RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460200-09
Uitspraak d.d. 22 september 2009
Tegenspraak / dip / oip
[verdachte],
geboren te [plaats] (Ghana) op [1983],
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans verblijvende in Penitentiaire Inrichting Overijssel, huis van bewaring Karelskamp, te Almelo.
Raadsvrouw mr. H.J. Scholten, advocaat te Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 september 2009.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 09 mei 2009 te Vorden, gemeente Bronckhorst, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
de [naam] BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of diens mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of diens
mededader(s):
- aan die [slachtoffer] een pistool, althans een daarop gelijkend voorwerp,
heeft getoond en/of een pistool, althans een daarop gelijkend voorwerp,
heeft gericht op die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of vast heeft gehouden en/of
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "Ik wil geld", althans
woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- een pistool, althans een daarop gelijkend voorwerp, in de rug van die Te
Boekhorst heeft gedrukt en/of daarbij tegen die [slachtoffer] heeft
gezegd:"Als je niet rustig doet, doe ik je wat aan", althans woorden van
gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd:"Maak de deur open" en/of
"Schakel het alarm uit" en/of "Als je iets verkeerds doet met het alarm,
doe ik je wat aan", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) met die [slachtoffer] de winkel is binnengegaan en/of tegen
die [slachtoffer] heeft gezegd:"Maak de kluis open" en/of "Ik wil de
safebags", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Een (onbekend) persoon op of omstreeks 09 mei 2009 te Vorden, gemeente
Bronckhorst, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan de [naam] BV, in elk geval aan een ander of anderen dan
aan die (onbekende) persoon en/of aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van
voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die
(onbekende) persoon
- aan die [slachtoffer] een pistool, althans een daarop gelijkend voorwerp,
heeft getoond en/of een pistool, althans een daarop gelijkend voorwerp,
heeft gericht op die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of vast heeft gehouden en/of
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "Ik wil geld", althans
woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- een pistool, althans een daarop gelijkend voorwerp, in de rug van die Te
Boekhorst heeft gedrukt en/of daarbij tegen die [slachtoffer] heeft
gezegd:"Als je niet rustig doet, doe ik je wat aan", althans woorden van
gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd:"Maak de deur open" en/of
"Schakel het alarm uit" en/of "Als je iets verkeerds doet met het alarm,
doe ik je wat aan", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) met die [slachtoffer] de winkel is binnengegaan en/of tegen
die [slachtoffer] heeft gezegd:"Maak de kluis open" en/of "Ik wil de
safebags", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de
periode van 8 mei 2009 tot en met 9 mei 2009 te Vorden, gemeente Bronckhorst,
en/of gemeente Zutphen en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid,
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is
geweest door
- een kamer te huren bij [hotel] te Vorden en/of met die (onbekende)
persoon af te spreken dat hij, verdachte, voor deze (onbekende) persoon op die
hotelkamer de gestolen goederen zal bewaren en/of in ontvangst zal nemen en/of
- voornoemde [supermarkt A] voor te verkennen en/of die (onbekende) persoon de weg te
wijzen vanaf de hotelkamer bij [hotel] naar de [supermarkt A] en/of
- tie-rips en/of een schroevendraaier en/of een schaar te kopen en/of aan die
