ECLI:NL:RBZUT:2009:BK6110

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
10 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/580105-08
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Feraaune
  • A. van der Hooft
  • F. Follender Grossfeld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van vuurwapens, munitie en hennep

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 10 december 2009 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen verdachte B. De verdachte is veroordeeld voor het voorhanden hebben van verschillende vuurwapens, munitie en een aanzienlijke hoeveelheid hennep. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 14 juli 2008 een doorzoeking heeft plaatsgevonden in de woning en het bedrijfspand van de verdachte, waar diverse wapens en munitie zijn aangetroffen. De verdachte heeft verklaard dat hij op de hoogte was van de wapens, maar heeft de beschuldigingen ontkend. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte wel degelijk wist van het voorhanden hebben van deze wapens en munitie, gezien de omstandigheden en de verklaringen van getuigen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, en een onvoorwaardelijke werkstraf van 180 uur. De rechtbank heeft ook bepaald dat de in beslag genomen wapens en munitie onttrokken worden aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang. De uitspraak is gedaan in het kader van de Wet wapens en munitie en de Opiumwet, waarbij de rechtbank de ernst van de feiten en de maatschappelijke onveiligheid in overweging heeft genomen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580105-08
Uitspraak d.d.: 10 december 2009
tegenspraak / dip / oip / onip / oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte B],
geboren te [plaats op 1951],
wonende te [adres, plaats].
raadsman: mr. A.W. Syrier, advocaat te Utrecht.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
26 november 2009.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging ter terechtzitting is gewijzigd, is aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij,
op of omstreeks 14 juli 2008,
te Apeldoorn, gemeente Apeldoorn, (in/nabij het pand [pand A])
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
één of meer (onderde(e)l(en) van) wapens van categorie II, te weten:
- 1 busje pepperspray (van het merk Protec), en/of
- 1 enkelloops (semi)automatisch geweer (type AK47, [serienummer]), en/of
- 2 patroonhouders (behorende bij het (semi)automatisch geweer AK47), en/of
één of meer (onderde(e)l(en) van) wapens van categorie III, te weten:
- 1 loop van een vuurwapen (van het merk Glock), en/of
- 1 patroonhouder, kaliber 9 mm, en/of
- 3 patroonhouders, kaliber 7.62 x 39 mm, en/of
munitie van categorie III, te weten:
- 1 (randvuur) patroon, kaliber .22 S&B, en/of
- 10, althans 1 of meer patronen, kaliber 5.56, en/of
- 201, althans 1 of meer (volmantel) patronen, kaliber 7.62 x 39 mm, en/of
- 60, althans 1 of meer (hallowpoint) patronen, kaliber 7.62 x 39 mm, en/of
- 15, althans 1 of meer (hallowpoint) patronen, kaliber 9 mm, en/of
- 39, althans 1 of meer (hallowpoint) patronen, kaliber 22 mm,
voorhanden heeft gehad.
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
art 55 lid 3 ahf/ond b Wet wapens en munitie
2.
hij,
op of omstreeks 14 juli 2008,
te [plaats], gemeente Apeldoorn, (in/nabij een (sta)caravan op de locatie
[adres B]),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
één of meer wapens van categorie III, te weten:
- 1 gedemonteerd (gas/alarm)pistool (van het merk Walther), en/of
- 1 revolver (van het merk Taurus), kaliber .38, en/of
- 1 revolver (van het merk Smith & Wesson), kaliber .38, en/of
- 1 (semi)automatisch enkelloops geweer (van het merk Colt), en/of
munitie van categorie III, te weten:
- 22, althans 1 of meer patronen, kaliber .223 Remmington, en/of
- 11, althans 1 of meer (volmantel) patronen, kaliber .38, en/of
- 14, althans 1 of meer (hollowpoint) patronen, kaliber .38, en/of
- 50, althans 1 of meer (deelmantel) patronen, kaliber .38, en/of
- 50, althans 1 of meer (knal)patronen, en/of
- 11, althans 1 of meer (volmantel) patronen, 6.35 mm, en/of
- 1 volmantel patroon, kaliber 7.62 x 39 S&B,
voorhanden heeft gehad.
