ECLI:NL:RBZUT:2009:BK1469

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
28 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/850130-09
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. de Bie
  • A. Gilhuis
  • J. Aufderhaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor meerdere diefstallen en poging tot diefstal in vereniging

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 28 oktober 2009 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die samen met medeverdachten betrokken was bij meerdere diefstallen en een poging tot diefstal. De verdachte is beschuldigd van diefstal in vereniging door middel van braak en inklimming, gepleegd in de periode van 12 februari 2009 tot en met 2 februari 2009 in Doetinchem. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in deze periode verschillende goederen heeft weggenomen uit schoolgebouwen en andere locaties, waaronder laptops, een beamer, en fietsen. De verdachte heeft bij de politie bekend dat hij alle ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, wat door de rechtbank als bewijs is aanvaard. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer B] voor een bedrag van € 371,79, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook de vorderingen van andere benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze geen betrekking hadden op bewezen verklaarde feiten. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, het strafblad van de verdachte en het feit dat de verdachte onvindbaar was tijdens de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/850130-09
Uitspraak d.d.: 28 oktober 2009
verstek / dnip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte A],
geboren te [plaats, 1985],
wonende te [adres].
raadsman: mr. A.Th.L. van der Meulen, advocaat te Arnhem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 14 oktober 2009.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 12 februari 2009 tot en met 13 februari
2009 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
schoolgebouw (gelegen aan de van [adres]) heeft weggenomen een
beamer (merk Acer) en/of een dvd-speler (merk Player) en/of een Boom- blaster
(merk JVC) , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
de [slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak, verbreking, (een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 5)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 5 december 2008 tot en met 7 december 2008
te Doetinchem, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
schoolgebouw (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen
een laptop, althans computerapparatuur, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer B] en/of aan de [slachtoffer A], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking,
(een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 6)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 15 november 2008 te Doetinchem, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een schoolgebouw (gelegen aan de [adres]) heeft
weggenomen een laptop/notebook (merk Acer), althans computerapparatuur, en/of
een wekker en/of een of meerdere time-timer(s), in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan de school [slachtoffer C], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, (een) valse
sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 7)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de nacht van 14 op 15 november 2008 te Doetinchem tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een gebouw (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen drie, althans een aantal (cross)fiets(en) en/of een
geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer D] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking,
(een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 8)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 03 december 2008 te Doetinchem tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen een quad (merk Kymco, kleur rood, gekentekend
[kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer E], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
(een) valse sleutel(s);
(incident 12)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
6.
hij in of omstreeks de nacht van 5 op 06 december 2008 te Doetinchem tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schoolgebouw (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een laptop, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan het [slachtoffer F], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking,
(een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 14)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
7.
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2009 tot en met 02 februari 2009
te Doetinchem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een gebouw ( gelegen aan de
[adres]) weg te nemen geld en/of (een) goed(eren), geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer G], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat gebouw te
verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn/hun
bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een
of meer van zijn mededader(s), althans alleen
twee/een rolluik(en) aan de voorzijde van dit gebouw heeft geforceerd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 27)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2009 tot en met 02 februari 2009
te Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, opzettelijk en wederrechtelijk twee/een rolluik(en) van een gebouw
(gelegen aan de [adres]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer G], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of
onbruikbaar gemaakt;
(incident 27)
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
A. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 7 (primair) ten laste gelegde. Er is sprak van zeven strafbare feiten, te weten:
Feiten 1, 3, 4 en 6 (telkens): diefstal in vereniging door middel van braak;
Feit 2: diefstal;
Feit 5: diefstal in vereniging;
Feit 7 (primair): poging diefstal door middel van braak.
B. Standpunt van verdachte
Verdachte heeft bij de politie bekend alle ten laste gelegde feiten te hebben gepleegd.
C. Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich hierbij op:
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
- de aangifte van [naam A], namens [slachtoffer A];2
- de verklaring van medeverdachte [verdachte C];3
- de verklaring van medeverdachte [verdachte D];4
- de bekennende verklaring van verdachte.5
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
- de aangifte van [naam B];6
- de verklaring van medeverdachte [verdachte C];7
- de bekennende verklaring van verdachte.8
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
- de aangifte van [naam I], namens [slachtoffer B];9
- de verklaring van medeverdachte [verdachte C];10
- de verklaring van medeverdachte [verdachte E];11
- de verklaring van medeverdachte [verdachte D];12
- de bekennende verklaring van verdachte.13
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
- de aangifte van [naam C] namens fietscross-vereniging [slachtoffer D];14
- de verklaring van getuige [getuige A];15
- de verklaring van medeverdachte [verdachte C];16
- de verklaring van medeverdachte [verdachte E];17
- de verklaring van medeverdachte [verdachte D];18
- de bekennende verklaring van verdachte.19
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde
- de aangifte van [slachtoffer E];20
- de verklaring van medeverdachte [verdachte C];21
- de verklaring van medeverdachte [verdachte D];22
- de bekennende verklaring van verdachte.23
Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde
- de aangifte van [naam D], namens het [slachtoffer F];24
- de verklaring van medeverdachte [verdachte C];25
- de verklaring van medeverdachte [verdachte D];26
- de bekennende verklaring van verdachte.27
Ten aanzien van het onder 7 ten laste gelegde
- de aangifte van [naam E], namens [slachtoffer G];28
- de verklaring van medeverdachte [verdachte D];29
- de bekennende verklaring van verdachte.30
Verdachte heeft verklaard dat hij samen met [verdachte D] het voornemen had om bij [slachtoffer G] in te breken. Nadat zij de rolluiken naar boven gewrikt hadden, hebben ze naar binnen gekeken of er iets van waarde lag. Dit is door medeverdachte [verdachte D] is bevestigd. Op grond van de verklaringen van verdachte en [verdachte D] komt de rechtbank tot het oordeel dat sprake is van een poging diefstal door middel van braak en inklimming, derhalve is het onder 7 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 (primair) ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in de periode van 12 februari 2009 tot en met 13 februari 2009 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
schoolgebouw gelegen aan de van [adres] heeft weggenomen een beamer (merk Acer) en een dvd-speler (merk Player) en een Boom-blaster (merk JVC), toebehorende aan de [slachtoffer A], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
(incident 5)
2.