(onbekende) persoon te overhandigen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Op zaterdag 9 mei 2009 is bij de politie een melding binnengekomen dat de [supermarkt A] te Vorden is overvallen door een negroïde man met een vuistvuurwapen. Ter plaatse zijn door de politie twee medewerkers van de [supermarkt A], [slachtoffer] en [getuige A], aangetroffen, die een signalement van de dader hebben gegeven. Navraag door de politie bij het nabij gelegen [hotel] heeft opgeleverd dat in dat hotel een gast verbleef, naar later bleek verdachte, die voldeed aan dit signalement van de dader. De politie heeft verdachte vervolgens bij het hotel aangehouden op verdenking van diefstal met geweld/bedreiging met geweld dan wel afpersing. Verdachte heeft verklaard dat hij wel betrokken is geweest bij de overval, maar dat deze niet door hem maar door ene [naam] is gepleegd. Op 9 mei 2009 is door [slachtoffer], namens [naam] B.V., aangifte gedaan van diefstal met geweld.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan. Hiertoe baseert zij zich -onder meer- op de aangifte van [slachtoffer], de getuigenverklaringen van [getuige A] en [getuige B] en op de bij de aanhouding aangetroffen goederen. Voorts acht de officier van justitie van belang dat verdachtes verklaringen over de voor hem onbekende Afrikaanse jongen geen steun vinden in -onder meer- de getuigenverklaringen van [getuige C], [getuige D] en [getuige E]. De officier van justitie acht de verklaring van verdachte over die jongen, die de overval zou hebben gepleegd, daarom ongeloofwaardig. Op basis van het dossier gaat de officier van justitie er dan ook van uit dat de overval door verdachte alleen is gepleegd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft aangevoerd dat uit het in de [supermarkt A] aangetroffen schoenspoor, de getuigenverklaringen en de fotoconfrontaties met aangever [slachtoffer] en getuige [getuige A] wellicht valt af te leiden dat een tweede man in het spel is geweest. Zij heeft zich echter op het standpunt gesteld dat slechts het primair ten laste gelegde alleen plegen van de overval wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Voor het overige heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [slachtoffer] heeft verklaard2 dat hij zich op 9 mei 2009 omstreeks 7.25 uur op de losplaats van de [supermarkt A] te Vorden bevond, toen een man, met in zijn linkerhand een pistool, tevoorschijn kwam en dat pistool op aangevers borst richtte. De man pakte aangever bij zijn jas vast en zei dat hij geld wilde. Aangever moest zich omdraaien en voelde dat het pistool links in zijn rug werd gedrukt. De man zei dat als aangever niet rustig deed, de man hem wat aan zou doen. Aangever moest van de man de voordeur van de winkel openmaken en het alarm uitschakelen. De man dreigde dat als aangever iets verkeerd zou doen met het alarm, hij aangever wat aan zou doen. Nadat zij de winkel binnen zijn gegaan, moest hij van de man naar het kantoor en daar de kluis openmaken. In het kantoor zei de man tegen hem "beide kluizen open, ik wil de safebags". Aangever heeft een van de kluizen opengemaakt. Hij moest van de man twee tassen pakken. De man haalde vervolgens grijze suède werkhandschoenen uit zijn jas en trok die aan. Uit de kluis haalde de man blauwe tasjes met wisselgeld en een geldkistje en deed deze in twee shoppertassen. Aangever moest van de man de voordeur openen.3 De man is vervolgens door de voordeur naar buiten gelopen. Het signalement van de man is:
- donkere huid
- 25 tot 30 jaar oud
- 1,80 tot 1,85 meter lang
- breed postuur, gedrongen, gespierd
- kort, breed gezicht
- donkere ogen
- brede neus
- geen gezichtsbeharing, geen bril en geen oorsieraden
- correct accentloos Nederlands
- gebreid zwart of wit mutsje, zwarte fleece-achtige vest, donkere broek en witte sportschoenen.4
Getuige [getuige A] heeft verklaard dat hij op 9 mei 2009 omstreeks 7.30 uur een donkergekleurde man uit de ingang van de [supermarkt A] heeft zien lopen. De man droeg in elke hand een gevulde bigshoppertas van de [supermarkt A]. Hij droeg verder een zwart mutsje met boven de ogen spleetjes. De muts deed hem denken aan een bivakmuts die na een overval omhoog was geschoven. Het signalement van de man is:
- erg donkere huidskleur
- geen gezichtsbeharing, geen bril en geen oorsieraden
- ongeveer 30 jaar oud
- 1,75 meter lang
- stevig, gespierd postuur
- een echte Afrikaan
- dialectloos Nederlands
- donkere kleding.
Getuige [getuige B], werkzaam bij [hotel], heeft verklaard5 dat zij op 8 mei 2009 omstreeks 21.15 uur een negroïde man, die opgaf te zijn [verdachte], heeft ingecheckt in appartement 26 van het hotel.