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
3.
hij ,
op of omstreeks 14 juli 2008 te [plaats], gemeente Apeldoorn,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 11.220 gram, in elk geval een
hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld
in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het
vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 3 ahf/ond C Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 11 lid 2 Opiumwet
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
A. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft tot bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde geconcludeerd.
B. Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit, met uitzondering van de omstandigheid dat het onder 1 ten laste gelegde voorhanden hebben van pepperspray en een patroon van kaliber .22 S&B wettig en overtuigend bewezen kan worden.
C. Beoordeling door de rechtbank
Bespreking van het verweer: bewijsuitsluiting als gevolg van onrechtmatig inzetten BOB-middelen
De raadsman heeft aangevoerd dat de tapgesprekken die zijn verkregen ten aanzien van verdachtes telefoonnummer dienen te worden uitgesloten van het bewijs, nu onvoldoende verdenking jegens verdachte aanwezig was ten tijde van het verlenen van de machtiging. De overige bewijsmiddelen die zijn voortgekomen uit de tapgesprekken dienen eveneens te worden uitgesloten van het bewijs.
De officier van justitie heeft gesteld dat er wel voldoende verdenking jegens verdachte was en derhalve er geen bewijsmiddelen dienen te worden uitgesloten van het bewijs.
De rechtbank stelt vast dat op 12 juli 2007 proces-verbaal is opgemaakt van de CIE-melding inhoudende: "[verdachte B] en [medeverdachte A] hebben een autohandel aan [locatie in plaats]. [medeverdachte A] zit al jaren in de vuurwapenhandel. [medeverdachte A] doet deze vuurwapenhandel samen met zijn vader [verdachte B]. Ze verkopen zware wapens. De vuurwapens worden verkocht aan buitenlanders en mogelijk worden de vuurwapens gekocht in het buitenland. [..]".2 Voorts is het de rechtbank gebleken dat op 8 januari 2008 proces-verbaal is opgemaakt inhoudende de CIE-melding "[medeverdachte A] heeft samen met zijn vader [verdachte B] een garagebedrijf in [plaats]. De vuurwapens worden vaak door [medeverdachte A] bewaard in het garagebedrijf of in een schuurtje achter deze garage. [verdachte B] weet van de vuurwapenhandel van [medeverdachte A] en heeft de wapens ook vaak gezien."3
Voor zover de raadsman heeft aangevoerd dat de heer Rosman (hoofd-CIE) bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat de naam van verdachte in één CIE-melding (proces-verbaal d.d. 12 juli 2007) is genoemd, merkt de rechtbank op dat dat op dát moment wel het geval was, maar dat verdachte in latere meldingen óók bij naam wordt genoemd.4
De rechtbank is van oordeel dat uit de processen-verbaal terzake de CIE-informatie, alsmede de omstandigheid dat zowel verdachte als zijn zoon eigenaar is van het bedrijfspand, waarin hun gezamenlijke autohandel wordt bedreven, voldoende aanleiding is gebleken om BOB-middelen in te zetten. Het eerste tapbevel is op 10 maart 2008 verleend. De omstandigheid dat terzake van een CIE-melding geen oordeel over de betrouwbaarheid kan worden gegeven, heeft niet tot gevolg dat geen BOB-middelen ingezet mogen worden.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat is gebleken dat, nu zowel [medeverdachte A] als verdachte genoemd worden met betrekking tot de handel in wapens en er geen duidelijkheid te krijgen was over welk telefoontoestel door wie werd gebruikt, het van belang was alle bekende nummers te gebruiken voor het onderzoek.5
De rechtbank verwerpt het verweer.
Bespreking van het verweer: bewijsuitsluiting als gevolg van afwezigheid raadsman bij verhoor van verdachte
De raadsman heeft gesteld dat de verklaringen van verdachte bij de politie dienen te worden uitgesloten voor zover deze verklaringen zijn afgelegd voordat hij zijn raadsman heeft geconsulteerd. Op grond van het Panovits-arrest6 heeft de raadsman eveneens uitsluiting van de verklaringen van verdachte na consultatie van zijn raadsman bepleit. Voorts heeft de raadsman uitsluiting van de verklaringen van verdachte (ten aanzien van de wapens) bij de politie bepleit, omdat naar zijn oordeel de politie bij de verhoren merken van wapens door elkaar heeft gehaald.
