ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ5332
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Roessingh-Bakels
- A. Prisse
- F. Feraaune
- Rechtspraak.nl
Ontnemingsbeslissing conform tussen OM en veroordeelde getroffen schikking
Op 14 augustus 2009 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor de handel in cocaïne. De rechtbank behandelde de vordering van de officier van justitie, die strekte tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel op basis van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. De vordering was aanvankelijk geschat op € 836.814, maar werd gematigd tot € 15.762,52, gebaseerd op een overeenkomst tussen het openbaar ministerie en de veroordeelde. De rechtbank heeft de stukken van het dossier bekeken, waaronder proces-verbaal van de behandeling ter terechtzitting en aanvullende proces-verbalen van de politie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde met zijn handelen wederrechtelijk voordeel heeft behaald. Dit voordeel werd geschat op € 29.725, uitgaande van de periode van 1 juli 2007 tot en met 13 januari 2009. De rechtbank heeft de hoogte van het te ontnemen bedrag gematigd, rekening houdend met de overeenstemming die was bereikt tussen de partijen. De beslissing om het bedrag te matigen was in lijn met de gemaakte afspraken en de bewijsstukken die in het dossier waren opgenomen.
De rechtbank heeft uiteindelijk de verplichting opgelegd aan de veroordeelde om een bedrag van € 15.762,52 aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Deze uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.