Op 9 mei 2009 omstreeks 10.30 uur heeft de politie buiten het appartement 26 van [hotel] een man aangetroffen die voldeed aan het signalement van de dader. De man, naar later bleek verdachte, droeg in zijn linkerhand een plastic zak met geld, in totaal € 15.381,19.6 De politie heeft tegen de buitenzijmuur van het appartement 26 onder een struik een big shoppertas van de [supermarkt A] aangetroffen, met daarin in totaal € 402,49 aan muntgeld7, en in het appartement onder het bed een blauwe tas, met daarin in totaal € 153,03.8
Verdachte heeft verklaard dat het geld in de plastic zak en de bigshoppertas afkomstig is van de overval en dat hij de bigshoppertas tegen de zijmuur van appartement 26 heeft neergezet.9
De politie heeft in de plastic zak verder een pistool, een zwarte pruik, tie-rips, een blauwe handschoen, een schaar en een schroevendraaier aangetroffen.10 Verdachte heeft verklaard dat hij het pistool, dat door de jongen na de overval bij hem is achtergelaten, in de plastic zak heeft gedaan.11
De politie heeft na de aanhouding van verdachte in zijn kleding -onder meer- aangetroffen:
- 1 buskaart van 15 strippen
- 1 buskaart van 45 strippen
- zwarte nylon bivakmuts.12
De politie heeft tijdens de doorzoeking van het appartement 26 van [hotel] -onder meer- aangetroffen:
- een flesje lijm
- een snor.13
Verdachte heeft verklaard dat hij op 8 mei 2009 omstreeks 17.30 uur uit Penitentiaire Inrichting de Kruisberg te Doetinchem op weekendverlof is gegaan. Hij is door een medegedetineerde met de auto naar het treinstation in Doetinchem gebracht en daar om 17.45 uur afgezet. Hij heeft de bus, lijn 51, gepakt en hij is in Vorden uitgestapt. Hij heeft vervolgens de trein naar Zutphen gepakt.14
Op videobeelden van bewakingcamera's van [bouwmarkt 1] te Zutphen van 8 mei 2009, omstreeks 19.45 uur, is door de politie een man ambtshalve herkend als verdachte. Hij droeg kleding die na zijn aanhouding ook bij hem in beslag zijn genomen.15
Op videobeelden van bewakingcamera's van [bouwmarkt 2] te Zutphen van 8 mei 2009, omstreeks 19.48 uur, is door [naam 2] en [naam 3], beiden werkzaam bij [bouwmarkt 2] te Zutphen, een donkere man waargenomen die werkhandschoenen, een schaar en een blikje Redbull afrekende.16
De politie heeft op basis van voormeld reisrelaas van verdachte, de stempels op voormelde strippenkaarten, voormelde camerabeelden en de bus- en treindienstregeling afgeleid dat verdachte op 8 mei 2009 om 18.39 uur met de bus van treinstation Doetinchem naar Vorden is gereisd, om 19.13 uur op station Vorden is aangekomen en om 19.16 uur met de trein naar Zutphen is gereisd.17
Op videobeelden van bewakingcamera's van [supermarkt B] te Vorden van 8 mei 2009, omstreeks 20.35 tot 20.46 uur, is door de politie een donkere man in de winkel waargenomen, van wie de kleding overeenkwam met de aan/bij verdachte aangetroffen kleding.18
Getuige [getuige C], bedrijfsleider van [supermarkt B] te Vorden, heeft verklaard19 dat hij op 8 mei 2009 tussen 20.00 en 21.00 uur in de winkel een donker getinte man heeft gezien. De man was alleen, hij had geen maatje bij zich. Het signalement van de man is:
- donker getinte man met zwart haar
- dikke lippen
- bol gezicht
- ongeveer 25 tot 30 jaar oud
- fors postuur
- bruinachtige oranje kleding.