hij in de periode van 5 december 2008 tot en met 7 december 2008 te Doetinchem, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schoolgebouw gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een laptop, althans computerapparatuur, toebehorende aan [slachtoffer B] en/of aan de [slachtoffer A];
(incident 6)
3.
hij op 15 november 2008 te Doetinchem, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schoolgebouw gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een laptop/notebook (merk Acer), althans computerapparatuur, toebehorende aan de school [slachtoffer C], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
(incident 7)
4.
hij in de nacht van 14 op 15 november 2008 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een gebouw gelegen aan de [adres] heeft weggenomen crossfietsen toebehorende aan [slachtoffer D] , waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
(incident 8)
5.
hij op 3 december 2008 te Doetinchem tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een quad (merk Kymco, kleur rood, gekentekend [kenteken]), toebehorende aan [slachtoffer E];
(incident 12)
6.
hij in de nacht van 5 op 6 december 2008 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schoolgebouw gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een laptop, toebehorende aan het [slachtoffer F], waarbij verdachte en zijn mededader de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
(incident 14)
7. (primair)
hij in de periode van 30 januari 2009 tot en met 2 februari 2009 te Doetinchem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een gebouw gelegen aan de [adres] weg te nemen geld en/of (een) goed(eren), toebehorende aan [slachtoffer G], en zich daarbij de toegang tot dat gebouw te verschaffen door middel van braak en inklimming, met zijn mededader twee rolluiken aan de voorzijde van dit gebouw heeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
(incident 27)
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Feit 1, 3, 4, 6 (telkens): diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
Feit 2: diefstal;
Feit 5: diefstal door twee of meer verenigde personen;
Feit 7 (primair): poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming onder de volgnummers 1 t/m 9 op de dagvaarding ad informandum vermelde zaken.
Het gaat daarbij om de navolgende zaken:
Pleegdatum/periode
Pleegplaats
Omschrijving feit
1
15 november 2008
Doetinchem,
Gem. Doetinchem
Diefstal drank en geld uit wijkgebouw
2
21 -22 november 2008
Doetinchem,
Gem. Doetinchem
(Poging) diefstal gereedschap uit school
3
16 -18 februari 2009
Doetinchem,
Gem. Doetinchem
Diefstal diverse goederen uit clubgebouw Sportweg
4
1 november 2008 -
15 januari 09
Doetinchem,
Gem. Doetinchem
Diefstal ladder uit bedrijf in vereniging
5
9 december 2008
Doetinchem,
Gem. Doetinchem
Diefstal fiets (Gazelle Furore) nabij Graafschapcollege
6
19 november 2008
Doetinchem,
Gem. Doetinchem
Diefstal fiets (Gazelle, blauw) bij bouwmarkt Karwei
7
30 november 2008 -
1 december 2008
Doetinchem,
Gem. Doetinchem
Diefstal fiets, (Gazelle, Laguna) nabij GGNet Kruisbergseweg
8
31 januari 2009 -
1 februari 2009
Doetinchem,
Gem. Doetinchem
Diefstal telefoons, radio, gereedschap, parfum uit auto
9
16 -17 februari 2009
Doetinchem,
Gem. Doetinchem
Diefstal radio/cd-speler, uit auto
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ad informandum gevoegde feiten 1 tot en met 6, 8 en 9 kunnen worden meegenomen bij de beoordeling van de zaak, Feit 7 kan niet worden meegenomen, omdat verdachte heeft ontkend dat feit te hebben gepleegd.
De rechtbank deelt dit standpunt van de officier van justitie niet, nu verdachte heeft bekend alle ad informandum gevoegde zaken, inclusief feit 7, te hebben gepleegd.31
Aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Oplegging van straf
1. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf gevorderd voor de duur van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en aftrek van voorarrest.
2. De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
3. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden- dat verdachte meermalen in scholen en bedrijven heeft ingebroken en daarbij goederen heeft ontvreemd. Inbraken zijn ergerlijke feiten, die naast schade vaak hinder veroorzaken bij de gedupeerden.
