ECLI:NL:RBZUT:2009:BK5956
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Krijger
- A. Kleinrensink
- J. Prisse
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan wettig bewijs in kinderpornozaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 9 december 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte uit Twello, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat er onvoldoende wettig bewijs was om de tenlastelegging te ondersteunen. Tijdens de rechtszaak werd vastgesteld dat er een huiszoeking had plaatsgevonden, maar het proces-verbaal van deze doorzoeking ontbrak. Hierdoor kon de rechtbank niet voldoende inzicht krijgen in de wijze waarop de huiszoeking was uitgevoerd, wat er precies in beslag was genomen en of de procedure correct was gevolgd. De officier van justitie had wel een reconstructie van de doorzoeking gepresenteerd, maar de rechtbank oordeelde dat dit geen alternatief bewijs kon leveren voor de ontbrekende stukken.
De rechtbank benadrukte dat de bevoegdheid tot doorzoeking in een woning omgeven is met waarborgen en dat een nauwkeurig proces-verbaal noodzakelijk is voor toetsing en controle. Het ontbreken van het originele proces-verbaal en de lijst van inbeslaggenomen goederen leidde tot de conclusie dat er geen wettige bewijsmiddelen waren om de verdachte te veroordelen. De rechtbank verwierp ook het verweer van de raadsman dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden, maar oordeelde dat de tenlastelegging voldoende feitelijk was omschreven.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat de in beslag genomen voorwerpen, waaronder dvd's, cd's, computers en videobanden, onttrokken moesten worden aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang. De uitspraak van de rechtbank was een belangrijke bevestiging van de noodzaak van zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken, vooral in gevoelige zaken zoals kinderpornografie.