Getuige [getuige D] heeft verklaard20 dat hij op 8 mei 2009 omstreeks 20.45 tot 21.00 uur nabij de ingang van de [supermarkt B] een negroïde man heeft zien staan. Vijf minuten later heeft hij dezelfde negroïde man bij het laadperron achter de [supermarkt B] zien lopen. Hij heeft binnen de [supermarkt B], toen hij boodschappen deed, en buiten geen andere negroïde mannen gezien.21 Het signalement van de man is:
- donkerbruine negroïde man
- stevig postuur
- een muts
- ongeveer 30 jaar oud
- geelbruine, zandkleurige kleding.
Getuige [getuige E] heeft verklaard22 dat zij op 8 mei 2009 omstreeks 20.30 uur bij de [supermarkt A] een negroïde man heeft zien lopen. Toen zij later in de [supermarkt B] aan het afrekenen was, heeft zij dezelfde negroïde man bij de kassa gezien. Beide keren dat zij deze man heeft gezien, was hij alleen.
Getuige [getuige F] heeft verklaard23 dat op 8 mei 2009 omstreeks 20.10 tot 20.15 uur werkzaam was in de [supermarkt A], toen hij een man buiten bij de ingang zag staan, die hem gebarend vroeg of de winkel gesloten was. De man is vervolgens weggelopen in de richting van de [supermarkt B]. Het signalement van de man is:
- donkere huidskleur (Afrikaans)
- tussen 25 en 32 jaar oud
- ongeveer 1,70 meter lang
- normaal tot breed postuur, redelijk gespierd
- kort zwart haar
- rood/bruine trainingsbroek met gele streep aan de zijkant
- wit/crèmekleurig T-shirt
- witte gympen.
Verdachte heeft verklaard dat hij op 8 mei 2009, toen hij met weekendverlof ging, een zwart trainingsjack met op de linkerborst een witte band droeg en een roodbruine trainingsbroek, witte sportschoenen en een motorpanty over zijn haar, die, tot aan de kin naar beneden getrokken, een opening voor de ogen heeft.24 Hij heeft tot aan zijn aanhouding dezelfde kleding gedragen.25
De rechtbank overweegt als volgt.
Verdachte heeft ontkend dat hij de overval op de [supermarkt A] alleen heeft gepleegd. Over zijn betrokkenheid bij de overval heeft hij het volgende verklaard.
Op 8 mei 2009 op station Vorden is hij met een voor hem onbekende Afrikaanse jongen, met een donkere huidskleur26, in gesprek geraakt. Zij hebben samen biertjes gedronken en gesproken over het overvallen van de [supermarkt A] in Vorden.27 Ze hebben afgesproken dat de jongen op station Vorden op hem zou blijven wachten, terwijl hij naar Zutphen ging.28 Eenmaal terug in Vorden is hij samen met de jongen in de richting van de [supermarkt A] gelopen. Onderweg heeft hij in de [supermarkt B] een blikje drinken gekocht, terwijl de jongen buiten voor de [supermarkt B] op hem wachtte. Nabij de [supermarkt A] is de jongen in een smal weggetje blijven staan en is hijzelf over een parkeerplaats naar de ingang van de [supermarkt A] gelopen. Hij heeft naar een jongen in de [supermarkt A] gebaard of de winkel gesloten was. Omdat dat het geval was, is hij terug naar de jongen gelopen en zijn ze samen terug naar station Vorden gelopen.29 Ze hebben afgesproken dat de jongen de overval zou plegen, terwijl hij in [hotel] op de jongen zou wachten. Zij gingen ervan uit dat de politie niet dichtbij de [supermarkt A] zou gaan zoeken.30 Zoals afgesproken is de jongen in de nacht van 8 op 9 mei 2009 bij hem in zijn appartement in [hotel] geweest. Hij heeft toen een zwart vuurwapen getoond. Hij is vervolgens omstreeks 6.30 uur met het vuurwapen weggegaan. Omstreeks 7.30 uur heeft de jongen twee tassen van de [supermarkt A] bij hem achtergelaten met daarin blauwe portemonnees en geldkistjes met geld.31
Gelet op voormelde bevindingen van politie dat verdachte na aankomst op station Vorden vanuit Doetinchem slechts drie minuten had om de trein naar Zutphen te pakken, acht de rechtbank niet aannemelijk dat hij, naar eigen zeggen, eerst nog met een jongen, die hij daarvoor nog nooit heeft gezien, biertjes heeft gedronken en afspraken heeft gemaakt over het overvallen van de [supermarkt A] in Vorden.
