RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/801627-08
Uitspraak d.d.: 10 december 2009
tegenspraak / dip / oip / oip /oip / oip
[verdachte],
geboren te [plaats op 1970],
wonende te [plaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Zutphen.
raadsman: mr. R.D.A. van Boom, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
26 november 2009.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij,
op of omstreeks 23 januari 2008 te Apeldoorn,
[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk
voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik ga jullie alle twee
afmaken. Het liefste zou ik het nu gelijk zelf doen" en/of "Ik laat binnen
vijf dagen een paar vrienden van mij hier langskomen om jullie dood te maken",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij,
op of omstreeks 23 januari 2008 te Apeldoorn,
opzettelijk en wederrechtelijk een (computer)muis en/of een
(computer)toetsenbord en/of een (computer)beeldscherm en/of een (winkel)balie,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam bedrijf] Vof, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
A. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot vrijspraak van het onder 1 en 2 ten laste gelegde, nu wel sprake is van wettig, maar niet van overtuigend bewijs.
B. Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van het onder 1 en 2 ten laste gelegde bepleit, nu wel sprake is van wettig, maar niet van overtuigend bewijs.
C. Beoordeling door de rechtbank ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Aangeefster [slachtoffer] heeft verklaard dat zij op 23 januari 2008 door verdachte is bedreig[getuige]ar winkel [naam bedrijf], gevestigd aan [adres in plaats].2 Er kwam een man de winkel binnen en zei: "Mijn vriendin heeft gebeld over een lichtarmatuur, maar jullie komen maar niet." De man kwam heel dreigend over en ging over de balie hangen zodat hij heel dicht voor haar kwam.3 De man zei tegen aangeefster en haar zoon: "Ik ga jullie alle twee afmaken. Het liefste zou ik het nu gelijk zelf doen".4 Ze zag dat de man de winkel uitliep. Net voordat de man de winkel uit was, zag zij dat de man zich omdraaide en zei: "Ik laat binnen vijf dagen een paar vrienden van mij hier langskomen om jullie dood te maken".5 De man reed weg in een zwarte Volkswagen Touareg voorzien van kenteken [kenteken].
Getuige [getuige] heeft de verklaring van [slachtoffer] bevestigd.6 Hij heeft verklaard dat hij zeer angstig is geworden als gevolg van de bedreigingen.7
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 23 januari 2008 bij [getuige] in [plaats] is geweest. Hij heeft verklaard dat hij toen hij de winkel inkwam niet boos was, maar dat [slachtoffer] hem boos heeft gemaakt. Hij kan zich niet herinneren wat hij precies heeft gezegd, maar als hij bij de politie heeft verklaard dat hij heeft gezegd "Val dood", dan zou dat kunnen. Verdachte is in ieder geval wel boos geworden op [slachtoffer]. Voorts heeft hij verklaard dat hij in het verleden een discussie heeft gehad met het bedrijf.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan.
D. Beoordeling door de rechtbank ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde: vrijspraak
De rechtbank zal verdachte van het onder 2 ten laste gelegde vrijspreken, nu de rechtbank van oordeel is dat de verklaringen van aangeefster [slachtoffer] en getuige [getuige] niet consequent zijn. Voorts heeft verdachte verklaard dat hij niets kapot heeft geslagen. Hij weet 100% zeker dat het beeldscherm niet van de balie is afgevallen.8 Verdachte heeft gesteld dat er camera's in de winkel hangen en dat die beelden kunnen aantonen dat hij geen goederen heeft vernield. De rechtbank stelt vast dat dergelijke camerabeelden zich niet in het dossier bevinden. Tevens stelt de rechtbank vast de politie foto's zou hebben gemaakt van de aangerichte schade, maar dat die zich evenmin in het dossier bevinden.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 23 januari 2008 te Apeldoorn [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik ga jullie alle twee afmaken. Het liefste zou ik het nu gelijk zelf doen" en "Ik laat binnen vijf dagen een paar vrienden van mij hier langskomen om jullie dood te maken".
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
Feit 1: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
1. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd.
2. Door en namens verdachte is vrijspraak bepleit en subsidiair is geen strafmaat verweer gevoerd.
3. De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een bedreiging. De rechtbank overweegt dat verdachte de eigenaresse van een keukenzaak, in bijzijn van haar zoon, heeft bedreigd met de dood. Dit is voor beiden een angstige situatie geweest.
Een dergelijk incident kan daarnaast ook voor grote gevoelens van onveiligheid en onrust zorgen.
4. De rechtbank houdt rekening met het blanco strafblad van verdachte.
5. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met het rapport van forensisch maatschappelijk werker P.R. Lagenveen, gedateerd 23 oktober 2009.
6. Gelet op het tijdsverloop tussen de datum van het bewezenverklaarde feit en het onderzoek ter terechtzitting, alsmede uitspraken in soortgelijke zaken, acht de rechtbank een geldboete ter hoogte van € 250,-- passend.
Vordering benadeelde partij
De benadeelde partij [naam bedrijf] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 4.680,00 (incl. BTW) gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij, nu zij vrijspraak heeft gevorderd.
De raadsman heeft primair niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij bepleit, nu hij vrijspraak van het ten laste gelegde feit heeft bepleit. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat de vordering gematigd dient te worden.
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu deze vordering geen betrekking heeft op een bewezen verklaard feit en aan de benadeelde partij derhalve geen rechtstreekse schade is toegebracht door een bewezen verklaard feit, zoals bedoeld in artikel 361, tweede lid aanhef en sub b van het Wetboek van Strafvordering.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 23, 24 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 250,--, (tweehonderdvijftig euro) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 hechtenis;
* verklaart de benadeelde partij [naam bedrijf] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Aldus gewezen door mrs. Feraaune, voorzitter, Van der Hooft en Follender Grossfeld, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 december 2009.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal nr. PL0620/08-208658, gedateerd 7 november 2008, gesloten en ondertekend door J.B.P. Massa, hoofdagent van politie Team Recherche, district Apeldoorn.
2 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] (pagina 9).
3 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] (pagina 9 en 10).
4 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] (pagina 10).
5 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] (pagina 10).
6 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] (pagina 12).
7 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] (pagina 12 en 13).
8 Verklaring van verdachte ter terechtzitting 26 november 2009.