ECLI:NL:RBZUT:2009:BK3035
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. de Bie
- A. van der Hooft
- J. Vos
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van verdachte voor mishandeling van levensgezel met voorwaardelijke gevangenisstraf
Op 11 november 2009 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van zijn levensgezel, [slachtoffer C]. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken, met een proeftijd van twee jaar. De mishandelingen vonden plaats in de periode van 1 november 2004 tot en met 19 juni 2009, waarbij de verdachte [slachtoffer C] meermalen heeft geslagen en geschopt, wat leidde tot letsel en pijn bij het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ten tijde van de feiten niet leed aan een psychiatrische stoornis, hoewel hij later wel is gediagnosticeerd met een ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling van geestvermogens. Dit had echter geen invloed op zijn strafbaarheid in de bewezenverklaarde periode.
De rechtbank heeft de verklaringen van zowel de aangeefster als getuigen in haar overwegingen betrokken. De aangifte van [slachtoffer C] werd ondersteund door verklaringen van getuige [getuige A], die bevestigde dat [slachtoffer C] in het verleden door de verdachte was mishandeld. De rechtbank heeft de eis van de officier van justitie, die een zwaardere straf had gevorderd, niet volledig overgenomen, maar heeft in plaats daarvan een lagere straf opgelegd, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan mishandeling, meermalen gepleegd, en heeft de strafbaarheid van de verdachte bevestigd. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63 en 300 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen omstandigheid is gebleken die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, en heeft de verdachte veroordeeld tot de opgelegde straf.