ECLI:NL:RBZUT:2009:BK5945
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kleinrensink
- A. Krijger
- J. Prisse
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs van wetenschap over hennep in woning
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 9 december 2009 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte uit Apeldoorn, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van ruim 21 kilo hennep. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat uit het dossier en de behandeling ter terechtzitting niet is gebleken dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de hennep in zijn woning. De verdachte heeft verklaard dat hij op het moment van de aanhouding niet thuis was en dat hij de dozen met hennep pas zag toen hij terugkwam. De medeverdachte, die een sleutel van de woning had, heeft verklaard dat hij de hennep in de woning heeft geplaatst zonder dat de verdachte daarvan op de hoogte was.
De rechtbank heeft verder overwogen dat er sprake was van stelselmatige observatie door de politie, maar dat deze observatie niet voldeed aan de vereisten van de wet, omdat er geen bevel van de officier van justitie was afgegeven. Ook zijn er vormverzuimen geconstateerd in het voorbereidend onderzoek, waarbij ontlastend materiaal niet tijdig aan het dossier is toegevoegd. De rechtbank oordeelde dat deze verzuimen zo ernstig waren dat ze moesten leiden tot vrijspraak van de verdachte.
De officier van justitie had gevorderd om de verdachte vrij te spreken, omdat het bewijs niet overtuigend genoeg was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging en het openbaar ministerie zorgvuldig afgewogen en is tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor het ten laste gelegde feit. De verdachte is dan ook vrijgesproken van de beschuldiging van het voorhanden hebben van hennep.