De rechtbank acht evenmin aannemelijk dat verdachte op de avond van 8 mei 2009 in Vorden tezamen met die jongen van station Vorden via de [supermarkt B] naar de [supermarkt A] en daarna terug naar station Vorden is gelopen. De rechtbank vindt hiervoor steun in de verklaringen van getuigen [getuige C], [getuige D] en [getuige E], die op diezelfde avond bij de ingang van, in de winkel van en/of bij het laadperron van de [supermarkt B] slechts één negroïde man hebben gezien, die zich niet in het gezelschap bevond van een andere negroïde man.
Het vorenoverwogene leidt de rechtbank tot de conclusie dat verdachtes verklaring dat een andere jongen, met een donkere huidskleur, de overval op de [supermarkt A] heeft gepleegd en hijzelf daar slechts bij betrokken is geweest, niet aannemelijk is.
De rechtbank overweegt verder als volgt.
Het door de getuigen [slachtoffer] en [getuige A] gegeven signalement van de overvaller komt overeen met het uiterlijk van verdachte en de kleding, inclusief de motorpanty, die verdachte, naar eigen zeggen, vanaf het moment dat zijn weekendverlof inging tot aan de aanhouding heeft gedragen. Het geld dat in voormelde plastic tas en bigshoppertas van de [supermarkt A] is aangetroffen, is hetzelfde geld dat bij de overval is buitgemaakt. Voorts is het in de plastic tas aangetroffen pistool, volgens verdachte, bij de overval gebruikt en plegen de overige goederen, die in de plastic tas zijn aangetroffen, naar hun aard bij een overval gebruikt te worden. Ten slotte heeft verdachte, naar eigen zeggen, het appartement in [hotel] gehuurd, omdat de politie niet in de directe nabijheid van de [supermarkt A] naar de dader en de buit zou zoeken.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat uit voormelde bewijsmiddelen, in samenhang en in onderling verband beschouwd, volgt dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan -kort gezegd- de ten laste gelegde overval op de [supermarkt A] in Vorden.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 9 mei 2009 te Vorden met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel toebehorende aan de [naam] BV, welke diefstal werd voorafgegaan van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte:
- aan die [slachtoffer] een pistool, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft getoond en een pistool, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft gericht op die [slachtoffer] en
- die [slachtoffer] heeft vastgepakt en vast heeft gehouden en
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "Ik wil geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- een pistool, althans een daarop gelijkend voorwerp, in de rug van die [slachtoffer] heeft gedrukt en daarbij tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "Als je niet rustig doet, doe ik je wat aan", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "Maak de deur open" en "Schakel het alarm uit" en "Als je iets verkeerds doet met het alarm, doe ik je wat aan", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- (vervolgens) met die [slachtoffer] de winkel is binnengegaan en tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "Maak de kluis open" en "Ik wil de safebags", althans woorden van gelijke aard en/of strekking.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
Diefstal, voorafgegaan van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De officier van justitie acht voor de strafmaat van belang de ernst van het feit. Het is algemeen bekend dat overvallen leed berokkenen bij de slachtoffers. Verdachte heeft daar geen enkel moment rekening mee gehouden. Voorts is volgens de officier van justitie van belang dat verdachte blijkens zijn strafblad meerdere keren is veroordeeld voor diefstallen, diefstallen met geweld en afpersingen. Verdachte heeft ter zitting spijt betuigd voor hetgeen de slachtoffers is overkomen, maar gelet op zijn strafblad had hij beter moeten weten. De enige manier om herhaling te voorkomen, is een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Standpunt van de verdediging
Door de raadsvrouw is aangevoerd dat, ingeval de rechtbank komt tot enige veroordeling, rekening dient te worden gehouden met de volgende omstandigheden.
