de tenlastelegging zijn genoemd met [slachtoffer] heeft verricht. In zijn verklaringen afgelegd bij de politie (2) heeft verdachte eveneens verklaard dat hij deze seksuele handelingen heeft verricht met [slachtoffer].
[slachtoffer] heeft in een studioverhoor verklaard (3) dat verdachte de genoemde seksuele handelingen met haar heeft verricht.
De vader van [slachtoffer] heeft aangifte (4) gedaan van het plegen van ontuchtige handelingen jegens zijn dochter.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het ontuchtige karakter nog dat men zou kunnen betogen dat aan de op zich over en weer erkende seksuele handelingen het ontuchtige karakter is komen te ontvallen door basis van vrijwilligheid waarop een en ander plaatsvond. Niettemin acht de rechtbank de onderhavige over en weer verrichte handelingen ontuchtig. De rechtbank baseert zich daarbij op het leeftijdsverschil tussen [slachtoffer] en verdachte en dat onder die omstandigheden naar het oordeel van de rechtbank niet van gelijkwaardige seksuele verhoudingen kan worden gesproken.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op tijdstippen in de periode van 1 mei 2008 tot en met 1 september 2008 te Eefde, gemeente Lochem en Zutphen, telkens met [slachtoffer] (geboren op 20 juli 1993), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
- meermalen met zijn vingers de vagina van die [slachtoffer] binnengedrongen en
- meermalen met zijn tong de mond van die [slachtoffer] binnengedrongen en
- meermalen die [slachtoffer] haar hand over zijn penis heen en weer laten bewegen en
- meermalen de borsten van die [slachtoffer] betast en
- meermalen de vagina van die [slachtoffer] gestreeld.
6. Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
7. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
- met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren handelingen
plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
8. Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu verder geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
9. Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met aftrek van het voorarrest met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden, dat verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen hem te geven door Reclassering Nederland, ook als dit inhoudt verplichte deelname aan de verlengde intake en de eventuele behandeling bij GGNet of een soortgelijke instelling. Voorts heeft hij een werkstraf voor 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis gevorderd.
Door de verdachte is ten aanzien van de strafmaat aangevoerd dat hij het eens is met de inhoud en het advies van het reclasseringsrapport en dat hij open staat voor en mee zal werken aan een eventuele behandeling bij GGNet. Ten aanzien van de werkstraf merkt verdachte nog op dat hij deze wel fors vindt, mede gelet op het feit dat hij werkzoekende is en al zijn tijd daarvoor nodig heeft.
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte, in zijn hoedanigheid als huisvriend van de destijds 14-jarige [slachtoffer] en haar vader, gedurende langere tijd ontucht met haar heeft gepleegd. Van algemene bekendheid is dat meisjes van 14 jaar over het algemeen qua seksualiteit nog in ontwikkeling, dus kwetsbaar, kunnen zijn. Verdachte heeft onvoldoende bij die situatie stilgestaan en heeft door zijn handelen ook misbruik gemaakt van het in hem gestelde vertrouwen van [slachtoffer], maar ook van die van haar vader en pleegmoeder, als ook van het overwicht dat hij als volwassene op haar had.
De rechtbank neemt verder in aanmerking dat verdachte niet eerder veroordeeld is voor soortgelijke feiten en dat hij nog een behandeling dient te ondergaan. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met de in het onderhavige geval door [slachtoffer] ten toon gespreide vrijwilligheid en initiatieven.
Echter, dat van haar kant sprake was van vrijwilligheid, betekent niet dat verdachte minder strafbaar zou zijn of dat een lagere straf dient te worden opgelegd, nu het in artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht gaat om strafbaarstelling van ontuchtige handelingen, ongeacht de (beweerdelijke) wil van het slachtoffer. Het gaat hier immers om de bescherming van jeugdigen tegen bij hun leeftijd niet passende seksuele handelingen.
Gelet op vorenoverwogene, alsmede op de persoon en de omstandigheden van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, ziet de rechtbank dan ook aanleiding de door de officier van justitie gevorderde straf te volgen door verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen, alsmede ter ondersteuning van een optimale medewerking van verdachte aan de begeleiding van de Reclassering en de nog te volgen behandelingen bij GGNet. Daarnaast acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde taakstraf passend en geboden.
10. Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10,14a, 14b, 14c, 27, 22m, 22n, 57 en 245 van het Wetboek van Strafrecht.
• verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
• verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
• verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
- met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
• verklaart verdachte strafbaar;
• veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden;
• bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
• stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt verplichte deelname aan de verlengde intake en de eventuele behandeling bij GGNet of een soortgelijke instelling;
• geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen;
• veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
- een werkstraf gedurende 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
• beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Aldus gewezen door mrs. Prisse, voorzitter, Van der Mei en Feraaune, rechters, in tegenwoordigheid van Vriezekolk, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 juli 2009.
Eindnoten
1 wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (Stam)proces-verbaal nr. PL0630/08-208602
2 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 136-159
3 Proces-verbaal ambtelijk verslag van een studioverhoor van slachtoffer [slachtoffer], pag. 62-129
4 Proces-verbaal van aangifte door [naam], pag. 45-56