4. Verdachte heeft meermalen, met medeverdachten [verdachte C] en/of [verdachte D] inbraken gepleegd en daarbij goederen gestolen. Deze inbraken hebben in een korte periode plaatsgevonden. Tevens hadden verdachte en medeverdachten meerdere 'vaste' afnemers van de goederen. Dit stimuleerde hen om meer inbraken te plegen, omdat zij de goederen snel konden verkopen.
5. De rechtbank houdt ten nadele van verdachte rekening met zijn strafblad, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten.
6. Omtrent de persoon van verdachte is geen reclasseringsrapport opgemaakt, dan wel een rapport door een psycholoog of psychiater.
7. Als oriëntatiepunt voor een diefstal uit een school/gebouw bij een alleen opererende dader geldt een gevangenisstraf voor de duur van vijf weken.
8. De rechtbank acht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf passend, om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Nu verdachte niet ter terechtzitting is verschenen en hij onvindbaar is, acht de rechtbank een verplicht reclasseringstoezicht niet passend.
9. De reeds opgelegde straffen van medeverdachten in aanmerking genomen, zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van dertien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Voorts zal de rechtbank, zoals door de officier van justitie ter terechtzitting is gevorderd, de gevangenneming van verdachte bevelen, omdat verdachte onvindbaar is. Het bevel tot gevangenneming is afzonderlijk geminuteerd.
Vordering benadeelde partij
1. De benadeelde partij [slachtoffer B] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 371,79,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde.
De benadeelde partijen [naam F], [naam G] en [naam H] hebben zich met een vordering tot schadevergoeding gevoegd in het strafproces.
2. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer B] tot het gevorderde bedrag -hoofdelijk- kan worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voorts heeft hij zich op het standpunt gesteld dat de benadeelden [naam F], [naam G] en [naam H] niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vorderingen, omdat de vorderingen zien op ad informandum gevoegde feiten.
3. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partijen [slachtoffer B] als gevolg van het onder 1 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden. De rechtbank acht een bedrag van € 371,79 toewijsbaar, welk bedrag vermeerderd dient te worden met de wettelijke rente vanaf 13 februari 2009. Verdachte is hoofdelijk aansprakelijk voor deze schade.
4. De benadeelde partijen [naam F], [naam G] en [naam H] zullen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen, nu deze vorderingen geen betrekking hebben op een bewezen verklaard feit en aan de benadeelde partijen derhalve geen rechtstreekse schade is toegebracht door een bewezen verklaard feit, zoals bedoeld in artikel 361, tweede lid aanhef en sub b, van het Wetboek van Strafvordering.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemd slachtoffer.
In beslag genomen voorwerpen
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen voorwerpen dienen verbeurd verklaard te worden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte afstand heeft gedaan van de in beslag genomen goederen en zal daaromtrent dus geen beslissing nemen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 36f, 45, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 (primair) ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als
Feit 1, 3, 4, 6 (telkens): diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
Feit 2: diefstal;
Feit 5: diefstal door twee of meer verenigde personen;
Feit 7 (primair): poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij
de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 13 (dertien) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 4 (vier) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* beveelt de gevangenneming van verdachte;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer B], [adres] Doetinchem (rekeningnummer [nummer]) van een bedrag van € 371,79 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 februari 2009 en betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer B], een bedrag te betalen van € 371,79, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 7 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* verklaart de benadeelde partijen [naam F], [naam G] en [naam H] niet-ontvankelijk in hun vorderingen.
Aldus gewezen door mrs. De Bie, voorzitter, Gilhuis en Aufderhaar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 oktober 2009.
Eindnoten
1 Wanneer hierna ten aanzien van het ten laste gelegde wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal nr. PL0641/09-226011, gedateerd 22 mei 2009.
2 Proces-verbaal van aangifte van [naam A] (pagina 469-471).
3 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte C] (pagina 472).
4 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D] (pagina 480-481).
5 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 475-477).
6 Proces-verbaal van aangifte van [naam B] (pagina 493-495).
7 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte C] (pagina 505-506).
8 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 508-511).
9 Proces-verbaal van aangifte van [naam I] (pagina 514-516).
10 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte C] (pagina 518-526).
11 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte E] (pagina 527-530).
12 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D] (pagina 537-538).
13 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 531-536).
14 Proces-verbaal van aangifte van [naam C] (pagina 540-544).
15 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A] (pagina 545).
16 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte C] (pagina 547-557).
17 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte E] (pagina 558-561).
18 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D] (pagina 568-569).
19 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 562-567).
20 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer E] (pagina 678-680).
21 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte C] (pagina 684-694).
22 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D] (pagina 697-698).
23 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 695-696).
24 Proces-verbaal van aangifte van [naam D] (pagina 712-713).
25 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte C] (pagina 715-723).
26 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D] (pagina 727-728).
27 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 725-726).
28 Proces-verbaal van aangifte van [naam E] (pagina 909).
29 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D] (pagina 916).
30 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 914).
31 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 965).