De officier van justitie heeft gesteld dat de verklaringen van verdachte die voorafgaand aan het consulteren van de raadsman zijn afgelegd niet gebezigd dienen te worden voor het bewijs, maar dat zijn overige verklaringen wel gebruikt kunnen worden en mede op grond daarvan bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten kan volgen.
Hoewel de rechtbank gebleken is dat verdachte zijn proceshouding -na consultatie van zijn raadsman- niet heeft gewijzigd, zoals blijkt uit zijn verklaringen daarna afgelegd bij de politie, rechter-commissaris, in raadkamer en het onderzoek ter terechtzitting, zal zij de verklaringen van verdachte voor die consultatie afgelegd niet gebruiken.
Voorts is het de rechtbank gebleken dat verdachte wel wist over welke wapens er verklaard werd, nu hem foto's van de wapens zijn getoond. De rechtbank verwerpt het verweer en zal de verklaringen van verdachte na consultatie van zijn raadsman niet geheel of gedeeltelijk uitsluiten van het bewijs.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De officier van justitie heeft tot bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde geconcludeerd op grond van de omstandigheid dat de in de tenlastelegging genoemde wapens in het bedrijfspand van verdachte zijn aangetroffen en op grond van de verklaringen van de getuigen [getuige A] en [getuige B].
De raadsman heeft vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde bepleit, met uitzondering van de omstandigheid dat wel wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte pepperspray en een patroon van kaliber .22 S&B voorhanden heeft gehad. Daarnaast heeft hij aangevoerd dat anderen dan verdachte de goederen in het bedrijfspand voorhanden hebben kunnen gehad.
Beoordeling door de rechtbank
Op 14 juli 2008 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in een pand aan de [pand A] te [plaats], zijnde het garagebedrijf van verdachte en zijn zoon.7
Op meerdere locaties in het pand worden verschillende goederen aangetroffen, te weten onder andere: pepperspray van het merk Protect (in het bureau op het kantoor), een loop van een wapen (in de wandkast in het kantoor); patronen en patroonhouders (keukenblok) en een koffer met daarin een machinepistool, magazijnen en patronen (CV-hok).8
De volgende goederen zijn aangetroffen:
Aantal
Omschrijving
Wapen in de zin van WWM?
1
Pepperspray
Artikel 2, lid 1, categorie 2, onder 6 van de WWM.9
1
Enkelloops automatisch en semi-automatisch geweer, type AK-47, [serienummer]
Artikel 2, lid 1, categorie 2, onder 2 van de WWM.10
2
Patroonhouders van een automatisch geweer type AK-47
Artikel 2, lid 1, categorie 2, onder 2 van de WWM.11
1
Zwarte loop van een vuurwapen, merk Glock
Artikel 2, lid 1, categorie 3, sub 2, 3, of 6 van de WWM.12
1
Patroonhouder, kaliber .9
Artikel 2, lid 1, categorie 3, onder 1 van de WWM.13
3
Patroonhouders, kaliber 7.62x39mm
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.14
1
Patroon, merk S&B, kaliber .22 (randvuur)
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.15
10
Patronen, kaliber 5.56
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.16
201 (=30+
30+132+9)
Patronen, kaliber 7.62x39 mm (volmantel)
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.17
60 (=30+
30)
Patronen, kaliber 7.62x39mm (hollowpoint)
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.18
15
Patronen, kaliber 9 mm (hollowpoint)
Artikel 2, lid 1, categorie 3 van de WWM.19
39
Patronen, kaliber 22 mm (hollowpoint)
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.20
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat de aangetroffen pepperspray en patroon van het merk S&B van hem zijn.21 Voorts heeft hij verklaard dat de overige patronen en patroonhouders die in het keukenblok zijn aangetroffen hem bekend voorkomen; "Die lagen daar al jaren, misschien wel vier of vijf jaar".22 Alle aangetroffen goederen in de keukenla behoren toe aan verdachte.23 Verdachte heeft ook verklaard dat het aangetroffen tasje (in het dossier ook wel 'foudraal' genoemd), met daarin een patroonhouder en patronen van hem zijn.24 Verdachte heeft verklaard dat het koffer waarin de AK-47 en munitie zijn aangetroffen aan hem toebehoort.25
Het verweer van de raadsman dat het verdachte niet duidelijk zou zijn over welke wapens hij heeft verklaard, kan, zoals hiervoor reeds is overwogen, niet slagen, nu naar het oordeel van de rechtbank is gebleken dat verdachte wel degelijk wist waarover hij heeft verklaard, immers zijn bij zijn verhoor foto's van de aangetroffen vuurwapens en munitie getoond.26 De rechtbank verwerpt derhalve het verweer.
