3.2. Recydur B.V. heeft haar vordering, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, als volgt onderbouwd.
Ondanks de tussen RNS en Recydur B.V. gemaakte afspraken en in weerwil van verschillende betalingstoezeggingen zijdens RNS en [gedaagde], is in de periode oktober 2008 tot en met maart 2009 in totaal een bedrag van EUR 148.218,94 voor de leveringen onbetaald gebleven. Nimmer is door RNS en/of door [gedaagde] de correctheid van de gefactureerde bedragen betwist. In december 2008 is door [naam A], directeur van Recydur B.V., telefonisch gesproken met [gedaagde] over de op dat moment openstaande rekeningen. In dat telefoongesprek verwoordde [gedaagde] de problemen die hij had met de uitlevering van stromen en de bijkomende cash problemen. Hij gaf daarbij aan dat hij bezig was met het belenen van activa om dit probleem op te lossen. In een tweede gesprek bevestigde [gedaagde] dat dit gelukt was. Op 6 en 7 januari 2009 zijn er nog enige bedragen betaald. Op 27 januari 2009 was er een bespreking op het bedrijf van RNS, waarbij de heren [naam A], [gedaagde] en [naam B] aanwezig waren. De laatste was de contactpersoon van Recydur B.V. bij RNS. Deze bespreking stond in het teken van de uitblijvende betalingen en het bijwonen van een test, uit te voeren door RNS. Ook toen is door [gedaagde] gezegd dat de problemen met de liquiditeit waren opgelost en dat alle openstaande betalingen zo spoedig mogelijk zouden worden ingelost. Volgens hem waren verdere leveringen door Recydur B.V. geen probleem. De dag na die bespreking volgde de laatste betaling van EUR 6.128,45 van RNS. Op basis van de langdurige relatie met RNS en het gestelde vertrouwen door die betaling besloot Recydur B.V. door te gaan met het leveren van non-ferro metalen tot eind maart 2009.
Na het faillissement van RNS op 31 maart 2009 vernam Recydur B.V. van de curator dat de vordering van Recydur B.V. van EUR 149.262,14 integraal werd erkend maar dat er géén uitkering voor haar, als de concurrente crediteur, was te verwachten.
[gedaagde] wist of behoorde - als enig bestuurder en directeur van RNS - te begrijpen, bij het telkenmale aangaan van de (betalings)verplichtingen, dat RNS niet of niet binnen een redelijke termijn aan haar verplichtingen kon voldoen en dat RNS geen verhaal zou bieden voor de schade die Recydur B.V. als gevolg daarvan zou leiden. [gedaagde] had als enig bestuurder en feitelijk (enig) aandeelhouder de volledige zeggenschap over RNS. Door maandenlang betalingstoezeggingen te doen en Recydur B.V. niet te waarschuwen dat het niet zo goed ging, heeft [gedaagde] de schade aan de zijde van Recydur B.V. vergroot. Hij had erop toe moeten zien dat RNS Recydur B.V. geen (grotere) schade zou berokkenen, met name door Recydur B.V. op 27 januari 2009 te waarschuwen. Door dit na te laten heeft [gedaagde] persoonlijk verwijtbaar en daarmee onrechtmatig gehandeld jegens Recydur B.V.
De schade behelst het door de curator erkende bedrag terzake van de geleverde en al dan niet verwerkte en gefactureerde non-ferro stromen ad EUR 149.262,14, waarin opgenomen is een bedrag aan verschuldigde wettelijk handelsrente tot 1 april 2009 ad EUR 1.043,20.
Daarnaast is [gedaagde] een bedrag verschuldigd aan buitengerechtelijke incassokosten.