ECLI:NL:RBZUT:2009:BK6105
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waardering onroerende zaak met agrarische bestemming en invloed op waardepeildatum
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 9 december 2009 uitspraak gedaan in een geschil over de waardering van een onroerende zaak met een agrarische bestemming. Eiser, eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de gemeente Berkelland vastgestelde waarde van de woning voor het belastingjaar 2008, die was vastgesteld op € 405.000,--. Eiser stelde dat de woning, die in 2006 was gekocht, niet met woonbestemming kon worden gekocht, omdat de gemeente had aangegeven dat legalisering van wonen niet mogelijk was. Dit zou de waarde van de woning aanzienlijk drukken.
De rechtbank oordeelde dat de huidige agrarische bestemming wel degelijk als een waardedrukkende factor moest worden beschouwd. De rechtbank volgde de taxateur van de gemeente niet, die had gesteld dat de woning was getaxeerd alsof er al een woonbestemming op rustte. De rechtbank wees op de complexiteit van de situatie ter plaatse en de moeizame planvorming, en concludeerde dat de gemeente bij brief van 4 juli 2007 had aangegeven dat het beleid gedoogsituaties niet toestond. Dit alles leidde de rechtbank tot de conclusie dat de waarde van de woning niet hoger was vastgesteld dan de waarde in het economische verkeer per waardepeildatum 1 januari 2007.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en bepaalde dat de heffingsambtenaar een nieuwe uitspraak op bezwaar moest nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in proceskosten, aangezien van proceskosten niet was gebleken.