Verdachte geeft toe dat hij fout zat. Hij beseft thans wat de gevolgen kunnen zijn van zijn handelen voor de slachtoffers. Voorts wil hij aan zijn toekomst werken en hij staat niet afwijzend tegenover reclasseringscontact. Hij heeft nog nooit reclasseringscontact opgelegd gekregen. Met verplicht reclasseringscontact kan voorkomen worden dat hij opnieuw in de fout zal gaan.
De raadsvrouw heeft bepleit dat een gevangenisstraf van 6 jaar te zwaar is. Zij heeft voorgesteld om een groot deel van de straf voorwaardelijk op te leggen met verplicht reclasseringscontact.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de na te melden beslissing in overeenstemming is met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Ook is gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Bij de straftoemeting is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een diefstal met bedreiging met geweld. Een medewerker van de [supermarkt A] heeft onder bedreiging met een vuurwapen verdachte in de [supermarkt A] binnen gelaten en een van de kluizen voor hem open gemaakt, waarna verdachte met een fors bedrag ervandoor is gegaan. Verdachte heeft ogenschijnlijk puur uit persoonlijk gewin gehandeld. Het behoeft verder geen betoog dat dergelijke feiten, zoals de onderhavige overval, zeer traumatisch kunnen zijn voor de slachtoffers. De rechtbank rekent dat verdachte zwaar aan. Verdachte beseft thans wel wat de mogelijke gevolgen van de overval voor de slachtoffers kunnen zijn.
In het nadeel van verdachte weegt dat hij, ondanks zijn leeftijd van 26 jaar, reeds een omvangrijk strafblad heeft.32 Uit dat strafblad blijkt dat verdachte de afgelopen vijf jaar meerdere keren is veroordeeld voor soortgelijke delicten, waarbij het meest in het oog springt de veroordeling door de rechtbank Amsterdam van 30 augustus 2006 tot een gevangenisstraf van 42 maanden voor het plegen van diefstal met geweld, poging tot diefstal met geweld en handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. De rechtbank acht verder van belang dat verdachte op 2 oktober 2003 door de rechtbank Haarlem is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden voor het plegen van diefstal met geweld in vereniging.
De eerdere veroordelingen hebben verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden om opnieuw in de fout te gaan.
Het weegt eveneens in het nadeel van verdachte dat hij de gewapende overval heeft gepleegd, terwijl hij op weekendverlof was uit Penitentiaire Inrichting de Kruisberg te Doetinchem.
Voorts is het voor de reclassering niet mogelijk gebleken om over verdachte te rapporteren, omdat verdachte niet bereid was daaraan mee te werken. Verdachte heeft geen vertrouwen in de reclassering en ziet af van reclasseringscontact.33 Uit verdachtes strafblad volgt dat hij reeds eerder reclasseringscontact heeft opgelegd gekregen, maar dat heeft kennelijk niet gewerkt, nu verdachte herhaaldelijk opnieuw in de fout is gegaan.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. Deze straf is lager dan de door de officier van justitie gevorderde straf, omdat de rechtbank aansluiting heeft gezocht bij uitspraken in vergelijkbare zaken.
Gelet op verdachtes opstelling ten opzichte van de reclasseringsrapportage en op eerdere ervaringen met reclasseringscontact vindt de rechtbank de oplegging van een voorwaardelijk strafgedeelte niet op zijn plaats.
In beslag genomen voorwerpen34
Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven pistool, met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan, dient te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het pistool van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven zakje met vermoedelijk drugs, kan middelen bevatten als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, zodat dit zakje met inhoud op grond van artikel 13a van de Opiumwet dient te worden onttrokken aan het verkeer.
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan of die tot het begaan van het bewezenverklaarde zijn bestemd.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
In de Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen is onder 1 een geldbedrag van € 16.054,93 genoemd.
