ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ3265

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
15 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460669-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. De Bie
  • mr. Van Beuge
  • mr. Morsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een vrouw wegens ernstige psychische stoornissen na het doden van haar zoontje

Op 15 juli 2009 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een kort geding betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een vrouw die in december 2006 haar zoontje Metehan heeft doodgedaan. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar verlengd. De vrouw, die momenteel verblijft in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Oldenkotte te Rekken, heeft te maken met ernstige psychische problemen, waaronder een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type. Dit blijkt uit een verlengingsadvies van deskundigen, dat de rechtbank heeft meegenomen in haar overwegingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw goed is ingesteld op medicatie en regelmatig gesprekken heeft met haar psychiater. Ondanks haar huidige stabiliteit, is er een hoog risico op suïcide en is de kans op recidive aanwezig als zij haar medicatie niet trouw inneemt.

De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling behandeld met gesloten deuren. De officier van justitie heeft de vordering tot verlenging ingediend, die binnen de wettelijke termijn is gedaan. De verdediging heeft primair bepleit dat de vordering afgewezen moet worden, zodat de vrouw op basis van een RM-machtiging behandeld kan worden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de huidige behandeling in een gestructureerde omgeving noodzakelijk is voor de veiligheid van de vrouw en de maatschappij. De rechtbank heeft de argumenten van de deskundigen en de officier van justitie meegewogen en geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling moet worden voortgezet.

De rechtbank heeft de beslissing genomen met inachtneming van de ernst van de psychopathologie van de vrouw en het risico dat zij vormt voor zichzelf en anderen. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling goedgekeurd en de maatregel met twee jaar verlengd, waarbij de veiligheid van de maatschappij voorop staat. De uitspraak is gedaan door mr. De Bie, voorzitter, en mrs. Van Beuge en Morsink, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. Van Soest.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Parketnummer: 06/460669-06
Op 4 juni 2009 is ter griffie van deze rechtbank ingediend een vordering d.d. 26 mei 2009 van de officier van justitie in dit arrondissement, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[veroordeelde],
geboren op [plaats, 1979],
thans verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Oldenkotte te Rekken,
met een termijn van twee jaar.
De maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd bij het vonnis van deze rechtbank van 4 juli 2007 en ingegaan op 19 juli 2007.
De vordering is op 15 juli 2009 behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren. Van deze behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
De rechtbank heeft de stukken bezien, waaronder:
- een verlengingsadvies d.d. 20 april 2009 van drs. R. Panjer (hoofd behandeling), dr. C. de Blécourt (psychiater) en D.H.J. van Buren (directeur a.i./hoofd van de inrichting a.i.), allen verbonden aan het Forensisch Psychiatrisch Centrum Oldenkotte te Rekken;
- een afschrift van de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene.
Motivering
De vordering is binnen de in artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering vermelde termijn ingediend.
Door en namens betrokkene is bij de behandeling van de vordering primair bepleit dat de vordering dient te worden afgewezen, opdat betrokkene op grond van een RM-machtiging behandeld zou kunnen worden.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering.
Op grond van het verlengingsadvies, de wettelijke aantekeningen en de ter terechtzitting gegeven toelichting door de getuige-deskundige N.A. Beenackers, stelt de rechtbank vast dat bij betrokkene sprake is van een hoge comorbiditeit van stoornissen, van zowel klinische stoornissen als een persoonlijkheidsproblematiek. Er is sprake van een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type, die tot uiting komt door het tegelijk voorkomen van een depressieve, manische (in het verleden) of gemengde episode van symptomen die voldoen aan criterium ‘A’ van schizofrenie, waaronder vergiftigingswaan en hallucinaties.
Op dit moment is betrokkene goed ingesteld op medicatie en heeft reguliere gesprekken met de psychiater om onder andere haar achterdocht en stemming te bespreken. De depressieve stemming komt bij betrokkene tot uiting in onder andere gevoelens van verdriet en lusteloosheid, weinig energie hebben, terugkerende suïcidale gedachten en zelfdestructief gedrag. Er is een hoog risico op suïcide.
De kliniek heeft naar voren gebracht, dat op basis van het huidige klinische beeld het risico op openlijke agressie op korte termijn als matig ingeschat wordt. Gezien de huidige fase van de behandeling en het potentiële gevaar dat betrokkene (nog) voor zichzelf en anderen is, zijn de rapporteurs van mening dat betrokkene niet in staat is om in een minder gestructureerde omgeving te functioneren. In het kader van de beoordeling van de delictgevaarlijkheid van betrokkene heeft Beenackers toegelicht dat de kans op recidive als laag wordt ingeschat, indien betrokkene haar medicatie trouw inneemt en in een gestructureerde instelling, zoals Oldenkotte, verblijft. Indien dat niet het geval is, zal de kans op recidive groter zijn. Beenackers stelt dat plaatsing op grond van een RM-machtiging tot de mogelijkheden behoort, maar dat dat thans nog niet aan de orde is. Betrokkene heeft ook nog geen (on)begeleid verlof gehad.
Gezien de ernst van de psychopathologie en het risico zoals hierboven is beschreven, zal de behandeling van betrokkene naar verwachting geruime tijd in beslag nemen. Derhalve wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar.
De rechtbank overweegt dat nog begonnen dient te worden met de individuele delictketentherapie. Dit is tot op heden nog niet gebeurd, omdat dat nog te belastend voor betrokkene was. Mede gelet op de verklaring van Beenackers is de rechtbank van oordeel dat betrokkene gebaat is bij het gestructureerde kader dat de terbeschikkingstelling biedt en dat zij haar medicatie dient in te nemen teneinde de kans op recidive te verminderen. Derhalve is de rechtbank van oordeel dat een mogelijke plaatsing op grond van een RM-machtiging niet aan de orde is, nu het recidivegevaar en de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eisen dat betrokkene haar behandeling voortzet in het gestructureerde kader van de terbeschikkingstellingmaatregel. Een RM-machtiging is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gericht op het beschermen van de maatschappij en de rechtbank wijst derhalve het daartoe strekkende verzoek van de raadsman af.
Het vorenstaande leidt de rechtbank tot de conclusie, dat de maatregel die is toegepast terzake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, moet worden verlengd met twee jaar.
Beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[veroordeelde] voornoemd, voor de tijd van twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. De Bie, voorzitter, mrs. Van Beuge en Morsink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 juli 2009.