Ten aanzien van de aangetroffen vuurwapens en munitie merkt de rechtbank op dat die allemaal in het bedrijf van verdachte en zijn zoon zijn aangetroffen. Het (semi-)automatische wapen (AK-47) is in een koffer van verdachte aangetroffen. Van enkele aangetroffen goederen heeft verdachte bekend dat deze aan hem toebehoren. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zeven dagen per week, soms wel tien uur per dag, in het bedrijf aanwezig is.
Op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden, met dien verstande dat hij tezamen en in vereniging met een ander of anderen meerdere wapens en munitie voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
De officier van justitie heeft tot bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde geconcludeerd op grond van het feit dat de wapens die genoemd zijn in de tenlastelegging in de woning van verdachte zijn aangetroffen, de verklaring van getuige [getuige C], alsmede tapgesprekken (dossierpagina 1484, 1485 en 1487). Naar het oordeel van de officier van justitie is dit feit tezamen en in vereniging gepleegd.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit nu verdachte heeft verklaard een vuurwapen van het merk Colt te bezitten, maar ten laste is gelegd het bezit van vuurwapens van de merken Taurus en Smith&Wesson. Daarnaast is het onduidelijk dat verdachte met het gedemonteerde wapen waar hij over heeft verklaard het wapen van het merk Walther (zoals is ten laste gelegd) heeft bedoeld. Evenmin is gebleken dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking met betrekking tot het voorhanden hebben van de wapens.
Beoordeling door de rechtbank
Op 14 juli 2008 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in een (sta)caravan aan de [adres te plaats], zijnde de woning van verdachte.27 Het is een feit van algemene bekendheid dat [plaats] in de gemeente Apeldoorn ligt.
In de woning zijn een aantal goederen aangetroffen, te weten:
Aantal
Omschrijving
Wapen in de zin van WWM?
1
Gas/alarm pistool, merk Walther (gedemonteerd)
Artikel 2, lid 1, categorie 3 onder 1 van de WWM.28
1
Revolver, merk Taurus, kaliber .38
Artikel 2, lid 1, categorie 3, onder 1 van de WWM.29
1
Revolver, merk Smith&Wesson, kaliber .38
Artikel 2, lid 1, categorie 3 onder 1 van de WWM.30
1
Enkelloops (semi-)automatisch geweer, merk Colt, kaliber .223
Artikel 2, lid 1, categorie 3, onder 1 van de WWM.31
22
Patronen, merk Remmington, kaliber .223
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.32
11
Patronen, kaliber .38 (volmantel)
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.33
14
Patronen, kaliber .38 (hollowpoint)
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.34
50
Patronen, kaliber .38 (deelmantel)
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.35
50
Knalpatronen
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.36
11
Patronen, 6.35 mm (volmantel)
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.37
1
Patroon, merk S&B, kaliber 7.62x39 (volmantel)
Artikel 2, lid 2, categorie 3 van de WWM.38
Op 19 april 2008 heeft een telefoongesprek plaatsgevonden tussen verdachte en zijn zoon [medeverdachte A]. Daarin zegt [medeverdachte A]: "Ik ben bij jou binnen en je weet wat ik bedoel". Daarop zegt verdachte: "Onder het bed bij mij, bij het kopkussen onder de matras".39 Twee minuten later belt [medeverdachte A] nogmaals naar verdachte. [medeverdachte A] zegt: "Niet die van jou". Verdachte zegt dan: " Nee die andere ligt er ook bij". [medeverdachte A] daarop: "Nee die ligt er niet" Verdachte zegt dan even later: "Moet je effe kijken. Waar de jassen hangen. Daar hangt een tasje, zwart tasje daar moet je effe in kijken."40
Medeverdachte [medeverdachte A] heeft verklaard dat hij de wapens die in de woning van verdachte zijn gevonden daar heeft neergelegd.41 Hij sliep ook wel eens in de woning van zijn ouders.