Uit het dossier volgt dat van het in beslag genomen geld een geldbedrag van in totaal (€ 15.381,19 + € 402,49 + € 153,03 =) € 15.936,71 toebehoort aan de [naam] B.V.
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave aan de [naam] B.V. worden gelast van het geldbedrag van € 15.936,71, en van zeven geld-/caissièretassen en acht kleingeldbakjes.
Van het restantbedrag van (€ 16.054,93 - € 15.936,71 =) € 118,22 zal de bewaring worden gelast ten behoeve van de rechthebbende, nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet.
In de Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen is onder 2 een geldbedrag van € 102,70 genoemd.
Uit het dossier volgt dat van het in beslag genomen geld een geldbedrag van € 102,70 toebehoort aan verdachte. Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van dat geldbedrag aan verdachte.
Toepasselijk wettelijke artikelen
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen:
- 10, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht,
- 353 van het Wetboek van Strafvordering.
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als:
Diefstal, voorafgegaan van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
* beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een pistool
- een plastic zakje met vermoedelijk drugs;
* verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een schaar
- zwarte tie-rips
- een pruik
- twee sokken
- twee blauwe werkhandschoenen
- twee strippenkaarten
- een zwarte muts
- een zwarte opgeknoopte panty
- een afgescheurde plastic tas
- een schroevendraaier
- een big shopper van de [supermarkt A]
- twee schoenen, merk Nike air max
- een flesje lijm
- twee zwarte plaksnorren
- twee blikjes bier, merk Heineken
- twee plastic zakjes met prijsstickers Festival;
* gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan de rechthebbende, [naam] B.V., te weten:
- een geldbedrag van € 15.936,71
- zeven geld-/caissièretassen
- acht kleingeldbakjes;
* gelast de bewaring van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp ten behoeve van de rechthebbende, te weten:
- een geldbedrag van € 118,22;
* gelast de teruggave van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan de veroordeelde, te weten:
- een geldbedrag van € 102,70, zoals vermeld op de Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen van 9 juli 2009, onder 2.
Aldus gewezen door mrs. De Bie, voorzitter, en Van den Dungen-Dijkstra en Vos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Wever, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 september 2009.
mr. Van den Dungen-Dijkstra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna vermelde voetnoten telkens verwezen naar processen-verbaal, met bijbehorende dossierpagina's, die deel uitmaken van het in de wettelijke vorm opgemaakte (Stam)proces-verbaal nr. PL0640/09-204193. Dit proces-verbaal is op 13 juni 2009 opgemaakt door [naam], hoofdagent van politie, Team Recherche, District Achterhoek, Regiopolitie Noord-Oost Gelderland.
2 Proces-verbaal van aangifte, dossierpagina 35
3 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 36
4 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 37
5 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 148 en 149
6 Proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 45 en 46
7 Proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 61
8 Proces-verbaal Ambtelijk verslag, dossierpagina 70
9 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 182-183
10 Kennisgeving van inbeslagneming mutatienummer PL0640/09-273575, gedateerd 12 juni 2009, opgesteld door [naam], hoofdagent van politie, Team Recherche, District Achterhoek.
11 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 172
12 Proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 68
13 Proces-verbaal Ambtelijk verslag, dossierpagina 70
14 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 164, 170 en 190
15 Proces-verbaal van Ambtelijk verslag, dossierpagina 92
16 Proces-verbaal Ambtelijk verslag, dossierpagina 84 en 85
17 Proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 97-100
18 Proces-verbaal Ambtelijk verslag, dossierpagina 75 en 76
19 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 150
20 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 152
21 Proces-verbaal ambtelijk verslag, dossierpagina 154
22 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 155
23 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 161-162
24 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 169
25 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 173
26 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 170
27 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 164
28 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 170
29 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 165
30 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 171
31 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 166
32 Uittreksel Justitiele Documentatie, gedateerd 13 mei 2009.
33 Brief van Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering, gedateerd 16 juni 2009, opgesteld door S.E. Zalm, reclasseringswerker, en W.J. Oosterboer, unitmanager.
34 Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, gedateerd 9 juli 2009.