Met betrekking tot de inhoud van het eerste gesprek heeft verdachte tegenover de politie verklaard dat het dan over de Colt gaat, dat het niet anders kan dan dat het daarover gegaan is.42 Nadat verdachte ter terechtzitting een foto is voorgehouden van revolver van het merk Smith&Wesson (dossierpagina 1398) heeft verdachte verklaard dat dat wapen lijkt op het wapen wat hij in bezit had en onder zijn kopkussen lag.43 Als verdachte heeft verklaard dat hij in het bezit was van wapen van het merk Colt, heeft hij een revolver van het merk Smith&Wesson bedoeld.44 Verdachte heeft verklaard dat bij dat wapen ook losse munitie lag die aan hem toebehoort.45
Met betrekking tot het tweede hierboven aangehaalde telefoongesprek met zijn zoon heeft verdachte tegenover de politie verklaard dat in het tasje kentekens van de zaak zaten. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard, dat dit (tweede) gesprek over sigaretten ging.46
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de inhoud van het eerste gesprek dat over een wapen ging, de inhoud van het tweede gesprek dat op het eerste aansluit en de wisselende verklaringen van verdachte, (ook) in het tweede gesprek over (een) wapen(s) tussen verdachte en diens zoon wordt gesproken.
Verdachte heeft verklaard dat het gedemonteerde wapen (gas/alarm pistool, merk Walther) dat is gevonden in de kast van hem is.47 Het wapen is aangetroffen in de gangkast, in een C1000 tasje waarin zich ook munitie bevond. 48
De kast waarin de Taurus is aangetroffen is een gezamenlijke kledingkast van verdachte en zijn vrouw.49 De Taurus is tezamen met munitie aangetroffen in een koffertje in een C1000 tasje.50
Het is een feit van algemene bekendheid dat patronen van een bepaald kaliber geschikt zijn om af te schieten met een wapen van dat kaliber. Dat houdt in dat de patronen die onder het kussen in het bed zijn gevonden (22 stuks Remmington patronen kaliber .223) geschikt zijn om met het enkelloops (semi-)automatisch geweer, merk Colt, kaliber .223 dat onder het bed in zijn woning is gevonden, afgeschoten te worden. Verdachte heeft het bezit van de Remmington patronen bekend (maar het bezit van het semi-automatisch geweer ontkend).
Het verweer van de raadsman dat het verdachte niet duidelijk zou zijn over welke wapens hij heeft verklaard, kan niet slagen, nu naar het oordeel van de rechtbank is gebleken dat verdachte wel degelijk wist waarover hij heeft verklaard, immers zijn bij zijn verhoor foto's van de aangetroffen vuurwapens en munitie getoond en heeft hij zijn verklaringen ter terechtzitting bevestigd.51 De rechtbank verwerpt ook hier het verweer.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde tezamen en in vereniging met een ander voorhanden hebben van wapens en munitie wettig en overtuigend bewezen is.
Het betreft immers de woning van verdachte, waar medeverdachte [medeverdachte A] ook wel eens sliep. [medeverdac[medeverdachte A] heeft verklaard dat hij de wapens in de woning van zijn vader heeft neergelegd en uit de hierboven aangehaalde tapgesprekken blijkt dat verdachte daarvan wetenschap had.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
De officier van justitie heeft tot bewezenverklaring van het onder 3 geconcludeerd, nu de hennep in de woning van verdachte is aangetroffen.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit, omdat het mogelijk is dat anderen, zonder de wetenschap van verdachte, de hennep in zijn woning kunnen hebben gelegd. Subsidiair heeft hij aangevoerd dat geen sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking.
Beoordeling door de rechtbank
Op 14 juli 2008 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in een (sta)caravan aan de [adres te plaats], zijnde de woning van verdachte.52 Het is een feit van algemene bekendheid dat [plaats] in de gemeente Apeldoorn ligt.
In de slaap/logeerkamer van verdachte worden elf zilveren pakketten met henneptoppen aangetroffen.53 Uit de Narco-test is gebleken dat de henneptoppen THC bevatten en het totaalgewicht 11.220 gram bedraagt.54 Met de aanwezigheid van THC werd aangetoond dat het bij de aangetroffen knoppen/bloemen om hennep ging. Hennep staat vermeld op lijst II, onderdeel B, behorende bij de Opiumwet.
Verdachte heeft verklaard dat de tassen met hennep zondagochtend (d.d. 13 juli 2008) nog niet in de slaapkamer stonden.55 Hij is die dag zelf in de kamer geweest en hij weet zeker dat de tassen er toen nog niet stonden.
De rechtbank acht het niet aannemelijk dat verdachte niet wist deze omvangrijke hoeveelheid hennep zich in zijn woning bevond. Het betreft immers de woning van verdachte, een ruimte waar hij regelmatig komt -zoals verdachte ter terechtzitting heeft verklaard- en voorts heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij alert is op welke goederen zich in zijn woning bevinden om de veiligheid van zijn kleinkinderen te garanderen. Het onder 3 ten laste gelegd is wettig en overtuigend bewezen.
Voorts is de rechtbank van oordeel dat niet is gebleken dat hij de hennep tezamen en in vereniging met een ander of anderen aanwezig heeft gehad en zal verdachte hiervan vrijspreken, zoals dit ook door de raadsman is bepleit.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 14 juli 2008 te Apeldoorn, gemeente Apeldoorn, in het pand [pand A]
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
(onderdelen van) wapens van categorie II, te weten:
- 1 busje pepperspray (van het merk Protect), en
- 1 enkelloops (semi)automatisch geweer (type AK47, [serienummer]) en
- 2 patroonhouders (behorende bij het (semi-)automatisch geweer AK-47) en
(onderdelen van) wapens van categorie III, te weten:
- 1 loop van een vuurwapen (van het merk Glock) en
- 1 patroonhouder, kaliber 9 mm en
- 3 patroonhouders, kaliber 7.62 x 39 mm en
munitie van categorie III, te weten:
- 1 randvuurpatroon, kaliber .22 S&B en
- 10 patronen, kaliber 5.56 en
- 201 volmantel patronen, kaliber 7.62 x 39 mm en
- 60 hollowpoint patronen, kaliber 7.62 x 39 mm en
- 15 hollowpoint patronen, kaliber 9 mm en
- 39 hollowpoint patronen, kaliber 22 mm,
voorhanden heeft gehad.
2.
hij op 14 juli 2008 te [plaats], gemeente Apeldoorn, in een (sta)caravan op de locatie [adres B],
tezamen en in vereniging met een ander,
wapens van categorie III, te weten:
- 1 gedemonteerd (gas/alarm)pistool van het merk Walther en
- 1 revolver van het merk Taurus, kaliber .38 en
- 1 revolver van het merk Smith&Wesson, kaliber .38 en
- 1 (semi-)automatisch enkelloops geweer van het merk Colt en
munitie van categorie III, te weten:
- 22 patronen, kaliber .223 Remmington en
- 11 volmantel patronen, kaliber .38 en
- 14 hollowpoint patronen, kaliber .38 en
- 50 deelmantel patronen, kaliber .38 en
- 50 knalpatronen en
- 11 volmantel patronen, 6.35 mm en
- 1 volmantel patroon, kaliber 7.62 x 39 S&B,
voorhanden heeft gehad.
3.
hij op 14 juli 2008 te [plaats], gemeente Apeldoorn,
opzettelijk aanwezig heeft gehad 11.220 gram, zijnde hennep een middel als bedoeld
in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Feit 1: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie (munitie), meermalen gepleegd en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II en een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd (wapens);
Feit 2: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie (munitie), meermalen gepleegd en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd (wapens);
Feit 3: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf
1. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf gevorderd voor de duur van 14 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar met aftrek van voorarrest.
2. Door en namens verdachte is bepleit dat -rekening houdend met het ontbreken van recente en relevante justitiële documentatie, het lage recidiverisico en zijn persoonlijke omstandigheden- een straf gelijk aan het voorarrest passend is. Subsidiair is -als de rechtbank van oordeel is dat een hogere straf passend is- bepleit daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf dan wel taakstraf op te leggen.
3. De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft meerdere (vuur)wapens en munitie voorhanden gehad. Het bezit van dergelijke wapens vergroot de maatschappelijke onveiligheid. Het voorhanden hebben van vuurwapens (met bijbehorende munitie) kan een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich brengen. Voorts heeft verdachte een aanzienlijke hoeveelheid hennep voorhanden gehad. Hennep is voor de gezondheid van gebruikers daarvan een schadelijke stof en het gebruik ervan is ook bezwarend voor de samenleving.
4. De rechtbank heeft rekening gehouden met het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat hij recentelijk niet voor (soortgelijke) feiten is veroordeeld.
5. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met het rapport van de reclassering (d.d. 21 oktober 2008), waaruit blijkt dat er een laag recidiverisico is. Er wordt geadviseerd een voorwaardelijk strafdeel op te leggen, zonder reclasseringstoezicht. Er zijn geen bezwaren tegen een taakstraf of geldboete.
6. De rechtbank acht een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Zij acht een voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De raadsman heeft verzocht het bevel voorlopige hechtenis op te heffen, hetgeen de rechtbank zal doen, gelet op de op te leggen gevangenisstraf. De rechtbank acht een lagere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan door de officier van justitie is gevorderd passend, met dien verstande dat daarnaast een werkstraf wordt opgelegd.
In beslag genomen voorwerpen
De officier van justitie heeft onttrekking aan het verkeer gevorderd van alle in beslaggenomen goederen.
De raadsman heeft zich ten aanzien van het beslag aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, met betrekking tot welke het onder 1 en 2 bewezenverklaarde is begaan, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet, te weten:
- Wapen, merk Colt Sporter, kleur grijs;
- Munitie, S&B, kaliber 7.62;
- Wapen, merk Taurus, kleur zwart;
- Munitie, merk Magtech, kaliber .38;
- Wapen, merk Smith&Wesson, kleur zilver;
- Munitie (22 stuks), S&B, .223 Remmington;
- Munitie (11 stuks) MFS, kaliber .38;
- Munitie (14 stuks) Federal, kaliber .38;
- Wapen, merk Walther P22, kleur zwart;
- Munitie (50 stuks), Umarex, 9mm knalpatronen;
- Munitie (11 stuks), Geco, kaliber 6.35;
- Wapenstok, kleur zwart;
- Wapen, AK-47;
- Munitie (120 stuks);
- Patroonhouders (3 stuks);
- Munitie (132 stuks), kaliber 7.62x39;
- Munitie (15 stuks), Federal, 9mm, Luger;
- Munitie (39 stuks) Winchester, .22;
- Munitie (9 stuks), kaliber 9.62x39;
- Munitie (1 stuk), S&B randvuurpatroon;
- Loop van een wapen, kleur zwart;
- Stroomstootwapen, kleur zwart;
- Pepperspray, merk Protect;
- Patroonhouders (2 stuks) voor automatisch geweer;
- Munitie (10 stuks), kaliber 5.56;
- Mes, merk Muelay;
- Imitatie balletjespistool;
- Sleutel, betreft een gunlock;
- Patroonhouder voor 9mm, kleur zwart.
In beslag genomen voorwerpen
Nu de in beslag genomen middelen middelen zijn als bedoeld in artikel 3 van de Opiumwet, dienen deze op grond van artikel 13a van de Opiumwet te worden onttrokken aan het verkeer, te weten:
- Hennep, 11 sealbags in drie tassen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 36b, 36c en 91 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en artikelen 3, 11 en 13 van de Opiumwet.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als
Feit 1: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie (munitie), meermalen gepleegd en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II en een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd (wapens);
Feit 2: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie (munitie), meermalen gepleegd en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd (wapens);
Feit 3: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 8 (acht) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 180 (honderdtachtig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen.
* beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Wapen, merk Colt Sporter, kleur grijs;
Munitie, S&B, kaliber 7.62;
Wapen, merk Taurus, kleur zwart;
Munitie, merk Magtech, kaliber .38;
Wapen, merk Smith&Wesson, kleur zilver;
Munitie (22 stuks), S&B, .223 Remmington;
Munitie (11 stuks) MFS, kaliber .38;
Munitie (14 stuks) Federal, kaliber .38;
Wapen, merk Walther P22, kleur zwart;
Munitie (50 stuks), Umarex, 9mm knalpatronen;
Munitie (11 stuks), Geco, kaliber 6.35;
Wapenstok, kleur zwart;
Wapen, AK-47;
Munitie (120 stuks);
Patroonhouders (3 stuks);
Munitie (132 stuks), kaliber 7.62x39;
Munitie (15 stuks), Federal, 9mm, Luger;
Munitie (39 stuks) Winchester, .22;
Munitie (9 stuks), kaliber 9.62x39;
Munitie (1 stuk), S&B randvuurpatroon;
Loop van een wapen, kleur zwart;
Stroomstootwapen, kleur zwart;
Pepperspray;
Patroonhouders (2 stuks) voor automatisch geweer;
Munitie (10 stuks), kaliber 5.56;
Mes, merk Muelay;
Imitatie balletjespistool;
Sleutel, betreft een gunlock;
Patroonhouder voor 9mm, kleur zwart;
Hennep, 11 sealbags in drie tassen;
* heft op het -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Feraaune, voorzitter, Van der Hooft en Follender Grossfeld, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 december 2009.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna ten laste gelegde wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nr. PL0620/08-206311, gesloten en ondertekend op 9 oktober 2008 door
[naam], rechercheur/brigadier van politie, team Recherche, district Apeldoorn.
2 Proces-verbaal terzake CIE-informatie (pagina 51).
3 Proces-verbaal terzake CIE-informatie (pagina 40-41)
4 Zie proces-verbaal terzake CIE-informatie (pagina 40-41).
5 Proces-verbaal terzake aanvraag bevel ex art 126m Wetboek van Strafvordering (pagina 1568).
6 EHRM inzake Panovits vs Cyprus (11 december 2008).
7 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 730).
8 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 730-731) en proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 629-630).
9 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1277).
10 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1301).
11 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1295-1296).
12 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1279-1280).
13 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1291-1292).
14 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1295-1296).
15 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1286-1287).
16 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1295-1296).
17 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1295-1296).
18 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1295-1296).
19 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1302).
20 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1295-1296).
21 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 782) en verklaring van verdachte ter terechtzitting.
22 Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
23 Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
24 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 787-788).
25 Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
26 Zie o.a. proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 787 e.v.).
27 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 730).
28 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1418).
29 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1402).
30 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1395).
31 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1411).
32 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1396).
33 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1396).
34 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1396).
35 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1403).
36 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1420).
37 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1420).
38 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1427).
39 Gesprek verslagnummer 272354844 (pagina 1430).
40 Gesprek verslagnummer 272354843 (pagina 1431).
41 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A] bij de rechter-commissaris
d.d. 3 april 2009 (pagina 8).
42 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 899).
43 Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
44 Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
45 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 771 en 808).
46 Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
47 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 784).
48 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 718 en 1393).
49 Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
50 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 718 en 1393).
51 Zie o.a. proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 787 e.v.).
52 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 730).
53 Proces-verbaal, ambtelijk verslag (pagina 1510).
54 Proces-verbaal, narco-test (pagina 1516-1517).
55 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 1538) en verklaring verdachte ter terechtzitting 26 november 2009.